Honderd jaar internationale vrouwenatletiek in Nederland
Femke Bol heerst over de internationale atletiekbanen. Nota bene precies honderd jaar nadat in Rotterdam de eerste internationale atletiekwedstrijd voor vrouwen van ons land werd georganiseerd.
Op deze plek was in 1922 de eerste internationale vrouwenatletiekwedstrijd van ons land. Afbeelding via het Stadsarchief Rotterdam
De sportwereld is ontworpen voor mannen. Op de Olympische Spelen werden tot in de jaren twintig amper vrouwen toegelaten. Ook bij internationale atletiekwedstrijden waren ze niet welkom.
Ruim honderd jaar geleden kwam de Franse Alice Milliat hiertegen in opstand. Na de Eerste Wereldoorlog deed ze onder meer aan roeien, voetbal, basketbal en zwemmen – zéér revolutionair. Op 31 oktober 1921 richtte ze de Fédération Sportive Féminine Internationale op, de eerste internationale vrouwensportbond.
Het was een doorbaak, want deze nieuwe organisatie organiseerde vanaf 1922 zeer succesvol de Vrouwen Olympiade en de Vrouwen Wereld Spelen. Dat laatste evenement kende deze maand exact honderd jaar geleden zijn eerste editie in Parijs met 77 deelnemers uit vijf landen.
Nederland deed nog niet mee, want hier waren de sportbestuurders bijna nog conservatiever dan elders. Pas in 1930 gebeurde dat voor de eerste keer, onder meer met Tollien Schuurman.
Op die sportevenementen kwamen de beste vrouwelijke atleten bij elkaar, waardoor het IOC zo zenuwachtig dat het besloot om vanaf de Spelen van 1928 in Amsterdam vrouwen toe te laten op de atletiekonderdelen. Langzaam werd het exclusieve mannelijke bolwerk van de sport gesloopt.
Rotterdam
Zo kwam er ook in de Nederlandse atletiekwereld aandacht voor de internationale vrouwensport. De Rotterdamse club Pro Patria, het huidige PAC, had precies honderd jaar geleden de primeur om voor de eerste keer buitenlandse vrouwen toe te staan op haar wedstrijden. Het was ter ere van het nieuwe terrein aan de Vlaggemanskade, die toen officieel in gebruik werd genomen.
‘Aan de internationale atletiekwedstrijden, die Pro Patria 27 dezer ter gelegenheid van de opening van haar terrein aan de Vlaggemanskade te Rotterdam organiseert, zal o.a. de Duitsche damesestafetteploeg van de Berliner Turn Verein Jahn Neukolln (kampioen 1922) deelnemen,’ aldus het Rotterdamsch Nieuwsblad. ‘Voorts is Pro Patria voor de damesnummers nog in onderhandeling met de Crefeldsche Athletiek Verein. Der Comet.’ De Duitse kampioene Furchheim had zich ingeschreven, net als haar Nederlandse collega mej. Blankevoort. Er kwamen die dag ook mannen in actie.
Het was een belangrijke dag voor de Rotterdamse atletiekclub na een verblijf van zo’n 25 jaar op haar onderkomen op het Schuttersveld, ‘een berucht koolaschterein’ volgens De Maasbode. En dankzij de aanwezigheid van de Duitse vrouwen werd het ook een belangrijke dag voor de hele Nederlandse atletiekwereld. ‘De Duitsche dames moesten het tegen haar Hollandsche zusters afleggen,’ meldde het wedstrijdverslag, ‘behalve fraulein Furchheim, die zeer snel was en onze kampioene gemakkelijk overwon.’
Precies honderd jaar later heerst Femke Bol.
