De eerste Klassieker in kleur op tv
In 1968 zagen de Nederlandse tv-kijkers Ajax-Feyenoord voor het eerst in kleur. Een van de aartsvaders van de sportjournalistiek, Nico Scheepmaker, was niet erg enthousiast.
Op 9 oktober 1921 speelden Feyenoord en Ajax voor de eerste keer tegen elkaar, op het oude Feyenoord-terrein aan de Kromme Zandweg, de voorganger van de Kuip. Ajax won met 2-3, maar na afloop diende Feyenoord een officieel protest in tegen het eerste doelpunt, omdat de bal niet geheel over de lijn zou zijn geweest. De voetbalbond honoreerde dat enkele weken later, waarmee de einduitslag op 2-2 werd bepaald. Curieus, want in 1921 waren er geen filmbeelden om de situatie vanuit alle hoeken goed te analyseren.
Introductie kleurenbeeld
Enkele decennia later was er inmiddels niet alleen al lang filmbeeld van de Klassieker, maar was de tv zelfs langzaam aan het overstappen van zwart-wit naar kleur. Op 10 maart 1968 was de Klassieker aan de beurt voor een kleurenversie. Ajax won toen in het Olympisch Stadion met 1-0 van de Rotterdammers. Ruud Suurendonk scoorde in de tweede helft vanuit een vrije trap.
Het Nieuwsblad van het Noorden schreef vlak voor de wedstrijd: ‘De voetbalwedstrijd Ajax – Feijenoord zal zondag van 18.00 tot 19.30 uur door de NTS in kleur via Nederland 2 worden uitgezonden. De uitzending is een volledige op beeldband vastgelegde opname van de wedstrijd, die kort daarvoor in het Olympisch Stadion te Amsterdam wordt gespeeld. Door de toestemming van de KNVB en Ajax kan de NTS hierdoor in Nederland de eerste, zij het nog niet rechtstreekse voetbalreportage, in kleur verzorgen.’
Dat de wedstrijd niet rechtstreeks werd uitgezonden was achteraf gezien misschien wel een voordeel. Op de tribunes had zich namelijk een kleine ramp voltrokken. De 50-jarige Ajacied R. Bakker kreeg op het ereterras een hartaanval. Onmiddellijk ingrijpen van enkele aanwezige artsen baatte niet meer.
Nico Scheepmaker
Voetbalcolumnist én televisierecensent Nico Scheepmaker was dit allemaal ontgaan, maar hij gaf de dag na de wedstrijd in de Leeuwarder Courant wel zijn mening over het kleurenbeeld: ‘De vraag of het televisiebeeld wint in kleur hoeft al nauwelijks meer beantwoord te worden. Vergeleken bij het zwart-witbeeld was het kleurenbeeld vooral duidelijker, niet zozeer door grotere scherpte, maar doordat de spelers beter herkenbaar waren.’
De spelers waren dus beter zichtbaar in kleur, maar verder zag Scheepmaker weinig toegevoegde waarde: ‘De wedstrijd Ajax – Feyenoord in kleuren was een aardige belevenis. Maar de noodzaak van gekleurd tv-voetbal zie ik niet zozeer.’ Scheepmaker had de wedstrijd ook zelf eerst live gezien, zoals hij schrijft in archaïsch jaren zeventig jargon, ‘zowel in de couleur locale in het Olympisch Stadion als later thuis voor de kleurbuis.’
Beeld, werkelijkheid en een metro
Over het verschil tussen zijn ervaring met beeld op tv en in realiteit merkt hij op: ‘Het is iets heel merkwaardigs dat de kleuren op de televisie altijd kleurrijker, dieper en warmer zijn dan in werkelijkheid. Ik heb dat al opgemerkt naar aanleiding van de kleurenuitzending over de tentoonstelling van Rauschenberg in het Stedelijk Museum en ik herhaal het nog eens. De televisie is kleurrijker dan het origineel, zonder de werkelijkheid geweld aan te doen.’
Kleurrijk was ook een groep Rotterdamse supporters in de tram tijdens de terugweg naar het Centraal Station. In Rotterdam was toen net een metro aangelegd, in Amsterdam bestonden daar nog enkel plannen voor. Om de conducteur te sarren vroegen de supporters de hele tijd: ‘Wanneer gaan we nou onder de grond, wat een ouderwetse toestanden zijn dat hier.’ De conducteur was lekker Amsterdams bijdehand, en antwoordde: ‘Als je dan zo graag onder de grond wilt, moet je straks overstappen op lijn 9 en uitstappen bij de Oosterbegraafplaats.’
Deze woordenwisseling is helaas niet op beeldband vastgelegd.