Al in 1853 reisden Rotterdammers hun favoriete sportclub achterna
Duizenden Feyenoord-supporters zijn naar Lissabon gereisd. Meer dan anderhalve eeuw geleden bracht de s.s. Antwerpen de supporters van de Rotterdamse roeivereniging De Maas heen en terug naar Antwerpen.
Het gebouw van de Koninklijke Roei- en Zeilvereninging De Maas, via het Stadsarchief Rotterdam
Door Wim Zonneveld
De Maas wordt in februari 1851 opgericht, zegt het Jubileumboek van 2001, vanuit een behoefte bij de plaatselijke roeiers aan wedstrijdsport in verenigingsverband. Prominent lid, zelfs president, is de dan dertigjarige prins Hendrik, beschermheer van de sinds 1846 ook in Rotterdam gevestigde Koninklijke Nederlandsche Yachtclub, die bovenal ‘nuttige doelen’ nastreeft ter ondersteuning van de marine en de koopvaardij.
De vierriemsgiek, een boordroeiboot met één riem per roeier, is het vlaggenschip van elke vereniging, het hoofdnummer in wedstrijden. De Maas doet vanaf het oprichtingsjaar meteen goed mee. In juli 1851 wint de vierriemsgiek De Rotte de jaarlijkse wedstrijd van de Rotterdamse Yachtcub, onder het toeziend oog van Koning Willem III en de prinsen Frederik en Hendrik.
In augustus trekt men over de grens, naar Antwerpen, waar in het kader van de grote jaarlijkse Gemeentefeesten zowel een kermis, een zangconcours en een boogschutterstoernooi, als roei- en zeilwedstrijden worden gehouden, georganiseerd door de Royal Yacht Club Belge. De stad is versierd en er wordt voor de roeiers uitbundig gevlagd.
Op de Schelde gaat het echter mis. Een ‘ontelbare menigte’, zeggen de kranten, ziet hoe drie Nederlandse ploegen worden gediskwalificeerd ‘wegens overtreding van de gestelde bepalingen’ – het zal onervarenheid geweest zijn. Daarbij De Rotte van De Maas en de giek van het Amsterdamse De Hoop, van eigenaar van Gustav Sillem, sportieve telg uit de grote handels- en bankiersfamilie.
Buitenlandse succes
In mei en juli 1852 wint De Rotte bij de Rotterdamse Yachtclub in Dordrecht en in eigen huis op De Maas. Opnieuw wordt deelgenomen in Antwerpen, waar de Gemeentefeesten dit jaar, schrijven de kranten, een ‘Venetiaansch’ thema hebben ‘dat in pracht en luister de stoutste verwachtingen overtreft’. De Amsterdamse giek van Sillem wordt in het hoofdnummer tweede achter die van George Collings, voorzitter van de lokale Yachtclub.
Er zijn Rotterdamse succesjes, zij het enigszins onduidelijk. ‘De voor buitenlandsche gieken uitgeloofde prijzen zouden gewonnen zijn door de Rotterdamsche gieken Prinses Amalia, Rotte en Rotterdam,’ zo schrijft de Rotterdamsche Courant van 28 augustus 1852.
Dan wordt 1853 een prachtig jaar voor De Maas. Vooral omdat de club nu beschikt over de snelle giek De Oranjeboom, die P.H. Tromp, vice-voorzitter van de Yachtclub, speciaal heeft laten bouwen.
In juni wint de boot op de Zaan-regatta, en in juli en augustus verslaat hij de Remex en de Kroonprins van de grote concurrent De Hoop, eerst thuis op de Maas en dan uit op het IJ. Zoiets als Feyenoord-Ajax, met Rotterdamse overwinningen thuis en uit.
Antwerpen september 1853
De reis naar de Scheldestad wordt dit jaar met optimisme tegemoet gezien. De stoomboot Antwerpen van de Nederlandsche Stoomboot Mij., die een dienst onderhoudt tussen de twee havensteden, wordt zelfs voor een paar dagen wordt afgehuurd, met steun van rijke verengingslieden en prins Hendrik.
De verwachtingen worden niet beschaamd. In de vierriemsgieken-race op 5 september blijkt de Oranjeboom ook internationaal snel en de Rotterdamsche Courant schrijft daarom op 8 september 1853: ‘Heden middag ten ruim twaalf ure retourneerde alhier van den eergisteren te Antwerpen gehouden wedstrijd de stoomboot Antwerpen, aan boord waarvan zich commissien uit den Raad der Koninklijke Nederlandsche Yachtclub en van het bestuur der roei- en zeilvereeniging de Maas, benevens eenige leden dier beide vereenigingen, bevonden; de boot, welke fraai met vlaggen versierd was, salueerde bij de aankomst de stad.
Behalve den in ons nu mmer van heden reeds vermelden 1sten prijs voor vier riems gieken, geroeid door heeren leden der roei- en zeilvereeniging de Maas, is ook met hetzelfde vaartuig de Oranjeboom, geroeid door matrozen, den derden prijs gewonnen.’
En ook nog eens: ‘De prijs voor eenmans wherrys is behaald door de wherry genaamd Admiraal de Ruyter, geroeid door en toebehoorende aan den heer P. Struijk, mede lid der meergemelde roei- en zeilvereeniging.’
De roeiers die voor zoveel vreugde aan de Maas zorgen, zijn G. van Houten, de Engelsman Alex Turing, C.G. van Houten en nog eens P. Struijk, met W. van Houten als stuurman. De eerste Rotterdamse internationale sporthelden. Ze brengen een verguld beeldje mee naar huis, voorstellende ‘De Schelde’, op een witmarmeren voetstuk, dat gaat staan pronken in de sociëteit.
In 1854 komen de Antwerpenaren per feestelijke stoomboot naar Rotterdam voor de jaarlijkse regatta van de Yachtclub, maar de zo succesvolle plaatselijke vierriemsgiek is dan al door vertrek van een aantal leden uit elkaar gevallen. Nu is De Hoop ‘uit’ de sterkste en de Amsterdammers behalen op hun beurt een aantal jaren zowel nationaal als in Antwerpen mooie overwinningen. Maar die bootreis pakken ze De Maas toch niet meer af.