Elfverhalentocht: Carry Geijssen van de Kramatweg
Carry Geijssen won in 1968 als eerste Nederlandse langebaanschaatser een gouden olympische medaille. Ze woonde nog in haar ouderlijk huis in de Kramatweg in Amsterdam-Oost. In deze buurt werd haar kampioenschap groot werd gevierd, onder meer in wijkcentrum Kindervreugd. Deel vijf van de Elfverhalentocht door de Amsterdamse schaatsgeschiedenis.
De nog jonge Carry Geijssen had geluk dat ze rond 1960 begon met schaatsen. In 1961 werd de Jaap Edenbaan geopend, de eerste 400 meterkunstijsbaan van Nederland – vlak bij haar woonhuis. Haar tweede geluk was de Siberische winter van 1963 met overal schaatswedstrijden op natuurijs. De hele winter door reed ze wedstrijden als begin van haar loopbaan. Nog in datzelfde jaar zat ze in de kernploeg van de KNSB, samen met Schenk en Verkerk.
Olympisch goud
Op 11 februari 1968 won Geijssen olympisch goud op de duizend meter. Ze was daarmee de eerste Nederlandse langebaanschaatser die dit presteerde, vier jaar nadat kunstschaatser Sjoukje Dijkstra als eerste Nederlander ooit een olympische titel op de Winterspelen had gewonnen.
De zege van Geijssen zette Amsterdam op zijn kop. Burgemeester Samkalden ging meteen naar de Kramatweg om haar ouders te feliciteren. Geijssen: “Mijn moeder geeft hem een hand. En zegt: Komt u binnen, mijnheer Kalden. Tsja, hij was net burgemeester en ze kende hem nog niet. En haar eigen broer heette Sam en dus dacht ze dat de burgemeester Sam Kalden heette.”
Huldiging
Bij thuiskomst wachtte Geijssen een grote ontvangst vanaf station Muiderpoort. “Tot aan mijn huis iets verderop stonden zo’n 25.000 mensen. De buurt had geld ingezameld om me een auto te geven.” In bruikleen weliswaar, om haar status als amateursporter niet in gevaar te brengen.
Het feest verplaatste zich daarna naar wijkcentrum Kindervreugd, dat door de Koninklijke Marine was versierd. “U bent een stimulans voor sportminnend Nederland geworden,” zei de voorzitter van het huldigingscomité tot de kampioene. “Een voorbeeld voor onze gehele jeugd.”
Op het stadhuis kreeg Geijssen ’s avonds nog een huldiging. “Je bent vandaag een kind van Amsterdam,” aldus Samkalden, “dat met een gouden medaille, met een gouden rapport bent teruggekeerd. Je hebt Amsterdam ongelooflijk veel plezier gedaan.”
