Vraag het de redactie

Wanneer was de eerste voetbalwedstrijd op de Nederlandse radio?

Op 11 maart 1928 werd op de Nederlandse radio voor de eerste keer een rechtstreeks verslag uitgezonden van een internationale voetbalwedstrijd. Vanuit het Oude Stadion in Amsterdam woonde Han Hollander namens de AVRO Nederland – België bij.

Over de wedstrijd zelf gaan we het verder niet hebben, want na negentig tamme minuten eindigde de jaarlijkse Derby der Lage Landen in 1-1. De interland was overigens niet in het Olympisch Stadion, omdat dit nog werd gebouwd voor de Olympische Spelen enkele maanden later. Het Oude Stadion lag hier tegenover, aan de Amstelveenseweg. Een jaar later werd het afgebroken.

Het was verschrikkelijk die dag met veel sneeuw, die zich verspreide door de kamer van mevrouw van Veen, de echtgenote van de stadionopzichter van Het Oude Stadion. Om op het dak te komen, waar Hollander plaatsnam in zijn radiohokje, moest hij eerst door het huis van deze opzichter – tot frustratie van de vrouw des huizes.

Een boek

Het radioverslag van Hollander is vermoedelijk het enige dat in boekvorm is vastgelegd: Het krankzinnige kwartiertje van Nico Scheepmaker. Tenslotte was nooit eerder een complete wedstrijd uitgezonden in het voetbalgekke Nederland. Met dit verslag begon Hollander aan zijn loopbaan als populair sportverslaggever, dat in 1940 eindigde met de Duitse inval. Door zijn verslagen gingen meer mensen naar sportwedstrijden toe om eens met eigen ogen te gaan kijken.

Maar waarom eigenlijk juist Han Hollander en niet iemand anders? Zijn vrouw zei hierover in 1938: “Hij schreef veel over sport, verslagen voor dagbladen en sportperiodieken. Eens op een middag werd hem onverwacht de vraag gesteld of hij er iets voor voelde om voor de A.V.R.O. bij wijze van proef eens een voetbalwedstrijd te verslaan. Mijn man zei: ja, dat wil ik wel eens proberen, maar toen bleek, dat men het ook al aan anderen had gevraagd. Maar toen het op klappen kwam, bedankten die anderen voor de eer en toen deed mijn man het.”

Hierbij vergat ze te zeggen dat manlief in de aanloop naar die wedstrijd niet was te genieten. Hollander zei hierover: “Ik zal het nooit vergeten, die maanden die aan de eerste uitzending vooraf gingen. Die hebben behoord tot de ellendigste van m’n leven, en in die tijd heb ik zo menigmaal mezelf wel een klap in het gezicht kunnen geven vanwege het feit dat ik op de vraag of ik dat ik me daarmee wilde belasten JA heb gezegd.

De grootste moeilijkheden heb ik toen gehad, ik was geen mens meer voor m’n gezin. Ik grauwde en ik snauwde maar en ik sprong door alles uit mijn vel. Het is de ellendigste tijd van m’n leven geweest.” Aldus Hollander.

Goedenavond, dames en heren

Maar goed, op 11 maart 1928 was het eindelijk zo ver. Omdat het de eerste keer was, ging er natuurlijk wel wat mis. Dagblad Het Vaderland: ‘Jammer, dat de programma’s een onjuist aanvangsuur hadden genoemd voor de uitzending, waardoor menigeen instelde, toen de uitzending al aan de gang was.’ Verder was Hollander zo zenuwachtig dat hij zijn verslag begon met: “Goedenavond, dames en heren.” Het was toen een uur of twee in de middag.

Maar vanaf dat moment liep het gesmeerd. AVRO-directeur Willem Vogt, die Hollander de hele wedstrijd begeleidde, zei hierover: “Hij hield de sfeer erin. In saaie ogenblikken vertelde hij over de spelers en hun spelkarakteristiek; en als ’t ging spannen, stal hij het hart van onsportieve douairières [ofwel: een weduwe van iemand van adel, jRRT] met zijn eerlijke geestdrift.”.

Ook Het Vaderland was tevreden in zijn verslag: ‘We betrapten er ons zelf op, dat ons hart nu en dan sneller kloppen ging bij een worsteling voor een der doelen, een bewijs, dat de sportjournalist het spel goed volgde. Voor deze eerste poging verdienen de beide omroepers stellig een woord van hulde.’

Proefneming

Dit verslag was een zogenaamde proefneming en kwam met de grootste moeite tot stand. Persbureau Vaz Dias, de voorloper van het ANP, had van minister Van der Vegte van Verkeer en Waterstaat het alleenrecht op het gebruik van draadloos zenden via de radio. Hier werden in code de verslagen van voetbalwedstrijden verzonden, zodat alleen de betalende leden van het persbureau het allerlaatste voetbalnieuws ontvingen.

Toch lukte het de AVRO om de interland te mogen verslaan, wat uitliep op een gigantisch succes. Daarom kroop Hollander een maand later opnieuw in zijn hokje voor de interland tegen Denemarken. Iedereen verheugde zich daarna op de radioverslagen van de Olympische Spelen in Amsterdam – tevergeefs.

Het organiserende comité van die Spelen vreesde namelijk de radio, omdat daardoor de belangstellenden misschien thuis zouden blijven, in plaats van naar het stadion. De Duitse radio heeft maandenlang geprobeerd toestemming te verkrijgen voor uitzendingen: ‘Wil Holland zich die onvergelijkelijke kans tot propaganda laten glippen?’, vroegen de Duitsers zich af. Inderdaad: dat wilde Holland en gaf dus geen toestemming.

Han Hollander deed dus geen radioverslagen tijdens de Spelen van 1928 om te voorkomen dat de mensen thuis bleven. Het gevolg was juist dat de tribunes heel vaak leeg bleven met als dieptepunt de voetbalwedstrijd Portugal – Joegoslavië met 1.226 toeschouwers.

Het ongelijk van de organisatie werd later nog eens aangetoond. De eerste Zesdaagse in de Amsterdamse RAI begon moeizaam met weinig toeschouwers. Het evenement werd echter gered door de verslagen van Hollander. Het tijdschrift Sport in Beeld schreef hierover: ‘Tegen den avond loopt het gebouw weer tjokvol, honderden mensen kunnen niet worden toegelaten, zoodat er buiten het gebouw verschillende vechtpartijen plaats hebben.’

Hoe dan ook: in 1928 bleef het bij de twee interlands tegen België en Denemarken, die door Hollander werden verslagen op de radio. De Olympische Spelen, het grootste evenement dat ooit in Nederland was geweest, waren hier dus niet te volgen op de radio.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.