De vergeten Nederlandse halve-finaliste van Roland Garros
Madzy Couquerque kwam in 1938 tot de halve finales van Roland Garros. Een unieke prestatie van een topamateur, die bijna geheel uit het nationale collectieve geheugen is verdwenen.
Toen Kiki Bertens in 2016 de halve finales van Roland Garros wist te bereiken, stonden de nationale media hier bol van. Bertens verloor toen van de Amerikaanse Serena Williams. Een kleine negentig jaar eerder waren de Nederlandse journalisten ook dolenthousiast toen Kea Bouman als eerste, en tot nu toe enige, Nederlandse vrouw, een grand slamtoernooi won.
In 1927 schreef ze Roland Garros op haar naam, dat toen overigens nog de Internationale Kampioenschappen te Parijs werd genoemd. In de finale versloeg ze Irene Peacock uit Zuid-Afrika. Het zijn bijzondere prestaties van twee beroemde vrouwen uit de Nederlandse sportgeschiedenis.
Madzy?
Maar wie weet nog wie Madzy Rollin Couquerque was? Zij groeide met haar broer Louis op in een gezin dat behoorde tot de hogere Haagse kringen. Toen haar moeder in 1918 overleed, besloot haar vader haar naar een kostschool in Bloemendaal te sturen. Daar bleek ze aanleg voor sport te hebben. Ze blonk uit in hockey en tennis. In die tijd niet heel vreemd: in april gingen de tennisbanen open, en toen die weer zo’n beetje dicht gingen, begon in september de hockeycompetitie.
Niet dat dit vader Couquerque veel kon schelen. Hij keek met dedain neer op sport. Enkel nadat hij tijdens een borrel van de Haagse herensociëteit ‘De Witte’ was gecomplimenteerd met successen van zijn dochter, ging hij voor het eerst op een zondag naar de tennisvelden. Na het spel kort te hebben bekeken vertrok hij alweer, zonder zijn dochter überhaupt te hebben zien tennissen.
Kantoorbaan en tennis
Na de kostschool kreeg Couquerque een kantoorbaan in Den Haag. Als werkende vrouw kon Couquerque haar sport enkel beoefenen op zaterdagmiddag en zondag. Zij trainde nauwelijks en was daardoor afhankelijk van haar talent, ervaring en inzet. Desondanks veroverde zij in 1927 een nationale titel in het damesenkelspel, de eerste van een reeks van de veertig landskampioenschappen die zij in 25 jaar bij elkaar sloeg. Internationaal wist ze ook goed te presteren, met als hoogtepunt de prestaties op Roland Garros in 1938.
In de kranten verschenen slechts wat summiere berichtjes. Het Algemeen Handelsblad: ‘Rollin Couquerque heeft de kwartfinale van het damesenkelspel tegen mejuffrouw Goldschmidt gespeeld. Deze Fransche speelster behoort tot de sterksten van haar landgenoten en zij begon dan ook met een flying start tegen mejuffrouw Couquerque. Deze verloor de beide eerste games, doch daarna werden haar slagen zuiverder. Haar forehand werd vast, zij wisselde haar groundstrokes af met kleine netballetjes en zij maakte zes games achtereen. Daar kon mejuffrouw Goldschmidt niet tegen op, zodat zij zich met 6-2, 6-1 plaatste voor de halve finale.’
Halve finale
De halve finale pakten de Nederlandse kranten ook niet erg enthousiast op. Zo stond er in het Utrechts volksblad enkel: ‘Bij broeiende hitte zijn donderdag de internationale Franse tenniskampioenschappen in het Roland Garrosstadion te Parijs voortgezet. In haar halve eindstrijd tegen de vroegere Belgische kampioene mejuffrouw Adamson verloor onze landgenote mejuffrouw Rollin Couquerque, met 2-6, 4-6.’
Couquerque bleef tot op hoge leeftijd sporten. Kort voor haar zeventigste verjaardag werd zij helaas door artrose getroffen. Uiteindelijk kon zij zich alleen nog per rolstoel verplaatsen. Toch wist zij voortdurend mensen te mobiliseren om haar als toeschouwer naar het tennis- of hockeyveld te rijden.
Tophockey
Want vergeet niet: Couquerque was ook een tophockeyster. In 1921 won zij met hockeyclub HOC haar eerste nationale kampioenschap en tot en met 1935 won dit team alle Nederlandse titels. Daarnaast speelde Couquerque ook nog 37 hockeyinterlands.
Couquerque hield niet alleen tijdens haar leven, maar ook hierna alles graag in eigen hand. Zo stelde ze haar eigen haar overlijdensadvertentie op. Alleen de sterfdatum diende nog door het nageslacht te worden ingevuld. Toen ze stierf op 16 juli 1994 in Den Haag op 91-jarige leeftijd – was helaas juist die datum de enige fout in haar rouwadvertentie.