De eerste wedstrijd op het circuit van Zandvoort was in 1939
De Formule 1 is weer in Zandvoort. Sportgeschiedenis heeft de oudste filmbeelden van autosport op dat circuit, van 3 juni 1939. Dat is nog vóór de opening in 1948!
Al vóór de Tweede Wereldoorlog was er in Zandvoort autosport. Zo ongeveer op dezelfde plek waar nu het circuit ligt, werd in 1939 gebouwd aan een eenmalige stratenparcours. We hebben de filmbeelden van deze werkzaamheden.
Circuit voor wielrenners
In 1936 droomde Het Haarlems Dagbad hardop over de aanleg van een circuit in Zandvoort, maar dan voor wielrenners. In Scheveningen ging het verhaal dat daar zoiets zou komen en toen wilde Zandvoort natuurlijk ook, in de oneindige concurrentie tussen die badplaatsen. Zo’n attractie zou tenslotte voor ‘de noodige opvrolijking’ zorgen. Het is een interessante gedachte dat we het circuit van Zandvoort indirect te danken te hebben aan wielrenners.
In november 1938 volgden de eerste berichten vanuit Zandvoort over een autocircuit, aangeboden door de gemeente aan de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC). Het was een stratenparcours voor ‘den eersten internationalen snelheidswedstrijd in Nederland voor automobielen’, zo wist Het Haarlems Dagblad. Daaraan voegde De Revue der Sporten toe dat de wedstrijden zouden worden gehouden in een deel ‘dat alleen de echte Zandvoorters kennen, ten noorden van de spoorbaan, tusschen de Noordboschrand, de spoor en immense hoeveelheid varkenshokken die ontzettend stinken.’
Deze plek had de gemeente al jaren op het oog nadat daar in 1934 straten waren aangelegd tijdens de werkverschaffing. ‘Sindsdien hebben die wegen daar doelloos gelegen.’ In april 1939 kwam de definitieve toestemming van de autoriteiten voor 3 juni dat jaar en kreeg burgemeester van Alphen van Zandvoort eindelijk zijn zin. ‘Het tot stand komen van het circuit voor de autoraces is een nieuw bewijs van zijn onvermoeid streven om Zandvoort aantrekkelijker te maken.’
Zandvoort in 1939. Foto via het Noord-Hollands Archief
Persconferentie
De burgemeester hoopte op 80.000 kijkers, ‘zoo er sprake mocht zijn van een zomerschen Juni-dag’. Er moest binnen drie maanden wel wat werk worden verzet, blijkt uit de cijfers die op een persconferentie werden gepresenteerd. Het ging om 40.000 kubieke meter grond, 500.000 stenen, 50 ton staal, 100 kubieke meter beton, 20 kubieke meter natuursteen, 15.000 ton funderingsmateriaal, 4000 meter trottoirband, 44.000 meter asfaltbetonwerk, 6000 meter gewapende betonbanden en vijf kilometer rioolleidingen. Deze bouw werd dus op film vastgelegd.
Op dit circuit werden overigens geen echte racewagens toegelaten, maar alleen auto’s, die ook in het dagelijks verkeer werden gebruikt. Echte racewagens zouden te snel rijden om de bochten te houden. Het maakte de publieke belangstelling weinig minder.
Dagblad De Tijd vond het nog steeds een mooi spektakel: ‘Naar schatting zijn een kleine 50.000 toeschouwers getuige geweest van de eerste autoraces in ons land, die Zaterdagmiddag op het circuit van Zandvoort zijn gehouden. Dat zij een groot succes zijn geworden, is te danken geweest op de eerste plaats aan het mooie weer, dat de wedstrijden heeft begunstigd, op de tweede plaats aan het sportieve verloop daarvan en ten slotte niet het minst aan het feit, dat ongelukken, waarvoor men zoo hier en daar in stilte nogal gevreesd had, geheel achterwege zijn gebleven.’
De Revue der Sporten plaatste na deze stratenrace een voorspelling: ‘De eerste groote prijs van Zandvoort is een voorspoedige baby geworden en het zou ons verwonderen, als dit kind niet binnen afzienbaren tijd tot een reus van een kerel zou zijn uitgegroeid. Want als men midden tusschen gouden duinen, vlak bij de blauwe zee geboren wordt en dan meteen tienduizenden de baby komen bewonderen, dan moet dat iets bijzonders zijn. Het was ook iets bijzonders, deze eerste autoraces op een gesloten circuit.’
En dat klopt nog steeds, want voor het komende seizoen staat Zandvoort in het schema van het nieuwe Formule 1-seizoen – corona volente.