Nieuw

De KNVB bouwde in de jaren zestig zijn eigen voetbalutopie in Zeist

De KNVB overweegt om Zeist te verlaten, omdat daar te weinig ruimte zou zijn voor toekomstige ontwikkelingen. Zo’n 65 jaar geleden droomde de bond op die plek van een voetbalutopie, ver weg van de verleidingen van de moderne tijd.

Training van het Nederlands voetbalelftal in Zeist in 1966. Foto Joop van Bilsen via het Nationaal Archief

De KNVB telde vorig jaar bijna 1,25 miljoen leden en meer dan 500 medewerkers. De bond vreest dat de huidige campus in Zeist ongeschikt is voor de beoogde groei en ambities. In november 2024 was er daarom een oproep aan gemeenten om met voorstellen te komen voor een nieuwe locatie. In het radioprogramma Sven op 1 zei bondsvoorzitter Frank Paauw dat er inmiddels 36 voorstellen zijn ingediend. De vijf beste komen op gesprek, waaronder in ieder geval Zeist.

Als de KNVB inderdaad uit Zeist vertrekt, betekent dat het einde van een tijdperk van 65 jaar. Dit valt uiteen in twee verschillende periodes, want de bouw van het sportcentrum was begin jaren zestig. De verhuizing van het bestuurlijke centrum vanuit Den Haag volgde pas in 1974.

De eerste werknemer

Aan het einde van de 19e eeuw voorzag niemand hoe groot het voetbal later zou worden. De voetbalbond had niet eens een eigen hoofdkantoor voor de administratie van de enkele duizenden leden.

Dat was niet verstandig, want in 1899 waren alle ledenlijsten en financiële overzichten opeens spoorloos verdwenen, net als al het geld van de bond. Het voortbestaan van het voetbal in Nederland was serieus in gevaar, zodat er meteen een accountant werd ingehuurd. Pas na acht maanden slaagde die erin om de administratieve puinhoop op te ruimen.

Zoiets mocht nooit meer gebeuren en daarom werd de Amsterdamse sportbestuurder Jan Hekkenberg aangesteld als de eerste betaalde kracht van de voetbalbond. Hij kreeg een budget van 900 gulden, wat in onze tijd is te vergelijken met 15.000 euro. Hij moest alles met de hand doen, omdat de bond geen typemachine en telefoon wilde aanschaffen – veel te duur.

Met Hekkenberg’s verscheiden is een belangrijk hoofdstuk in het geschiedenisboek van het Nederlandsche voetballeven afgesloten

Hekkenberg deed dit werk in een kamertje van zes vierkante meter in zijn woonhuis in de Cornelis Schuytstraat in Amsterdam, waar ook zijn moeder woonde. Sportjournalist en scheidsrechter Hans Meerum Terwogt kwam vaak op bezoek in dit eerste bestuurlijke centrum van het Nederlandse voetbal. Als hij aanbelde, zo blikte hij in 1953 terug, werd de deur altijd geopend door een klein meisje, ‘met een spichtig vlechtje van peenhaar onder een tullen mutsje’.

Dankzij Hekkenberg kreeg de KNVB haar eerste professionele administratie. De schok was dan ook groot toen hij in 1904 overleed, pas 29 jaar oud. ‘Met Hekkenberg’s verscheiden,’ rouwde de bond, ‘is een belangrijk hoofdstuk in het geschiedenisboek van het Nederlandsche voetballeven afgesloten.’

Jan Hekkenberg, foto uit de Voetbal-Almanak van 1905

Den Haag

Jan Hylkema werd aangewezen als de nieuwe secretaris-penningmeester, eveneens vanuit zijn eigen huis in Amsterdam. Bij gebrek aan eigen hoofdkantoor werd de KNVB in 1911 gedwongen om naar Scheveningen te verhuizen, omdat Hylkema dat ook deed. Hij nam gewoon de hele administratie mee.

Het vertrek van de voetbalbond uit Amsterdam was dus geen strategische keuze, maar pure noodzaak. In 1916 kwam er eindelijk een eigen hoofdkantoor op de Kneuterdijk, in het centrum van Den Haag. Die locatie was beter bereikbaar voor de voetbalbestuurders, die steeds meer vergaderingen belegden. Tot en met de verhuizing naar Zeist zat het hoofdkantoor op verschillende adressen in Den Haag.

Laat men zich niet verontrusten door de mateloze publiciteit over nozems

Sportcentrum

In de jaren 50 kreeg de KNVB steeds meer behoefte aan een eigen sportcentrum voor centrale trainingen voor jeugdspelers en internationals. Ook was er veel vraag naar nieuwe voetballeiders, die eerst een gedegen opleiding moesten volgen. In 1959 kocht de KNVB daarom een groot stuk grond in Zeist om dat te bouwen. De aanleg werd geheel gefinancierd vanuit de Toto-opbrengsten, zoals zo’n beetje alle sportaccommodaties uit die tijd.

Dit sportcentrum werd in 1965 geopend, maar was toen al vier jaar in gebruik voor trainingskampen. Het is – nog steeds – een prachtige locatie in het bos, kilometers verwijderd van de bebouwde kom en het meest nabijgelegen treinstation.

Deze keuze van de KNVB begin jaren zestig voor die afgelegen plek was dan weer wél strategisch. Het bondsbestuur reageerde hiermee op de opstandige en ongehoorzame jeugd, zo zei KNVB-voorzitter Toon Schröder in 1965. “Laat men zich niet verontrusten door de mateloze publiciteit over nozems, provo’s en andere dorpsgekken. Dat is toch maar een te verwaarlozen percentage.”

De voetbalwereld was juist neergestreken in de afgezonderdheid van Zeist om die jeugd een degelijke opleiding te geven, mét respect voor het gezag. “Haar in een uitgezochte omgeving sporttechnisch en mentaal op te leiden tot een generatie, waarmee ons snel groeiende volk straks eer zal inleggen, is een taak waaraan wij, die op de een of andere wijze hiervoor verantwoordelijk of medeverantwoordelijk zijn, ons met inzet van alle krachten zullen wijden.”

Precies zestig jaar later denkt de KNVB opnieuw na over de toekomst, waar dan ook in Nederland. Er is dan vast wel een vergaderzaal te vinden, die naar Hekkenberg wordt vernoemd. Zonder hem had de KNVB tenslotte niet eens meer bestaan en de campus in Zeist al helemaal niet.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.