Nieuw

De Nederlandse sport is al meer dan honderd jaar de grootste voorstander van de zomertijd

De sportwereld is altijd de grootste voorstander van de zomertijd geweest. ‘Dagelijks een uur minder onder lamplicht en dien tijd gebruikt voor training en oefening.’

De paden op, de lanen in. Foto via het Nationaal Archief

De zomertijd is ingevoerd tijdens de Eerste Wereldoorlog, zodat er kolen konden worden bespaard. Nederland sloot zich hierbij aan, al was het neutraal.

Daar was de sportwereld heel blij mee, schreef De Telegraaf op 19 april 1916. ‘Immers, invoering van den zomertijd beteekent per dag een uur meer zonlicht, beteekent meer tijd, om na gedanen arbeid zich te kunnen wijden aan open-lucht-sport, beteekent dagelijks een uur minder onder lamplicht zitten en dien tijd doorgebracht in het vrije veld en gebruikt voor training en oefening.’

Na de oorlog werd de zomertijd gehandhaafd, tot vreugde van de sporters. ‘Voor velen in de groote steden met haar verre afstanden en haar buiten de bebouwde kom gelegen sport- en speelvelden,’ zo vatte Het Volk samen op 22 februari 1922, ‘gaat het een groot deel van die zomertijdperiode niet slechts een uur meer, maar om het „to be or not to be” van de gelegenheid om er gebruik van te maken.’

Zonder dat ene uurtje zouden veel stadsbewoners dus helemaal niet aan lichaamsbeweging doen. ‘In plattelandsgemeenten kan men, omdat daar een andere indeeling der werk- en maaltijden en een daarmede gepaard gaande inrichting van het gezinsleven bestaat, na het dagwerk spoediger met lichaamsoefeningen beginnen.’

Het Nut van den Zomertijd

In 1924 riep het Koninklijk Nederlandsch Gymnastiekverbond de minister van Binnenlandse Zaken zelfs op om sportorganisaties toe te voegen aan de commissie, die een besluit moest nemen over de zomertijd. Een jaar later bemoeide ook de Haagse Korfhalhond zich ermee nadat afschaffing van de zomertijd dreigde. ‘Het bestuur grondt dit verzoek op het Nut van den Zomertijd in het algemeen en in het bijzonder voor de lichamelijke opvoeding, daar des zomers de verschillende openluchtspelen, waaronder het korfbalspel een voorname plaats inneemt, langer kunnen beoefend worden.’

Pas na de Tweede Wereldoorlog werd de zomertijd alsnog afgeschaft, waartegen de Nederlandse Sport Federatie (NSF) zich vanaf de oprichting in 1959 tegen heeft verzet. In 1966 schreef het bestuur hierover weer eens een brief aan minister Vrolijk van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. ‘De zomertijd kan volgens de NSF de sportbeoefening en de recreatieve mogelijkheden van het Nederlandse volk op de zomeravonden op vele manieren bevorderen.’

Pas in 1977 kreeg deze sportkoepel haar zin, wat groot werd gevierd. ‘Van 3 april tot 25 september betekent dat gewoon 175 uren meer beschikbaar om de Nederlander naar buiten te krijgen, te genieten van het daglicht,’ aldus Dr. Wim van Zijll, algemeen secretaris van de NSF.

Sportgeschiedenis wenst iedereen een prettige sportzomertijd. Met dagelijks een uur minder onder lamplicht en dien tijd gebruikt voor training en oefening.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.