Zwemmend redden is sinds 1917 een serieuze sport
De Nederlandse Reddingsbrigade is opgericht in 1917. In dat jaar ontwikkelde reddingszwemmen zich tot een serieuze sport, in dit geval als zwemmend redden – internationaal bekend als lifesaving.
De Nederlandse Reddingsbrigade is opgericht in 1917. In dat jaar ontwikkelde reddingszwemmen zich tot een serieuze sport, in dit geval als zwemmend redden. Het was een idee van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen, die het 150-jarige bestaan wilde vieren. Deze maatschappij bestaat nog steeds en werkt samen met de Reddingsbrigade.
Op 7 april 1917 plaatste deze organisatie een advertentie in de Nederlandse kranten om mee te doen: ‘Vereenigingen of Zwemclubs (wier Leden zich onder deskundige leiding in deze richting hebben geoefend) die aan dezen wedstrijd wenschen deel te nemen worden uitgenoodigd zich vóór 8 Mei a.s. op te geven.’
De wedstrijd zwemmend redden van drenkelingen ‘en het opwekken der levensgeesten bij schijndooden’ ging door op 3 oktober in het Zuiderbad. Er waren deelnemers uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Den Bosch, Haarlem en Breda – een mix van zwemclubs en reddingsbrigades. Prins Hendrik loofde een zilveren legpenning uit voor de groep ‘die het best de levensgeesten-opwekking demonstreerde’. Deze speciale prijs werd gewonnen door de Amsterdamse EHBO; de beste van het eindklassement bleek de Amsterdamse Reddingsbrigade.
Het Y
De echte primeur van een wedstrijd in zwemmend redden vond plaats op 9 september 1917, tijdens een nationaal zwemfeest ter ere van het 25-jarige bestaan van de Amsterdamse zwemvereniging Het Y. De deelnemers moesten over een afstand van 240 meter zwemmen, waarvan 40 meter met drenkeling. Meer dan 3000 toeschouwers propten zich op de tribunes en alle andere beschikbare ruimtes, waaronder hoogwaardigheidsbekleders als de commandant van de Marinewerf en de havenmeester. ‘Zelfs op het dak van het restaurant en op de daken van de kleedkamertjes zaten of stonden toeschouwers,’ aldus De Telegraaf. ‘De clou van den dag, het nummer reddingszwemmen, werd een succes.’ C. Zegger van De Jonge Kampioen eindigde als de snelste man en L. v.d. Ven van de Amsterdamsche Dameszwemclub bleek de snelste vrouw.
Volgens De Nieuwe Rotterdamsche Courant bleek het reddingszwemmen een waardevol nieuw zwemonderdeel: ‘Dit reddingszwemmen, belooft een waardig plaatsvervanger te worden van het nummer hinderniszwemmen, dat in de laatste jaren bij de ernstige sportlui door onoordeelkundige samenstelling een beetje in diskrediet is geraakt. De eischen voor dit soort van zwemmen zijn zeer zwaar en zij vorderen alles van de snelheid, de handigheid, de kracht en ook vooral van de intelligentie van den zwemmer.’
Honderd jaar later heeft deze sport zich ontwikkeld tot lifesaving, een internationale sport die bestaat uit wedstrijdonderdelen in het zwembad, op het strand en in de zee.
