Burgemeester Samkalden durfde in 1975 geen toestemming te geven voor de eerste editie van de Marathon van Amsterdam
Op zaterdag 3 mei 1975 was de eerste editie van de Marathon van Amsterdam, vlak na zware rellen in de Nieuwmarktbuurt. Burgemeester Samkalden aarzelde daarom of hij wel de vergunning wilde afgeven.
De politie schiet met traangaspatronen tijdens de rellen in de Nieuwmarktbuurt. Foto via het Stadsarchief Amsterdam
De TCS Amsterdam Marathon bestaat in 2025 precies vijftig jaar. Het initiatief hiervoor lag bij Ger van Nesse van AV’23, die in 1974 contact opnam met sportwethouder Harry Verheij om de mogelijkheden te inventariseren. Nadat Van Nesse in november 1974 tot clubvoorzitter werd verkozen begonnen de voorbereidingen, samen met de andere Amsterdamse atletiekverenigingen.
Die eerste marathon zou mooi aansluiten bij de viering van het 700-jarig bestaan van Amsterdam. Er moest dan wel worden doorgewerkt, want tussen november 1974 en 3 mei 1975 lag maar een half jaar. Met Jo Moerman, Jan de Vries en Herman Olij belegde Van Nesse een eerste bijeenkomst.
In het privéarchief van Van Nesse zitten notulen en vergaderstukken van de marathon van 1975. Hieruit blijkt dat die eerste editie bijna was afgelast wegens het uitblijven van de benodigde vergunningen. Tot twee weken vóór de marathon schoven de verantwoordelijke gemeentelijke instanties het besluit nog steeds voor zich uit.
Henk Kalf (links) en Jörgen Jensen (rechts) in 1975 in het Olympisch Stadion als de snelste Nederlander en de winnaar. Foto Nationaal Archief
Amsterdam brandt
Deze lakse reactie was het directe gevolg van de Nieuwmarktrellen van eind maart en begin april 1975 tegen de aanleg van een metrolijn. Amsterdam stond in die weken letterlijk in brand. De politie was uitgeput en burgemeester Samkalden had in de chaos niet meer het zelfvertrouwen om die knoop over de vergunningen door te hakken. Hij plaatste het heikele punt daarom op de collegevergadering van 18 april. Zo was tot vijftien dagen vóór de marathon onduidelijk of de benodigde papieren zouden worden afgegeven en of de lopers wel van start konden gaan.
Ondanks de enorme onzekerheid heeft de marathonorganisatie in al die tijd niets tegen de buitenwereld gezegd. Dat was heel lastig, want een dag vóór die allesbeslissende collegevergadering was de officiële persconferentie over het parcours en de deelnemers. Kon die wel doorgaan terwijl onduidelijk was of de marathon wel door zou gaan?
Zo ja: moesten de journalisten worden ingelicht over alle problemen? En de lopers, moesten die worden geïnformeerd dat ze misschien voor niets in training waren? Op 14 april besloot de marathonorganisatie er op te gokken dat alles door zou gaan en heeft nooit iets gezegd over de moeilijkheden met de gemeente – ook niet op de persconferentie. Het was blufpoker met een goede afloop.
Op 3 mei 1975 stonden er iets meer dan 300 mensen klaar voor de eerste stadsmarathon van Amsterdam. Het bleek het begin van een langdurige sportieve traditie, die inmiddels is uitgegroeid tot één van de grootste participatiesportevenementen van het land. Zo althans formuleerden de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Inholland en het sporteconomische adviesbureau Sport2B dat in een onderzoek.
Inmiddels zijn er zo’n 45.000 deelnemers – 150 keer zoveel als in 1975. De benodigde vergunningen waren ruim op tijd klaar.