NieuwWielrennen

De duivel in een rok

De Ronde van Italië voor vrouwen bestaat sinds 1988. De eerste versie van Giro Donne werd gewonnen door de Italiaanse Maria Cannis. In 1924 was er echter al een landgenote die meedeed aan de Giro voor mannen: de duivelse Alfonsina Strada.

Ze werd geboren op 16 maart 1891 als Alfonsina Morini in het kleine Noord-Italiaanse dorpje Castelfranco Emilia. Toen ze tien jaar oud was kwam haar vader met een oude fiets thuis, een heel bezit voor de armlastige Morini’s.

Alfonsina was direct verslingerd aan het rijwiel en maakte al snel de straten van het dorp onveilig, Vanwege haar gewaagde strapatsen op de tweewieler stond ze in het dorp bekend als de Zottin. Zot of niet, Alfonsina bleek een wielertalent en op haar dertiende kwam ze thuis met haar eerste grote prijs: een varken. De familie kon er weken van eten.

Als een van de weinige enige vrouwen op een tweewieler in die tijd viel Alfonsina op. Naarmate ze ouder werd kreeg ze een nieuwe bijnaam: Il diavolo in gonnello − duivel in een rok. De gerokte duivel bleek een doorzetter. Zo reed ze in 1911 een nieuw werelduurrecord: 37,192 kilometer, dat 26 jaar zou blijven staan. Enkele jaren later zou zich ook gaan meten met mannelijke collega’s. Dat deed ze niet onverdienstelijk, want in 1917 en 1918 deed ze mee aan de Ronde van Lombardije, die ze steeds helemaal uitreed.

Tijd voor een grote ronde

Nadat ze aan 36 mannenwedstrijden had meegedaan, kreeg ze in 1924 te horen dat ze mocht meedoen aan de Giro. Alfonsina was ondertussen 33 jaar oud en getrouwd met Luigi Strada, eigenaar van een fietswinkel. Haar Girodeelname was vooral een publiciteitsstunt. Vanwege een conflict met de organisatie dat jaar, boycotten enkele grote wielerploegen namelijk de Giro. De koersdirectie besloot daarom vrouwen toe te laten. Nobel, maar enkel Alfonsina gaf gehoor aan de oproep. Ze stond op de deelnemerslijst als Alfonsin Strada, er was een ‘a’ weggevallen. Groot was dan ook de verbazing toen er daadwerkelijk een vrouw aan de start verscheen.

In mei 1980 schreef de Limburgse Italiaan Nino Tomadesso hierover in de lokale krant: ‘Alfonsina werd de grote trekpleister van de koers − op fietsen met zware banden en zonder derailleur. Overal waar la Strada passeerde werd geapplaudisseerd, met bloemen gegooid, verfrissingen aangeboden. Alfonsina hield zich dan ook niet schuil in het peloton. Zij fietste alleen wel ver in de achterhoede.’

Gebroken stuurstang

Het was een zware Giro. De renners werden continu getart door ijzige kou, regen en storm. Om het allemaal nog erger te maken werd Alfonsina getroffen door materiaalpech: haar stuurstang brak af. Het was nog de tijd van alles zelf repareren. Maar gelukkig was er een behulpzame boerin in de buurt. Die brak haar bezem in twee en creëerde zo een nieuwe stang. Alfonsina kon weer verder, maar ze verloor te veel tijd en kwam laat over de finish. Ze zat er totaal doorheen.

Tomadesso: ‘Doodop huurde ze, tegen betaling van drie Lires, een klein hotelkamertje en viel vervolgens als een blok in slaap.’ Ze zou eigenlijk gediskwalificeerd moeten worden, maar Alfonsina bleek een publiciteitswonder, dus ze mocht door in de ronde. Ze reed de Giro zelfs helemaal uit. Ze eindigde als allerlaatste, op 28 uur van winnaar Giuseppe Enrici.

Motorrijden na de Giro

Na haar Giro-deelname bleef Alfonsina koersen, maar ze deed nooit meer mee met grote rondes. Na haar wielercarrière ontdekte ze het motorrijden. Ze kocht een Moto Guzzi, een fatale aankoop, zo zou later blijken. Op 13 september 1959 probeerde Alfonsina ergens in Milaan de motor aan te trappen, toen deze bovenop haar viel. Van schrik kreeg ze een hartaanval en ze overleed nog voordat ze in het hospitaal aankwam.

 

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Micha Peters
Bedenker en beheerder van Sportgeschiedenis.nl. Journalist en (sport)historicus.