De Russen zijn al een halve eeuw de meesters van de machtspolitiek in de internationale sport
Rusland is boos dat de Champions League-finale niet in Sint-Petersburg is. Er zouden politieke motieven meespelen. Juist de Russen zijn de meesters in zulke machtspolitiek, onder meer bij de boycot van Zuid-Afrika in de jaren zestig.
De Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Foto Public Domain via Wikicommons
De Sovjet-Unie was begin jaren zestig de grote aanjager van de olympische boycot van Zuid-Afrika. Martin van den Heuvel schreef in 1980 in het boek Rusland en de Olympische Spelen dat de communisten een duidelijke strategie hadden met hun optredens in internationale sportorganisaties. “De partijtop zag in de sport een terrein waarop de Sovjet-Unie, tegen betrekkelijk geringe investeringen, in het eigen land en in het Westen veel prestige kon behalen.” Niet alleen door doping en mooie sportprestaties, maar ook aan de vergadertafels.
De Sovjet-Unie annexeerde zelfs een groot deel van de olympische ideologie ”Slechts het socialisme en communisme scheppen de omstandigheden waarin de olympische principes volledig hun missie kunnen vervullen.” Het apartheidssysteem was dan weer de grote vijand van het communisme. Binnen het Internationale Olympische Comité brak daarom een gevecht uit tussen deze twee politieke systemen, op het scherpst van de snede gevoerd.
Het gaat eigenlijk nog verder: de Sovjet-Unie gebruikte het IOC voor haar buitenlandse politiek. Zoals Van den Heuvel in 1980 in een interview zei: “Rusland, dat sinds 1951 lid is van het IOC, heeft binnen deze organisatie geweldige successen geboekt. Het uitsluiten van Zuid-Afrika bijvoorbeeld. Dat is een zuiver politiek doel geweest. Het erkennen van Oost-Duitsland. Het IOC was één van de eerste grote internationale organisaties die de DDR als volwaardig lid accepteerde.”
Sportpolitiek
Door deze machtspolitiek mocht Zuid-Afrika vanaf 1964 niet meer meedoen aan de Olympische Spelen, een hoogtepunt in de internationale sportdiplomatie. Het was de Sovjet-Unie zo gelukt om het Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem van een belangrijk internationaal podium te verwijderen. De volgende stap was de politieke uitsluiting. Zonder dat de sportwereld het merkte, was ze misbruikt voor Russische politieke belangen.
Ook de Braziliaanse voetbalbestuurder Joao Havelange gebruikte de sportboycot tegen Zuid-Afrika om er zelf beter van te worden. In 1974 was hij in de race voor het voorzitterschap van de wereldvoetbalbond FIFA en zocht daarvoor steun – lees: stemmen. En dus zei hij dat Zuid-Afrika uit de FIFA zou worden gegooid als hij de nieuwe voorzitter zou worden. Het lukte: hij kreeg de stemmen van de Afrikaanse landen, die hem daarmee aan de benodigde meerderheid hielpen – en de macht. Natuurlijk hield hij woord: in 1976 werd Zuid-Afrika uit de FIFA gegooid – natuurlijk met steun vanuit de Sovjet-Unie.
Weer een kleine halve eeuw later staat de sportwereld op het punt om Rusland op dezelfde manier uit te sluiten, als onderdeel van deze geopolitieke strijd. Niemand beter dan Rusland snapt dat dit zou gebeuren, als de meesters van de machtspolitiek.