AtletiekNieuw

Lien Gisolf en Tollien Schuurman waren de eerste Nederlandse atletes met een wereldrecord

Femke Bol heeft in Apeldoorn haar eigen wereldrecord op de 400 meter indoor verbeterd. Lien Gisolf en Tollien Schuurman gingen haar in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw al voor.

Vorig jaar liep Femke Bol in eigen land naar een wereldrecord op de 400 meter indoor. Dat deed ze in Omnisport in Apeldoorn in een tijd van 49,26. Zondagmiddag deed ze dat nog eens twee honderdsten sneller.

Lien Gisolf

Pas in 1928 mochten vrouwen voor de eerste keer meedoen aan de atletiekonderdelen van de Olympische Spelen. Dat was in Amsterdam, enkele tientallen kilometers van Den Haag, waar Lien Gisolf als jonge hoogspringster fabuleuze prestaties verrichtte.

Ze was zeventien jaar oud toen ze werd ontdekt tijdens een schoolsportdag in Voorburg. Met hoogspringen kwam ze dertig centimeter verder dan haar klasgenoten. Haar lerares mevrouw Pothast riep verrast: “Allemachtig Lien, wat spring jij hoog!”

Ze werd daarom lid van Hygiea uit Den Haag en sprong meteen naar een nationaal record. In april 1928 was haar beste sprong nog 1.45 meter – twaalf centimeter minder dan het officieuze wereldrecord. Op 4 juni schreef dagblad Het Vaderland over de atletiekwedstrijd Nederland – België: ‘Het glanspunt van den middag was het schitterende hoogspringen van Lien Gisolf die het zoowaar bestond het officieuse wereldrecord te verbeteren en te brengen op 1.582 m.’

Dat had zelfs nog beter kunnen zijn, maar Gisolf was zo compleet verrast door haar wereldprestatie dat zij het eerste halve uur daarna alleen nog maar kon juichen. Ze was vergeten dat ze nog enkele sprongen mocht maken, waarna ze niet meer in haar ritme kon komen.

Hoe dan ook: meer dan tien centimeter verbetering binnen drie maanden! En ze sprong haar wereldrecord bij haar twééde wedstrijd sinds die sportdag in Voorburg.

In die tijd waren alleen nog geen officiële wereldrecords voor alle atletiekonderdelen. In januari 1928 werden die er heel veel vastgelegd door de Internationale Federatie voor Vrouwensport op een vergadering in Amsterdam, maar niet voor het hoogspringen. ‘Erkenning als record van den sprong van 1.57 Meter van de Afrikaansche mejuffr. Clark kon niet geschieden, daar de Zuid-Afrikaansche bond niet tot den wereldbond is toegetreden.’

Op 3 augustus 1928 was de sprong van Gisolf in Brussel daarom de eerste, die met terugwerkende kracht wél werd erkend door deze organisatie. ‘Naar wij vernemen,’ schreven alle Nederlandse kranten, ‘is op het hedenochtend gehouden congres voor vrouwensport de hoogste sprong van mej. Lien Gisolf uit Den Haag, 1 meter 58.2, gemaakt te Brussel, als wereldrecord erkend.’

Zowel in 1929 als in 1932 verbrak Gisolf dat opnieuw, in beide gevallen in Nederland zelf. Op 18 augustus 1929 gebeurde dat in Maastricht; op 12 juni 1932 in Amsterdam. Kort daarna verruilde ze het hoogspringen voor hockey, omdat Gisolf vond dat ze altijd zo lang moest wachten voordat ze weer aan de beurt was voor de volgende sprong.

Tollien Schuurman

Kort daarna volgde de stormachtige opkomst van Tollien Schuurman, die in slechts vier wedstrijden zichzelf in de schijnwerpers van de internationale sport plaatste. Op 20 juli 1930 deed de atlete van gymnastiek- en sportvereniging UDI uit Drachten mee aan kampioenschappen in Joure, waar ze het nationaal record op de 100 meter verbrak in een tijd van 12,6 sec. Op 24 augustus was ze op de 80 meter in Rijswijk Nederlands snelste ooit.

Haar voorlopige hoogtepunt was weer een week later in Amsterdam met de evenaring van het wereldrecord op de 100 meter. Op verzoek van de organisatie deed ze voor de grap nog mee aan de 200 meter en verbeterde daar ook maar het Nederlands record.

‘Dit is nu de wedstrijdlijst van mej. Schuurmans,’ vatte Het Volk samen. ‘Vier wedstrijden in totaal, waarin drie nieuwe Nederl. records werden gemaakt en één wereldrecord werd geëvenaard.’ En dan was de krant nog vergeten dat Schuurmans in Amsterdam tijdens de series ook al het nationale record had verbeterd.

De pers in het westen van het land was zeer verrast, ook al was er nog wel kritiek. ‘Veel zeer veel mankeert er nog aan haar stijl, aan haar start,’ vond Rotterdamsch Nieuwsblad bijvoorbeeld, ‘zoodat wanneer zij deze onderdeelen van haar loopen verbetert, tot nog veel betere prestaties in staat is te achten.’

Dat vond Het Volk ook: ‘Noch bovenlichaam noch armen of hoofd brengt zij onder ’t loopen in de gewenschte positie. Zij loopt alleen met haar beenen en derhalve is het juist zoo wonderlijk, dat zij zulke buitengewone tijden maakt.’ Hoe dan ook: ‘Zij heeft niet teleurgesteld, integendeel, een ieder was verwonderd over de snelheid waarover de jonge Friezin beschikt.’

In 1932 liep ze als eerste vrouw ter wereld de 100 meter binnen twaalf 12 seconden. Dit wereldrecord heeft ze een jaar in handen gehad.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.