Atletiek

Atletiek in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging de sport gewoon door. De Joodse sportbond groeide zelfs tot in de herfst van 1941, maar daarna werden de leden hiervan gedeporteerd. Ter nagedachtenis verrees in het Olympisch Stadion het beeld van Prometheus.

Sportfeest van de Duitsers in het Olympisch Stadion, foto via het Stadsarchief Amsterdam

Het belangrijkste oorlogsmonument van de Nederlandse sport is gemaakt door een vluchteling. De Italiaanse beeldhouwer Fred Carasso maakte in 1947 op verzoek van het Nederlands Olympisch Comité het beeld van Prometheus ‘als uitbeelding van de gedachte, dat de geest van de afwezigen steeds tusschen ons is’.Het verrees op de zuidtribune van het Olympisch Stadion en staat symbool voor vrijheid, kennis en onafhankelijkheid. Al vóór de oorlog was Carasso na omzwervingen in Nederland beland, als communist en antifascist op de vlucht sinds de machtsovername van Mussolini.

Zijn oorlogsmonument bij het stadion verwijst naar het grote belang van de sport in de oorlogsjaren, die bloeide als nooit tevoren. Het ledental van de Nederlandsche Atletiekunie explodeerde van een kleine 3.000 in 1940 naar 16.000 in 1943 – méér dan een vervijfvoudiging in slechts drie jaar!

En ook elders ging het goed met deze sport. Zo meldde Het Joodsche Weekblad op 16 mei 1941 dat de sportbond Maccabi 120 nieuwe atletiekleden had. Drie maanden later sprak bondsafdelingsvoorzitter Kalman over een geslaagd atletiekseizoen, wat meteen het laatste Joodse atletieknieuws van de oorlog was. Twee maanden later mochten Joden geen lid meer zijn van een sportvereniging.

Nederlandse militairen hielden ondertussen hun conditie op peil met atletiektrainingen. “Doet aan athletiek,” beval de opperbevelhebber van de Land- en Zeemacht. Vier dagen na de Nederlandse capitulatie was er alweer een oefensessie voor soldaten, samen met Duitse soldaten!

En dan waren er de atletiekwedstrijden van de SS, de NSB en de Jeugdstorm in het Olympisch Stadion. In het eerste weekend van oktober 1941 keken Rijkscommissaris Seyss-Inquart, Gruppenführer Rauter en Cornelis van Geelkerken van de NSB naar Tinus Osendarp, de snelste blanke ter wereld, die na de oorlog wegens collaboratie werd veroordeeld. ‘De burgerbevolking toonde dat het een goed sportfeest op zijn juiste waarde wist te schatten,’ schreef de gelijkgeschakelde pers over de 35.000 toeschouwers.

Pas na Dolle Dinsdag op 5 september 1944 kwam de Nederlandse sport piepend tot stilstand. Alle atletiekwedstrijden werden afgelast – niet voor het volgende weekend maar voor de rest van het jaar. Door de Spoorwegstaking en de Hongerwinter lag het complete leven stil, zeker in Amsterdam. Toch had de Atletiekunie op 8 januari 1945 goed nieuws over Fanny Blankers-Koen en haar ploeggenotes: ‘Nederland heeft thans 6 van de 18 dames-wereldrecords in haar bezit.’

Vier maanden later volgde de Bevrijding, waarna een Italiaanse vluchteling alle verschrikkingen van de voorgaande jaren versteende in het beeld van Prometheus. Inmiddels is het verhuisd naar het stadionplein, waar elk jaar op 4 mei de Nationale Sportherdenking wordt gehouden om stil te staan bij de oorlogsslachtoffers uit de sportwereld.

De geest van deze afwezigen zal altijd tussen ons blijven.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.