De opkomst van de strafschoppenserie
Het Europees kampioenschap heeft de knock-out fase bereikt en dit betekent dat hoogstwaarschijnlijk enkele wedstrijden beslist worden na het nemen van strafschoppen. Hierbij een korte historische analyse van het ontstaan van de penaltyreeks. Van het opgooien van een muntje tot het uitsluiten van een loterij.
Door Gyuri Vergouw
Strafschoppenserie bij Sparta – Feyenoord in 1972. Foto Rob Mieremet via het Nationaal Archief
De kans om een kampioenstitel binnen te slepen, zonder minimaal één keer een serie penalty’s te moeten nemen lijkt inmiddels flink te zijn afgenomen. Zo werd het laatste wereldkampioenschap door Argentinië gewonnen na strafschoppen tegen Frankrijk, nadat het in een eerder stadium al van Oranje had gewonnen na een penaltyreeks in de kwartfinale. Het vorige Europees Kampioenschap (2020) werd ook al door strafschoppen beslist, waarbij de Italianen in de finale de Engelsen versloegen.
In Nederland én Engeland worden een strafschoppenseries afgedaan als ‘loterijen’, waarschijnlijk als balsem voor onze collectieve ziel. Beide landen zijn namelijk aantoonbaar slecht in het nemen van strafschoppen. Spelers van Oranje scoren maar 68% van de genomen strafschoppen tijdens deze series, de Engelsen scoren nog lager met 64%.
Duitsers doen het wel goed
Ter vergelijking: de Duitsers scoren 86%, de Tsjechen (alleen tijdens EK’s) zelfs 100% van de strafschoppen. Simpel gezegd: als er vijf strafschoppen genomen moeten worden, scoren de Duitsers en Tsjechen er vijf uit vijf penalty’s, maar in ieder geval vier uit vijf. Bij Engeland en Nederland moet je hópen op vier uit vijf gescoorde penalty’s, drie uit vijf is waarschijnlijker. U mag raden wie als winnaar uit de bus komt, en wie in de bus gaat..?
In mijn nieuwste boek Cracking the Penalty Code, Winning a Shootout in Football geef ik vele tips en tricks, wetenschappelijk én statistisch bewezen, die Oranje naar een veel hoger strafschopniveau kunnen tillen. Ik richt mij daarbij overigens niet alleen op Oranje maar ook op het Engelse team.
Loterijen? De penaltyreeks is juist ooit ingevoerd om willekeur zoveel mogelijk uit te sluiten. Om dat toe te lichten, neem ik u graag mee terug naar 1970. In dat jaar, introduceerden de FIFA en de UEFA de penaltyserie in het voetbal ter vervanging van… loterijen. Tot dan toe werden wedstrijden die eindigden in een gelijkspel na twee wedstrijden en verlenging (en soms een extra derde wedstrijd) beslist door het opgooien van een munt. De aanvoerders van de teams moesten kiezen tussen kop of munt, de scheidsrechter verrichtte dan de toss en het resultaat hiervan besliste wie de wedstrijd won.
Over de aartsvaders van deze aanpak doen verscheidene verhalen de ronde, feit is dat zélfs bij de FIFA de noodzaak van snelle verandering van de regels werd ingezien. Want er zijn dramatische voorbeelden van ‘loterijen’ die het aanzien van de sport schade toebrachten.
Een modder-loting
Neem de halve finale van het Europees Kampioenschap van 1968 tussen de Sovjet-Unie en Italië. De wedstrijd eindigde in een gelijkspel. Omdat er door het format van het kampioenschap geen mogelijkheid was een tweede match te spelen, moest een toss beslissen welk team naar de finale zou gaan. Aan het einde van de extra tijd gingen de spelers van beide teams naar hun respectievelijke kleedkamers en in de catacomben van het stadion kozen de twee aanvoerders, Giacinto Facchetti voor Italië en Albert Shesternyov voor de Sovjet-Unie, hun kant van de medaille. Italië was de gelukkigste.
Wensdenken
Ook Nederlandse clubteams ontkwamen in het verleden niet aan het lot van de loterij. Nederlandse teams scoren precies 50% in de échte loterijen, het munt opgooien, van vóór 1970. PSV Eindhoven verloor in het seizoen 1968-1969 van AS Roma en DWS Amsterdam won in het seizoen 1967-1968 op deze wijze van Chelsea. Het opgooien van een munt levert dus een positief verschil op voor Nederlandse fans vergeleken met het nemen strafschoppen. Een kans van 50% is tenslotte een stuk beter dan de kans van 30% á 35% die Oranje behaalt in strafschopreeksen.
Oranje verloor tijdens EK’s en WK’s zesmaal een strafschopreeks en won tweemaal. Tellen we ook de strafschopreeksen van Oranje tijdens de FIFA 75 jaar jubileumwedstrijd in 1979 (tegen Argentinië) en de wedstrijd in 2011 tegen Uruguay om de Copa Confraternidad mee, dan verliest Oranje acht van de tien penaltyreeksen, een verliespercentage van 80%.
Ter herinnering: Duitsland heeft een winstpercentage van 86% op EK’s en WK’s. Een penaltyserie een loterij noemen is dus slechts ons ‘wensdenken’! Om te laten zien dat Nederlandse spelers wel degelijk een goede penalty kunnen nemen, laat ik graag voor de verandering ook een briljante Nederlandse strafschop zien: Stijn Schaars tegen Uruguay in 2011, genomen met een bal van het merk….Penalty.
Toeval lijkt ook hier logisch.
Terug naar 1970
Een wedstrijd beslissen door een stro-rietje te trekken of een muntje op te gooien werd rond 1970 niet meer in overeenstemming geacht met de beginselen van sportiviteit. Er moest een andere oplossing gevonden worden. Een oplossing die sportiviteit beter weerspiegelde en was gebaseerd op de vaardigheden en techniek van de betrokken spelers en niet op uitputting (spelen totdat één team scoort) of geluk (een munt opgooien).
FIFA en UEFA besloten dan ook, op voorspraak van de spelregelorganisatie International Football Association Board, die in juni 1970 deze spelregel vaststelde, dat als een wedstrijd na verlenging zonder beslissing eindigde er een penaltyserie moest plaatsvinden met vijf spelers van elk team.
Als er na vijf pogingen nog steeds geen winnaar bekend kon worden gemaakt, namen beide teams afwisselend strafschoppen totdat er een winnaar was. Dit is de manier waarop schietpartijen nog steeds plaatsvinden. Aanpassingen als de ABBA-methode, dat het ogenschijnlijke voordeel van het beginnende team zou moeten compenseren, waren later een kort leven beschoren. Hoewel er vóór 1970 shoot-outs werden georganiseerd, zoals in de Verenigde Staten (met aanloop vanaf de middenstip) waar men dit kende vanuit het ijshockey, was dat niet vaak het geval in het profvoetbal.
Blijvertje
Sinds 1970 is de strafschoppenserie een integraal onderdeel van het internationale voetbal geworden. We danken er de Panenka aan, de iconische strafschop tijdens de finale van het EK 1976 tussen Tsjechoslowakije en West-Duitsland.
We danken er ook een nieuw nationaal trauma aan. Om de pijn te verzachten noemen we het collectief, als een vorm van groepsdenken, een loterij. Dat is onjuist. Het is een strijd tussen twee teams waarbij techniek, vaardigheden, strategie én stressbestendigheid een rol spelen. Op al deze elementen zijn trainingsmethoden en technieken beschikbaar die de score van een team positief beïnvloeden.
Heel wat eerlijker dus dan vroeger met het opgooien van een muntje.
Gyuri Vergouw publiceerde in 2000 zijn boek De Strafschop. Zijn nieuwe boek is ‘Cracking the Penalty Code’ (onder de naam George Vergouw), wereldwijd verkrijgbaar als Ebook en als paperback in Nederland en Vlaanderen.