AtletiekNieuw

Twintig jaar na haar dood heeft Fanny Blankers-Koen nog steeds het baanrecord van de Kuip

Het is de twintigste sterfdag van Fanny Blankers-Koen. Ze is voor altijd houder van twee baanrecords in de Kuip, net als Foekje Dillema, Wim Slijkhuis en Tinus Osendarp.

Fanny Blankers-Koen in de Kuip. Foto’s via Nationaal Archief

Fanny Blankers-Koen werd wereldberoemd in de zomer van 1948 met vier gouden medailles op de Olympische Spelen in Londen. Haar huldiging in Amsterdam werd één van de grootste naoorlogse volksfeesten in deze stad.

Rotterdam kreeg op 11 september 1948 ook de kans op een Fanny-feestje, omdat ze meedeed aan wieler- en atletiekwedstrijden in de Kuip. Er zaten zo’n 25.000 toeschouwers, helaas net tijdens stevige regenbuien. Toch was Blankers-Koen tevreden met de atletiekbaan. “Ze zal nog veel beter worden, mits ze als een kind wordt verzorgd.”

Atletiekdagen

Alleen in de beginjaren werden er atletiekwedstrijden gehouden in het nieuwe stadion van Feyenoord, dat in 1937 was opgeleverd. Het idee was aanvankelijk om er veel meer te laten plaatsvinden, maar al snel bleek er weinig publieke belangstelling te zijn. De eerste Atletiekdag van 21 augustus 1938 trok nog bijna 12.000 toeschouwers, maar een jaar later waren dat er nog maar 906. Tijdens de oorlogsjaren was er daarom geen atletiek meer.

Tijdens die twee vooroorlogse atletiekdagen kwamen er alleen mannelijke sporters in actie. In 1938 was dat met een drielandenwedstrijd in tussen België, Duitsland en Nederland. De beste atleten van ons land waren daarbij, zoals Wil van Beveren (vader van Jan), Chris Berger (vader van Elles) en Tinus Osendarp, de latere collaborateur.

De tijden die Osendarp toen liep op de 100 en 200 meter zijn 85 jaar later nog steeds de snelste, die in de Kuip zijn gelopen, net als bij de 4×100 meter met de Nederlandse estafetteploeg. Dat komt niet alleen omdat hij zo snel was, maar vooral omdat er na de oorlog slechts twee grote atletiekwedstrijden in de Kuip zijn geweest.

De baanrecords

Op 11 september 1948 was dat dus onder meer met Blankers-Koen, die 11,9 liep op de 100 meter. Samen met de damesestafetteploeg 4×100 volgde nog een tijd van 48,2. Als vanzelfsprekend waren dat meteen baanrecords, omdat dit de eerste vrouwenatletiekwedstrijd in de Kuip was.

Op 24 juli 1949 was de interland Nederland – Italië het laatste atletiekevenement in het stadion van Feyenoord, waar Blankers-Koen haar tijd op de 100 meter aanscherpte tot 11,8 – een nieuw baanrecord. Op de 80 meter horden won ze in een tijd van 11,3 – ook een baanrecord.

Die dag was er nog een opvallende naam, die een baanrecord vestigde, die altijd zal blijven staan. De Friese atlete Foekje Dillema won de 200 meter in 24,8. Extra-historisch is dat zij toen in hetzelfde stadion was als Blankers-Koen, een jaar voordat Dillema werd geschorst omdat ze een man zou zijn.

Bij de mannen werd er na de oorlog nog maar één nieuw baanrecord genoteerd. Osendarp was er sowieso niet meer bij vanwege zijn veroordeling voor zijn oorlogsgedrag. Alleen Wim Slijkhuis slaagde er in 1949 in op de 3.000 meter, vooral omdat die afstand daarna eveneens nooit meer werd gelopen in de Kuip. Daarna verdween de atletiekbaan stilletjes uit de Kuip, zo merkte Het Vrije Volk op 23 juli 1964 op. ‘Helemaal vergeten. Hij zal waarschijnlijk ook wel nooit meer gebruikt worden.’

En dat klopt dus, zodat de Kuip nu een zeer illustere rij heeft van houders van baanrecords: twee keer Fanny Blankers-Koen, twee keer Tinus Osendarp, Wim Slijkhuis, Foekje Dillema, de Nederlandse damesestafetteploeg van 1948 en de Nederlandse herenestafetteploeg van 1936.

Met Foekje Dillema

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.