Zijn er gevallen van seksueel misbruik op olympisch niveau?
De Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport heeft haar rapport gepresenteerd. Dit onderzoek richt zich op de Nederlandse sport na een golf van meldingen van seksueel misbruik in binnen- en buitenland.
I would believe anything.
Hoe moeilijk dit onderwerp is, blijkt uit een verhaal over extreem seksueel geweld in aanloop naar de Olympische Spelen van 1968 in Mexico-City. De turnsters van de Sovjet-Unie wonnen dat jaar goud bij de ploegencompetitie.
Enkele jaren na de val van de Muur, in 1991, kwamen de eerste geruchten in omloop dat deze turnsters door de medische staf onder druk waren gezet om vlak voor de Spelen zwanger te worden. Sovjet-doktoren zouden hebben ontdekt dat er dan extra rode bloedcellen worden aangemaakt – goed voor de longcapaciteit en spierkracht van de turnsters. Zwangere vrouwen produceren verder het hormoon progesteron en dat leidt weer tot soepelere spieren en gewrichten.
Een verschrikkelijk verhaal, die goed paste in de aanhoudende onthullingen toentertijd over de staatsdoping in de DDR. De archieven achter het IJzeren Gordijn gingen open, dus waarom zou het verhaal van deze pregnancy doping dan niet ook op waarheid berusten? Zoals een BBC-commentator zei: “I would believe anything.”
Nepnieuws
In 1994 verscheen Olga Karasjova zelfs op de Duitse televisie om persoonlijk dit verhaal te bevestigen, als lid van die bewuste turnploeg. Zij was daarmee de eerste betrokken sporter, die hierover in het openbaar sprak. In de jaren erna werd dit bericht steeds verder verspreid in met name de westerse media.
In 2001 echter werd duidelijk dat de Duitse tv helemaal niet had gesproken met Karasjova, maar met iemand die zich had voorgedaan als de turnkampioene. Karasjova ontkende stellig met de programmamakers te hebben gesproken.
We hebben dus te maken met nepnieuws – in ieder geval totdat iemand kan bewijzen dat dit extreme seksuele geweld zich wél heeft afgespeeld. Het laat zien dat dit onderwerp met de grootste omzichtigheid door een onderzoekscommissie moet worden behandeld. Ze moet open en onbevooroordeeld zijn, maar ook waken voor overhaaste conclusies.
Met andere woorden: zeg nooit I would believe anything.