Ab Geldermans reed als een trein tijdens Luik-Bastenaken-Luik
Ab Geldermans is overleden. Hij won in 1960 als eerste Nederlander de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik.
Ab Geldermans in 1957. Fotograaf: J.D. Noske. Anefo Nationaal Archief, CC0.
Eind jaren vijftig maakte Geldermans de overstap naar de wielerprofs, bij een Franse ploeg. Later zei hij hierover in de Volkskrant: ‘Ik was een aardige amateur, al zeg ik het zelf, en dat was ze niet ontgaan in Frankrijk. Ik moest naar Clermont-Ferrand komen, dan konden ze zien wat ik waard was. Daar ging ik met m’n zadel en m’n schoentjes’.
Op het Gare du Nord in Parijs werd hij opgewacht door iemand van de ploeg van Raphaël Géminiani. ‘Ik met hem naar het Gare du Sud en vandaar gingen we naar Clermont-Ferrand om met Roger Rivière een wedstrijd te rijden.’ ‘Na 120 kilometer in mijn wiel roept hij: Allez Albert, roulez. Nou, dat was duidelijke taal. Ik trek de derny open en we komen met twee minuten voorsprong aan bij de finish. Hij geeft me een schouderklopje en ik wist het meteen: m’n kostje was gekocht. Vijftig gulden in de week. Dat was een bedrag, hoor, in die tijd.’
Na de overwinning ging zijn gage van 50 naar 75 gulden per week
Topvorm
Een paar jaar later moest hij voor het eerst aan de bak van La Doyenne. Hij was in topvorm, want hij had zojuist als eerste Nederlander de Ronde van Duitsland gewonnen. Van Luik-Bastenaken-Luik wist hij echter helemaal niets. Hij kende het parkoers helemaal niet en had geen idee hoe zijn krachten in te delen. In het begin van de koers zag het er dan ook niet naar uit dat hij zou winnen, zo zei hij enkele jaren geleden tegen NH Nieuws.
‘Bij de start riep een Belg, Ivo Molenaers, luid zodat iedereen het kon horen, dat iedereen vandaag voor de tweede plek reed, omdat de winnaar de renner was die naast hem stond. En dat was ik. Misschien heb ik me daardoor een beetje in slaap laten sussen, want aanvankelijk hing ik achterin het peloton.’ Dit tot woede van zijn ploegleider Géminiani. De Fransman vroeg wat Geldermans in godsnaam achterin het peloton deed. Hij moest naar voren, en liefst zo snel mogelijk.
Kopgroep
Geldermans gehoorzaamde. Hij wrong zich door het peloton naar voren, maar hij was er nog lang niet. Er was namelijk ook een groep weg met onder andere Rik van Looy. Geldermans overbrugde de kloof naar de vluchters in no time. Géminiani wist niet wat hij zag toen hij bij de bevoorrading was gestopt en de Nederlander op kop zag rijden van de kopgroep.
Die groep dunde onder het stevige tempo van Geldermans vervolgens flink uit. Veertig kilometer voor de streep reed hij alleen vooruit, vanuit de auto luid aangemoedigd door Géminiani. Op weg naar de zege? Het was een dag waarop hij vleugels had. Zo’n dag die een renner maar een paar keer in zijn carrière heeft.
Gesloten spoorwegovergang
Zelfs een gesloten spoorwegovergang kon Geldermans niet verontrusten, zo stond in De Waarheid in die tijd: ‘Maar toch waren bijna alle inspanningen tevergeefs, want in Theux stuitte Geldermans op een gesloten spoorwegovergang.’ Geldermans werd bijkans gillend gek van frustratie. Maar er kwam al snel een einde aan zijn lijden. De wedstrijdleiding was attent en neutraliseerde de koers. Geldermans behield zijn voorsprong.
Geldermans finishte uiteindelijk zelfs met een voorsprong van ruim twee minuten op zijn Franse achtervolger Pierre Everaert. Iedereen blij, ook de ploegleiding van Geldermans. Na de overwinning ging zijn gage van 50 naar 75 gulden per week. Hij kon zijn geluk niet op.
Succesvol ploegleider
Geldermans maakte hierna vooral naam als meesterknecht van de Fransman Jacques Anquetil, die vijfmaal de Ronde van Frankrijk won. In 1962 werd Geldermans vijfde in de Tour en droeg hij heel even de gele trui.
Ook opmerkelijk: hij was eenmaal kort ploegleider, in 1968, maar zette wel direct een prestatie van wereldformaat neer. Onder zijn leiding won Jan Janssen dat jaar namelijk als eerste Nederlander de La Grande Boucle.