Het olympische protest van 1968
Tommie Smith weigerde in 1968 de gouden olympische medaille als die zou worden uitgereikt door IOC-voorzitter Avery Brundage.
Foto Angelo Cozzi via Wikicommons
De Amerikaanse atleten Tommie Smith en John Carlos werden wereldberoemd toen ze tijdens hun medailleceremonie op de Olympische Spelen van 1968 hun gebalde vuisten in de lucht staken. Het ging de geschiedenis in als een Black Power-groet, maar zelf noemde Smith het een stil gebaar – letterlijk a silent gesture. Het thuisland reageerde razend, maar later kreeg het duo eerherstel op het Witte Huis.
De foto van dit protest is een icoon van een tijdperk en één van de beroemdste die ooit op de Olympische Spelen is gemaakt. Na de 200 meter werden Smith, Carlos en Peter Norman gehuldigd, waarbij de eerste twee een gebalde vuist in de lucht staken, gestoken in een zwarte handschoen. Zwijgend bogen ze het hoofd, voor Smith een moment voor gebed, zo schreef hij in zijn autobiografie. De atleten hadden hun schoenen uitgetrokken en toonden hun zwarte sokken als symbool voor de armoede onder de zwarte inwoners van de Verenigde Staten.
Eigenlijk had Smith zijn gouden medaille moeten krijgen van Avery Brundage, de Amerikaanse IOC-voorzitter, maar dat had de kampioen geweigerd omdat hij de sportofficial beschouwde als een racist. Brundage was ziedend, maar desondanks werd zijn plek ingenomen door Lord Burghley, in 1928 zelf winnaar van olympisch goud.
De aanwezigheid van Norman
Helemaal links op de foto staat Peter Norman, de Australische winnaar van zilver. Van hem werd altijd gedacht dat hij daar maar een beetje stond te staan als een onnozele blanke, maar niets is minder waar.
Tijdens de ceremonie droeg Norman een button, net als Smith en Carlos, met de tekst Olympic project for human rights. Het was de naam van de organisatie van socioloog Harry Edwards waarbij Smith en Carlos waren aangesloten. Al vóór de Spelen van 1968 was deze club actief. “Het gaat hen er om de aandacht te vestigen op omstandigheden waaronder het negerproletariaat in de Verenigde Staten leeft”, zoals De Waarheid meldde. Deze button was de bindende factor van de zwarte Amerikaanse sporters, die in Mexico in actie kwamen. “Do you have one for me?” vroeg Norman vlak voor de ceremonie om zo zijn solidariteit te tonen.
De handschoenen waren in Mexico-City gekocht door de vrouw van Smith. Carlos was zijn paar vergeten, waarna Norman voorstelde dat Smith de rechterhandschoen nam en Carlos de linker. En zo is het ook gebeurd, zoals op de foto is te zien.
Norman was dus geen passieve olympiër, maar deed heel bewust mee aan het protest. Zelf dacht hij op dat moment aan de Aboriginals die in zijn eigen land slachtoffer waren van discriminatie.
Nóg drie gebalde vuisten
Brundage, en met hem de gehele Amerikaanse sport, reageerde genadeloos. Dat Smith de IOC-voorzitter ook nog eens publiekelijk voor een racist had uitgemaakt, maakte het ongetwijfeld een persoonlijke zaak. Smith en Carlos werden daarom gesommeerd het Olympisch Dorp te verlaten.
Dat leverde wel weer nieuw protest op bij de zwarte atleten. De 400 meter-lopers Lee Evans, Larry James en Ron Freeman staken evenals Smith en Carlos hun vuisten in de lucht tijdens hun ceremonie – compleet vergeten in onze tijd.
De verspringers Bob Beamon en Ralph Boston protesteerden ook publiekelijk. En uit het raam van de Amerikaanse ploeg hing een spandoek met de tekst ‘Weg met Brundage’.
Het hielp allemaal niet, want Smith en Carlos werden uitgespuugd door de Amerikaanse sportwereld. De vrouw van Smith pleegde daarom zelfs zelfmoord. Maar ook Australië was furieus. Norman kreeg een boete, en werd vanaf dat moment geboycot door zijn sportieve landgenoten.
Norman, Smith en Carlos bleven altijd bevriend met elkaar. Na de dood van Norman in 2006 droegen Smith en Carlos zijn kist, uit respect voor zijn actieve bijdrage aan hun protest. Het eerherstel maakte hij helaas niet meer mee. Anders had hij eregast moeten zijn, net als Smith en Carlos.