De dag dat David Bowie en de Dolly Dots niet in het Olympisch Stadion speelden
Veertig jaar geleden stond de wereld op zijn kop met Live Aid. Een poging voor een Nederlandse variant in het Olympisch Stadion mislukte volkomen. In het Stadsarchief Amsterdam worden de documenten bewaard – hier.

De Dolly Dots in Ren Je Rot, foto via Europeana / Beeld & Geluid
Op 13 juli 1985 kwamen tientallen wereldberoemde artiesten in actie voor Ethiopië, waar een hongersnood heerste. Het idee van Live Aid kwam van Bob Geldof van The Boomtown Rats om zo geld op te halen tijdens een mondiaal benefietoptreden. Het Wembley Stadion in Londen en het John F. Kennedy Stadium in Philadelphia speelden een hoofdrol als locaties.
Live Aid werd het grootste mediaspektakel, dat de wereld tot dat moment had meegemaakt. De opbrengst was met ruim 150 miljoen pond een ongekend succes.
Absurd! Het plan is bij wijze van spreken ook te ontvouwen op een sinaasappelkist
Geschiedenis die er nooit was
Zoiets zou toch ook in Amsterdam kunnen, was daarop de gedachte, in dit geval in het Olympisch Stadion. Het Stadsarchief Amsterdam beheert de collectie van dit stadion, die dan ook is gevuld met interessante mappen. De stukken betreffende de organisatie van het benefiet-popconcert “Holland voor Afrika” uit 1985 en 1986 staat zelfs online en is zeer de moeite waard. Er is zo een opmerkelijke geschiedenis vastgelegd, die nooit heeft plaatsgevonden.
Het dossier begint bij een brief in het Nederlands en Engels, die stadiondirecteur Otto Roffel op 19 december 1985 verstuurde naar Londen. ‘Hiermede bevestigen wij onze voorlopige afspraak voor reservering van het Olympisch Stadion op 4 en 5 juli 1986 ten behoeve van een evenement in het kader van een actie “HOLLAND FOR AFRICA”.’
De Engelse organisatie moest voor 31 januari 1986 met een bevestiging komen, omdat de optie op het Olympisch Stadion anders zou vervallen. Achter de schermen was het daarna enkele maanden zeer druk, waarna een aantal kranten op 11 maart 1986 het nieuws bracht over een tweedaags popfestival in het Olympisch Stadion. Er werden circa dertig buitenlandse popsterren en een groot aantal Nederlandse popartiesten verwacht, die een gratis optreden zouden verzorgen.
De opbrengst was bedoeld voor “de hulpbehoevenden in Afrika”, waarvoor een samenwerking was aangegaan met organisaties als Unesco, Unicef, het Rode Kruis en Novib. Zo zou er ongeveer vijf miljoen gulden overgemaakt kunnen worden. De gemeente Amsterdam was bereid om een vergunning af te geven – ‘als concretisering van uw plannen plaatsvindt’.
Hans Erkens van de stichting Holland for Africa wilde desgevraagd geen namen noemen van artiesten. “Ze komen uit de stal van de platenmaatschappij Tamla Motown,” waarna hij tóch sprak over enkele wereldberoemde artiesten. “Denk maar aan Lionel Ritchie en Stevie Wonder.” De kans dat zij zelf wisten van een optreden in Amsterdam was verwaarloosbaar.
Het evenement was inmiddels wel een week naar achter geschoven naar 11 en 12 juli, als er tenminste voldoende sponsors mee wilden doen. De kaarten zouden tachtig tot honderd gulden kosten. Er werd gewerkt aan een rechtstreeks tv-verslag, dat wereldwijd te volgen was – net als Live Aid dus.

Het ontwerp voor de poster was ook zeer amateuristisch
Dolly Dots
Vanaf het begin waren er contacten met de Dolly Dots, zo blijkt uit notities van stadiondirecteur Otto Roffel. Angela Groothuizen had inderdaad veel belangstelling, al helemaal na een bezoek begin 1986 aan Soedan.
Zo was ze zelf ook al op het idee gekomen voor een benefietconcert met alleen Nederlandse artiesten, nog zonder te weten van Holland voor Afrika. Er volgden wekenlange gesprekken, die zonder resultaat bleven, omdat Holland voor Afrika vooral internationale bands wilde programmeren. Zonder schroom werden wereldsterren aangekondigd als David Bowie, Stevie Wonder, Lionel Richie en Diana Ross – zonder bewijs dat die hadden toegezegd.
De bom met de Dolly Dots barstte toen een begroting van 3,5 miljoen werd gepresenteerd. Groothuizen was diep verontwaardigd, zei ze op 11 april 1986 in Nieuwe Revu. “Absurd! Het plan is bij wijze van spreken ook te ontvouwen op een sinaasappelkist.”
En ook met de andere betrokken partijen verliepen de contacten steeds moeilijker. Het boekingskantoor Mojo, dat als Nederlandse monopolist wereldwijd contacten onderhield met de muziekindustrie, vertrouwde de opzet meteen al niet. Wereldsterren zijn onbenaderbaar voor buitenstaanders, zoals Holland voor Afrika. Niet iedereen kan Lionel Ritchie bellen met het verzoek voor een optreden bij de plaatselijke braderie. Daarbij is het ook niet slim om hun namen te noemen als nog niets is vastgelegd.
Bij de organisatie heerste een permanente onduidelijkheid, waarbij elke keer weer zich andere mensen opdrongen als woordvoerder of contactpersoon, soms vanuit Amsterdam en soms vanuit Londen. Met dat probleem hadden de Dolly Dots ook al te maken gehad.
Het werd zelfs nog erger, omdat Live Aid ’86 Amsterdam als een nieuwe en concurrerende club zich opeens overal mee bemoeide. Niemand snapte daarom wie de verantwoordelijkheid droeg voor het miljoenenproject. Voor een organisatie als Novib was dat begin maart de reden om de medewerking op te zeggen.

David Bowie, foto via Europeana / Beeld & Geluid
Geen handtekening, geen contactpersoon
Het Olympisch Stadion zelf voelde zich ook steeds minder comfortabel, mede omdat er al geld was uitgegeven voor het project. Volgens een handgeschreven notitie was de optie op het stadion inmiddels vervallen, omdat er op 31 januari nog geen duidelijkheid was gegeven.
Een contract met dertien artikelen verdween zonder handtekeningen in een diepe la. Opvallend is dat daarop geen contactpersoon werd genoemd bij de Stichting Holland voor Afrika, wat tekenend is voor de organisatorische puinhoop. Toch bleef Roffel hopen op een goede afloop, zodat hij op 15 april schreef dat er opnieuw een optie op het stadion werd gegeven. ‘Deze blijft van kracht tot uiterlijk 5 mei 1986.’
Stichting Holland voor Afrika en Live Aid ’86 Amsterdam werkten elkaar steeds meer tegen. Beide organisaties schrokken er zelfs niet voor terug om elkaar te bedreigen. De gemeente Amsterdam organiseerde daarom twee bemiddelingspogingen, zowel op 31 maart als 6 april, waarvan een fascinerend verslag werd gemaakt. Het is volkomen onbegrijpelijk door alle onderlinge beschuldigingen, waar geen buitenstaander nog iets van kon volgen.
Bob Geldof
Een mooie aanwijzing voor het amateurisme was het verzoek van Holland voor Afrika aan Roffel om plaats te nemen in het bestuur. Hij zou in goed gezelschap zijn, want er waren nog meer mensen aangeschreven, zoals Bob Geldof zelf, burgemeester Van Thijn van Amsterdam, een lid van het Amsterdams Olympisch Comité (die organisatie bestond niet eens) en ‘enige voorname beschermheren en beschermdames met internationale of nationale bekendheid’. Alsof zulke mensen hun spaarzame vrije tijd zouden doorbrengen in een vaag clubje.
Op 22 mei 1986 werd het evenement definitief afgelast, officieel omdat de Amerikaanse popartiesten bang waren voor een aanslag van terroristen uit Libië – een land dat net was gebombardeerd door de Verenigde Staten. Ook vreesden ze de radioactiviteit in Europa na de kernramp in Tsjernobyl een maand daarvoor.
‘Volgens de stichting Holland for Africa voor sterren als Stevie Wonder en Jermaine Jackson reden om weg te blijven,’ zo schreef het Algemeen Dagblad. Het archief van het Olympisch Stadion laat alleen iets heel anders zien, want vanaf het begin was er geen enkele artiest die mee wilde doen. Het hele idee was gebouwd op amateurisme en gebluf, precies zoals Mojo had gezegd.

Het Olympisch Stadion in 1984, foto via het Stadsarchief Amsterdam
Rotterdam
Daarom blijft de vraag waarom het Olympisch Stadion en de gemeente Amsterdam zo lang hun medewerking hebben verleend aan dit merkwaardige project. Novib was al vertrokken en zelfs de Dolly Dots waren boos.
Een mogelijke verklaring was dat Amsterdam in de jaren 80 geen geschikte locatie had voor grote popconcerten. Rotterdam had daarvoor sinds 1978 de Kuip, waar toen al optredens waren geweest van onder meer Bob Dylan, David Bowie, The Rolling Stones en Simon & Garfunkel. In juni 1985 trok Bruce Springsteen honderdduizend mensen voor zijn twee optredens.
Het Olympisch Stadion wilde ook die markt op, wat met een Nederlandse editie van Live Aid een knallend begin zou zijn. Volgens analyses van veertig jaar geleden was dat dan ook een van de belangrijkste redenen om tegen beter weten in te blijven geloven in Holland voor Afrika.
En zo werd ging de Nederlandse editie van Live Aid dus nooit door en hebben David Bowie en de Dolly Dots nooit opgetreden in het Olympisch Stadion.

