Nieuw

De paardensport van 1918 lag stil omdat de paarden nodig waren voor de begrafenissen

De Maand van de Geschiedenis heeft als thema Wat een ramp! Tijdens de Spaanse griep lag de paardensport stil, omdat de paarden nodig waren voor de vele begrafenissen.  

Foto via het Noord-Hollands Archief

De PC in Franeker is in ruim anderhalve eeuw vier keer afgelast. In 1943 en 1944 was dat vanwege de oorlog, maar helemaal in de begintijd zorgden ziektes voor afgelastingen. In 1859 was er een pokkenepidemie; zeven jaar later cholera. In die tijd was sport in ons land nog een heel klein verschijnsel, maar in 1918 was dat wel anders.

Spelbreker

Ruim honderd jaar geleden werd de Nederlandse sport zwaar getroffen door de Spaanse Griep met wereldwijd tientallen miljoenen dodelijke slachtoffers. In de zomer van 1918 kwamen de eerste berichten, zoals in Het Sportblad, het orgaan van Amsterdamse Voetbalbond: ‘Deze ziekte kan nog een ernstige spelbreker worden bij volgende wedstrijden.’

Die voorspelling kwam in volle hevigheid uit. Eind augustus moest Feijenoord – toen nog niet met een y –een wedstrijd in Amsterdam spelen, maar bij de tegenpartij waren maar liefst zeven zieke voetballers. Complete competities werden geraakt, want ook elftallen in het oosten waren opeens minimaal zeven spelers kwijt door ziekte. Bij ZFC uit Zaandam kwamen maar drie vaste spelers opdagen. Eind november was de helft van alle geplande wedstrijden in het westen van het land afgelast. In Almelo en Wageningen kwam een compleet verbod op openbare vermakelijkheden, dus ook voetbal.

Bij het Rotterdamse Sparta was inmiddels bestuurslid C. Oosterwijk overleden, pas dertig jaar oud. In Winschoten kwam de bekende voetballer G. Schoonhoven om het leven; in Deventer Gerrit van Tongeren. De Nederlandse Voetbalbond – nog van vóór de koninklijke eretitel van 1929 – reageerde opmerkelijk bot op deze ellende: ‘De secretaris-penningmeester van den N. V. B. deelt mede, dat geen uitstel van wedstrijden wordt verleend wegens het heerschen van de Spaansche griep.’

Krachtsporter H.J. Augustin, overleden door de Spaanse Griep

Geen paarden

Deze chaos werd nóg erger door de socialistische revolutiepoging van Pieter Jelles Troelstra in november 1918. De legerleiding besloot daarom om alle militaire verloven in te trekken en de soldaten paraat te houden, net als eerder al in de zomer. Zo werden ook de voetballers getroffen, die niet ziek waren geworden.

Buiten het voetbal waren de gevolgen eveneens voelbaar. De legerleiding verbood in augustus 1918 militaire paardenwedstrijden in Tiel. Een draverij een week later in het Groningse Tolbert werd afgelast. Turnwedstrijden in Leiden werden vanaf half november voor minimaal enkele weken afgelast. De zetterij van Het Sportblad was begin november zo zwaar getroffen dat het amper de bladzijden gevuld kreeg. ‘De onvolledigheid van dit nummer wordt hierdoor verklaard.’

W.J. van Groenesteyn, overleden door de Spaanse Griep

En ook hier waren veel sterfgevallen. W.J. van Groenesteyn als 24-jarige snelwandelaar, een van de beste van zijn tijd. De Amsterdamse turnleraar en zwempropagandist J. Viddeleer werd 34 jaar. Worstelaar H.J. Augustin was slechts 27 jaar oud. De paardensport kreeg zo al snel een enorm tekort aan paarden, omdat die allemaal werden ingezet bij al die begrafenissen. ‘Een sombere tijd voorwaar, dit einde van 1918,’ aldus een rouwende redactie van De Revue der Sporten. Zelfs in april 1919 vielen er nog dodelijke slachtoffers, onder wie de Amsterdamse cricketspeler D. Gude, penningmeester van V.V.V.

In heel Nederland overleden uiteindelijk zo’n veertigduizend mensen aan de gevolgen van deze ziekte.

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.