‘De hand van Van Gaal’ wint Nico Scheepmaker voor beste sportboek van 2018

Voor de vijftiende editie van de Nico Scheepmaker Beker had de jury 49 inzendingen ontvangen uit Nederland en Vlaanderen, bij elkaar opgeteld bijna tienduizend pagina’s. Voetbal- en wielerboeken waren zoals ieder jaar ruim vertegenwoordigd: 23 over voetbal en twaalf over wielrennen. De jury is enthousiast over het grote aantal, aldus Melkert.

De (auto-)biografie blijft onverminderd populair: Willem van Hanegem, Dirk Kuyt, Ernst Happel, Wim Kieft, Martin Laamers, Kees Verkerk, Tim Visser, Ayrton Senna, Jack Middelburg, Hein Verbruggen, Lieuwe Westra en Bram Tankink worden geportretteerd.

“Sportboeken worden overwegend geschreven door mannen,” zei Melkert verder. “Gelukkig zitten de vrouwen niet stil, zij timmeren voortvarend aan de weg. De jury ontving zeven inzendingen van vrouwelijke auteurs, een duidelijke toename ten opzichte van voorafgaande jaren. We noemen: Natascha Kayser met Jumping Jack; Barbara Barend en Marlies Cleef met Dromen van Succes; Renata Rehor met Food2Run; Ann de Craemer, een van de auteurs van het Groot Vlaams Wielerwoordenboek; Bibian Mentel en Lutske Bonsma met Leef; Suse van Kleef met Tim Visser. De Flying Dutchman in Schotland; Wieke van Oordt met Vrouwen kunnen niet zeilen.”

Naast de genomineerden vestigde Melkert de aandacht op nog enkele inzendingen. “Tot de boeken die in het bijzonder opvielen behoorde de inzending van Onsterfelijk Torino, waarin een buitenlands sportonderwerp centraal staat en wordt uitgediept: de mythische vliegramp van 1949 met aan boord het team van AC Torino. Ook mag worden genoemd het kinderboek De jongen die met de dieren schaatste van Edward van de Vendel en schaatser Beorn Nijenhuis.”

Melkert, die dit jaar voor de laatste keer het voorzitterschap op zich nam, had nog een kritisch slotwoord over het niveau van het algehele aanbod. “Lang niet alle boeken zochten het in originaliteit of diepte. Auteurs misten kansen voor open doel en soms was het moeilijk de inspiratiebron te herkennen.

Wij roepen uitgevers op te blijven investeren in oorspronkelijkheid en onverwachte dwarsverbindingen en zo auteurs de kans te geven om in de geest van Nico Scheepmaker sportverhalen op te diepen geschreven vanuit een bijzondere invalshoek of geplaatst in een nog niet eerder gevonden perspectief. Onderwerpen over vrouwensport verdienen meer aandacht en een buitenlands sportonderwerp hoeft geen taboe te zijn. Want één ding staat vast, er is een markt voor kwalitatief goede sportboeken.”