Antoon Abspoel was de eerste sportjournalist van Nederland
Op 1 augustus 1856 was de geboorte van Antoon Abspoel, een veel terugkerende naam in de beginjaren van de Nederlandse sport. Hij ging dagelijks om met mensen, die in die tijd een belangrijke rol speelden. Zelf was hij ook van grote waarde.
De vaste maat van Abspoel was C.A. Dudok de Wit, alias De Sportminister, maar daar bleef het niet bij. In hetzelfde netwerk zaten ook mensen als Kick Schröder (de latere Telegraaf-hoofdredacteur), baron Van Brienen van de Groote Lindt (eigenaar van Landgoed Clingendaal), Jaap Eden (Nederlandse eerste internationale sportheld), Klaas Pander (de coach van Eden), Edo Bergsma (oprichter van de ANWB), Pim Mulier (pionier in alles), Rudolf Meurer (roeicoach) en baron Van Tuyll van Serooskerken (oprichter van het NOC).
Abspoel werd op 1 augustus 1856 in Utrecht geboren in een bijzonder sportieve familie. Vader Abraham verdiende zijn geld als gymnastiekmeester, schermleraar en met een eigen zwemschool. In 1863 werd hij directeur van Tivoli, dat onder zijn leiding uitgroeide tot een belangrijk evenementengebouw in Utrecht.
Hij bezat den tors van ’n klassieken worstelaar; de spierbobbels van krachtpatser; de psysieke kern van een Hercules!
In 1883 dook de naam van Toon voor de eerste keer op als deelnemer aan sportwedstrijden – samen met zijn oudere broer Willem namens gymnastiekvereniging Bato uit Utrecht.
Het exacte jaar is niet helemaal bekend maar ergens eind negentiende eeuw ging Abspoel als sportjournalist schrijven De Telegraaf, waarna hij in 1899 overstapte naar Het Algemeen Handelsblad. Daar bleef hij tot 1904.
Abspoel was daarmee de eerste die bij een Nederlands dagblad werd aangenomen als sportredacteur. Deze baan had hij ongetwijfeld te danken aan zijn status in de toenmalige sportwereld én zijn contacten met mensen als Kick Schröder en Jan Feith die al bij een krant werkten.
Dankzij Jan Feith weten we trouwens nog iets over het karakter van Abspoel, de ‘goedaardigen reus’. In 1932 keek Feith terug op de jaren van Abspoel bij Het Algemeen Handelsblad: ‘Wij wisten van hem als collega’s slechts hoe Toon een uiterst goedhartig, bijzonder zachtaardig mensch was. Wij hielden allen van dezen sport-collega.’
Abspoel was een krachtmens: ‘Hij bezat den tors van ’n klassieken worstelaar; de spierbobbels van krachtpatser; de psysieke kern van een Hercules!’ Het voordeel was dat de Academie voor Beeldende Kunsten hem als model inhuurde; het nadeel dat hij altijd ruzie had met zijn knoopjes ‘omdat z’n overtollige biceps hem daarbij in den weg zaten’.
Op 8 oktober 1925 stierf Abspoel in Soest, zijn toenmalige woonplaats. Hij liet zijn vrouw Johanna de Kok achter, kinderloos.
