De overeenkomsten tussen Emile Zatopek en Sifan Hassan
Emile Zatopek won op de Olympische Spelen van 1952 goud op de 5000 en 10.000 meter én de marathon. Sifan Hassan is de eerste atleet in 72 jaar die ook olympische medailles wint op die drie afstanden.
Emil Zátopek. Foto Historical Museum Czech Republic via Europeana
Atleet Emil Zátopek uit Tsjecho-Slowakije is een van de grootste legendes in de internationale sport. Op de Olympische Spelen van 1948 in Londen won hij de 10.000 meter. Vier jaar later was hij de eerste sporter aller tijden met een gouden olympische medaille op 5000 meter, 10.000 meter én de marathon.
Net als Hassan in Londen was deze marathon van 1952 zijn debuut op deze afstand. We volgen deze wedstrijd door de ogen van Klaas Peereboom, zoals hij die vastlegde in Olympisch Logboek 1952.
Marathon-meute
Het Olympisch Stadion lag, volledig bezet op deze Zondag, onder een blauwe lucht, toen er enige heroïek werd voorbereid. Een horde Marathon-lopers ging zich om vijf minuten voor half vier midden voor de Ere-tribune in de omgeving van de startstreep loslopen.
Emil Zatopek scheen reeds eerder van de Brit Jim Peters te hebben gehoord; zodra hij hem zag, liep hij met uitgestoken hand op hem af en begroette uiterst hartelijk de man, die al maandenlang als de winnaar van deze Olympische Marathon was beschreven. En daar ontspande de Olympische kampioen 1948, de Argentijnse brandweerman Cabrera, zich nog even voor het schot in een licht uitgevoerde draf van veertig meter, stak jolig de tong uit tegen vrienden op de open tribune en keerde weer terug.
Enige minuten later was deze drieste Marathon-meute, door een immens gejuich opgestuwd, via de Marathon-poort verdwenen, op weg naar pijn, ontreddering en het laaiende Stadion-applaus aan het eind van hun barre avontuur. De diepbruine Aslam uit Pakistan en de Brit Peters trokken als padvinders dertig meter voor de anderen uit. Zatopek vertrok als tiende, de blonde Nederlandse bakker Janus van de Zande bevond zich midden in dit veld op de veertigste plaats ongeveer.
De finish
Om dertien minuten voor zes vlamde op het scoringbord het bericht op, dat de eerste Marathon-loper zo dadelijk zou binnenkomen: Emil Zatopek. Het werd doodstil in het stadion, hetgeen de regisseur van dit acht dagen boeiende athletiek-festijn direct benutte door een ijl gespeelde Olympische hymne de lucht in te zenden. Een Olympische hymne, die zeventigduizend mensen net zolang beklemde, tot een met een merkwaardig lange pas voortgaande Emil Zatopek de Marathonpoort uit en de voor Zijne Majesteit volledig ontruimde sintelbaan op liep.
Omdat er na acht dagen Olympische athletiek in onze schrijfmachine geen enkele passende superlatief meer voorradig is, vermelden wij slechts, dat enige duizenden in delirium tremens schuil gaande lieden er in slaagden bekschuimend het wereldrecord „Za-tó-pék”, „Za-tó-pék”-brullen nu definitief te verbeteren. Acht-en-zestigduizend door deze kreet gebeten anderen volgden niet onverdienstelijk. En temidden van deze orkaan nauwelijks menselijke geluiden liep de Tsjech lachend naar de finish, wees na de streep met een korte hoofdknik een hem aangeboden deken af, en trok zijn reeds uit de broek hangende doorweekte rode shirt snel uit. Camera-men en fotografen hebben er daarna voor gezorgd, dat iedereen buiten het stadion het heeft kunnen zien: het door anderen in ootmoed naar Zatopek geheven nieuwe, droge, shirt; de voor zijn lippen gehouden appel, waar Zatopek onmiddellijk in beet.
Minuten na Zatopek is, daarna, als tweede de Argentijn Corno binnengekomen, die na een slordige 42 kilometer nog zo slim was, over de finishstreep lopend even één vinger omhoog te steken. Nog één ronde? Neen, ook voor Corno was deze Marathon nu werkelijk afgelopen. Hij omarmde Zatopek en hapte daarna — als troostprijs — vrolijk in diens aangebeten appel. Voor Janus van de Zande de vijftiende plaats, opvallend werk voor een amateur.
Emil Zatopek werd met deze triomf de eerste loper in de geschiedenis van de athletiek die in één week drie Olympische lange afstand-kampioenschappen op zijn in alle gehuchten ter wereld doorgedrongen naam bracht. Gebrek aan ervaring in deze 42.195 meter durende kwelling was voor hem geen bezwaar. Hij richtte zich in de eerste helft van de race naar het tempo der (weinige) voor hem lopende athleten, bleef altijd zo ver van de koploper verwijderd, dat hij deze in elke, door hem gekozen minuut kon overvallen, en besloot dit eerst vlak na het keerpunt te doen. Daarna heeft hij in het glooiende landschap, door gejuich van tienduizenden zijn beslissende voorsprong opgebouwd.