Aankomstrechter Cazalis besliste Parijs – Roubaix 1936
De Fransman Georges Speicher werd de gelukkige winnaar van Parijs – Roubaix 1936. De Parijzenaar met de Duitse achternaam profiteerde van een opmerkelijke beslissing van de Franse aankomstrechter, ene Lucien Cazalis, die de rol van scheidsrechter Hansson speelde.
Op 12 april 1936 draaiden drie koplopers na 262 kilometer het Hippodrome des Flandres op, een bekende paardenrenbaan vlakbij Roubaix waar toen de finish lag. De jonge Belg Romain Maes (in 1935 de verrassende Tourwinnaar), de Franse vedette Georges Speicher (in 1933 ook al Tourwinnaar én wereldkampioen op de weg) en de Belgische klassiekerspecialist Gaston Rebry. Deze laatste zou in de in de sprint geen rol van betekenis spelen. Alle drie reden ze voor de ijzersterke ploeg van rijwielmerk Alcyon.
In ‘De pioniers van de wielersport’, een boek van Ron Couwenhoven over de eerste Nederlandse Tourrenners van 1936, wordt ook de editie van Parijs – Roubaix van datzelfde jaar uitgebreid besproken. * Couwenhoven: “De spurt werd een thriller. Maes kwam duidelijk als eerste over de finish, maar aankomstrechter Lucien Cazalis annonceerde zijn landgenoot tot woede van de duizenden Belgische toeschouwers als winnaar … de Vlaamse kranten schreeuwden moord en brand over het onrecht dat de winnaar was aangedaan. Met breed uitgemeten foto’s toonden ze hun gelijk aan.”
Postuum eerherstel
In het boek is een foto afgedrukt waarop duidelijk te zien is dat Romain Maes, een gevoelige jongen van armoedige komaf, als eerste over de meet moet zijn gekomen. We zien ook hoe de ‘jumpende’ Speicher verschrikt naar opzij kijkt. Naar de verbeten doorspurtende Maes die rechts van hem, met de handen nog onderin de beugel, zojuist als eerste over de finishlijn is gereden.
Couwenhoven merkt op dat aankomstrechter Cazalis een medewerker was van Henri Desgrange, die met zijn sportkrant L’Auto de koers organiseerde. En dat deze krant publicitair alle belang had bij een Franse winnaar, omdat er al sinds 1928 geen Fransman meer had gewonnen. Tussen 1929 en 1935 won er trouwens telkens een Belg. Heel erg internationaal georiënteerd was het wielrennen in die dagen nog niet.
De beslissing om Speicher tot winnaar uit te roepen werd nooit teruggedraaid. Ruim 25 jaar na zijn overlijden in 1983 staat Romain Maes nog altijd als tweede in de boeken. Hoog tijd dus voor postuum eerherstel!
Een verhaal met een staartje
Maar daarmee is nog niet het hele verhaal verteld. Het krijgt nog een staartje. Couwenhoven heeft zijn huiswerk goed gedaan en heeft ook een passage opgenomen uit ‘Het rijke Vlaamsche wielerleven’ van Karel van Wijnendaele. Daarin wordt beweerd – behalve dat Maes in de sprint nog werd gehinderd werd door Speicher – dat er een akkoord bestond tussen de ploegmaten Speicher en Maes dat de Fransman zou mogen winnen. En dat de Belg na afloop door zijn werkgever Alcyon ruim werd vergoed voor de ‘geleden schade’. Andere bronnen melden trouwens dat Maes, die na 1936 overigens weinig meer zou presteren, deze lezing altijd is blijven ontkennen.
Het laatste woord over de kwestie is aan de Franse journalist Raymond Huttier. Die schreef in 1936:
“Het wordt hoog tijd dat er andere methodes worden gebruikt om de uitslag vast te stellen dan uitsluitend het oordeel van een aankomstrechter. Het verschil in Roubaix was minder dan een banddikte, en juist op het Hippodrome beschikt men over apparatuur om de finish van de paarden fotografisch op de eindstreep vast te leggen. Dat is een methode die ook in het wielrennen moet worden toegepast.”
* De enige Nederlander die in 1936 Parijs – Roubaix uitreed was Albert van Schendel op de negenentwintigste plaats, op bijna dertien minuten van de winnaar. Van de veertig finishers kwamen er maar liefst zesendertig uit België of Frankrijk.