De roeitraditie van De Gouden Riem begon in 1892 bij Janus Ooms
Eén van de oudste sporttradities van ons land is de Gouden Riem. Deze trofee bestaat sinds 1892 en is daarmee ouder dan de Olympische Spelen (1896), de Tour de France (1903) of de Elfstedentocht (1909). Komt er na zondag een nieuwe drager, misschien zelfs twéé?
Janus Ooms in 1892, het begin van de traditie. Ingekleurde foto
De Gouden Riem is al 130 jaar oud en kan niet worden gewonnen. De drager zelf bepaalt of er in Nederland een skiffeur is die deze trofee verdient vanwege zeer bijzondere prestaties. Het achterliggende verhaal is prachtig.
Henley Regatta
De Amsterdamse roeier en skiffeur Janus Ooms reisde in de zomer van 1892 naar Engeland om er als Nederlands én Frans kampioen deel te nemen aan de Henley Regatta, de uiterst prestigieuze roeiwedstrijden op de Theems met een begin in 1844. Hij werd begeleid door Rudolf Meurer, zijn trainer van 26 jaar oud. Verder was er een aantal Nederlandse supporters aanwezig, die er vast niet op hadden gerekend dat de Henley aan de vooravond van een sportieve revolutie stond.
‘Sedert de instelling in 1844,’ schreef De Tijd in 1892 hierover, ‘werd het nog nimmer door een vreemdeling gewonnen.’ Het Britse idee over Nederland was dat het nog volkomen achterlijk was op het gebied van de moderne sport. Er werd geen rekening mee gehouden dat Ooms een goede prestatie zou leveren.
Alleen al het feit dat hij zich inschreef voor deze roeiwedstrijd was opzienbarend. De Telegraaf kwam hier op 7 november 1928 op terug, vanwege de dood van Ooms een dag eerder: ‘Men achtte het, zoowel hier in Holland als in Engeland als een groote vermetelheid, dat onze landgenoot inschreef voor dezen wedstrijd, die beschouwd werd als een race om het wereldkampioenschap. Ooms zelf gevoelde zich voor Henley niet sterk genoeg, maar dr. Meurer die hem destijds trainde, drong er op aan dat Ooms zou inschrijven en wel op grond van de tijden, die hij hier maakte.’
Ooms kreeg in de eerste wedstrijd de winnaar van 1891 als tegenstander, Vivian Nickalls. In een terugblik besprak de Amsterdamse roeier vooral het minzame lachje waarmee hij werd ontvangen: “Het was den 5en Juli dat ik bij loting kwam te staan tegenover den beroemden Nickalls, iemand die nog nooit geslagen was, ’n atleet, die een hoofd grooter was dan ik zelf en getraind door twee professionals van naam. Toen ik hem in de tent, bij de start gelegen, ontmoette, kwam hij mij lachend tegemoet, met het bewustzijn van een zekere meerderheid en ik gevoelde mij inderdaad gedurende eenige oogenblikken de mindere.”
Marit van Eupen toont in 2014 de Gouden Riem
Een wilskracht, zoo groot
Ooms’ trainer had vooraf echter duidelijke instructies gegeven. “Als Ooms eenmaal met Nickalls gelijk ligt, is hij niet meer te slaan.” Die strategie werkte, bleek snel daarna. “De eerste 200 M. gelijk op,” aldus Ooms, “toen liep Nickalls, die buiten den wind kwam, iets voor en een onhandig kijken naar mijn tegenstander kostte mij een halve bootlengte. Toen hoorde ik de stem van Meurer, die riep: Kijk in je boot en zet je rug eraan! Toen kwam er een wilskracht in me, zoo groot, dat ik na een twintigtal slagen een halve boot voorlag en den voorsprong langzamerhand vergrootte. Ik was uitstekend in vorm en niettegenstaande men vanaf de oevers met bellen, ratels en geschreeuw Nickalls aanvuurde, voelde ik, dat ik de race in handen had.”
Ook de volgende wedstrijden won Ooms, waarmee voor de eerste keer de Diamond Sculls in handen kwam van een roeier van buiten Groot-Brittannië. Het kwam hard aan bij de organisatoren, en er waren zelfs Britse kranten die de zege van Ooms vergeleken met de zeegevechten in de zeventiende en achttiende eeuw tijdens de vier Engels-Nederlandse oorlogen.
‘De Londensche sportbladen zijn één en al verwondering over en ook bewondering den „bruin getinten Dutchman”, schreef De Tijd. ‘Engeland mag zich thans overtuigd houden, dat de Dutch nog iets anders kunnen dan kaas eten, jenever drinken en pijpjes rooken.’
Een grootsche hulde-betooging
De terugkeer naar Amsterdam van Ooms was enorm. ´Een zegetocht, zooals nog nooit een Hollandsch roeier te beurt viel,´ vatte Het Nieuws van den Dag de gebeurtenissen samen op 14 juli 1892.
Zelfs meer dan dertig jaar later, in de necrologie over Ooms, was die bijzondere dag niet vergeten. ‘Toen Ooms in de wachtkamer van het Amsterdamsche Station ontvangen werd, waren daar onder tallooze aanwezigen ook de burgemeester en de Commissaris der Koningin aanwezig om aan de hulde deel te nemen. De tocht van het Station naar den Amsteldijk werd een groote zegetocht, de bewoners der straten, die den stoet volgden, hadden de vlaggen uitgestoken en de hulde werd besloten door een vuurwerk. Het was een grootsche hulde-betooging, zooals de sport in ons land er weinig gekend heeft.’
De Amsterdamse roeiverenigingen eerden Ooms die dag met een gouden dasspeld in de vorm van een roeiriem – wat we nu kennen als De Gouden Riem. In 1921 schonk Ooms die aan Frits Eyken nadat die de Diamond Sculls had gewonnen. Weer acht jaar later kreeg Bertus Gunther deze uit handen van Eyken als derde Nederlandse winnaar van de Diamond Sculls.
Het was een onverwacht moment, blijkt uit het verslag van Het Volk van deze feestelijkheid. ‘Eijken zeide, dat in 1921 Ooms hem een gouden dasspeld in den vorm van een roeiriem, had geschonken als zijn opvolger winnaar van den Diamonds. Spr. hoopte, dat deze daad van sportief enthousiasme traditie zou worden en overhandigde Gunther op zijn beurt den gouden riem, in de verwachting, dat deze hem in de toekomst opnieuw zou overdragen aan den vierden Hollander, die hetzelfde succes zou bereiken.’
De traditie van De Gouden Riem was daarmee een feit – begonnen in 1892 en 130 jaar later in handen van Marit van Eupen. De houder bepaalt zelf wie zijn of haar opvolger wordt, zodat het aan Van Eupen is om de zevende drager van De Gouden Riem aan te wijzen. Belangrijkste voorwaarde is dat het om een Nederlandse skiffeur gaat die een excellente prestatie heeft geleverd, maar wanneer dat precies het geval is, bepaalt Van Eupen.
En dat zou zondagmiddag wel eens kunnen zijn met het WK roeien. Eerder wonnen Karolien Florijn en Melvin Twellaar al de Europese titel in de skiff, wat voor extra spanning zorgt bij de finales, waarvoor beide roeiers zich hebben geplaatst. Florijn start om 14.25 uur; negentien minuten later volgt Twellaar. Met als inzet een wereldtitel én een trofee van 130 jaar oud.