Dit is het Circuit van Arnhem dat er nooit kwam
Begin jaren dertig waren er plannen voor een nationaal autocircuit in Arnhem. Dan hadden we dit weekend allemaal tussen de bomen staan schreeuwen naar Max Verstappen.
Een kleine negentig jaar geleden waren er serieuze plannen voor een autocircuit in de omgeving van Arnhem. Op 15 november 1933 besteedde De Arnhemsche Courant uitgebreid aandacht aan deze ambities.
Het circuit moest een grootte krijgen van ongeveer 750 hectare bij het landgoed Johannahoeve, zo ongeveer tussen de straatweg Arnhem-Ede en de spoorweg Arnhem-Ede. ‘De landweg Wolfheze-Amsterdamsche straatweg splitst het landgoed in twee gedeelten,’ aldus de krant, die ook meldde dat er een bedrag van twee miljoen gulden was vereist, in onze tijd vergelijkbaar met een kleine twintig miljoen euro.
De totale lengte van de baan was bedacht op twaalf kilometer, die zowel door de gemeente Arnhem als de gemeente Renkum voerde. Allebei spraken ze al snel hun steun uit. Volgens de plannenmakers konden de toegangswegen zo’n 8000 auto’s per uur aan, voor die tijd heel erg veel. De treinreizigers moesten op station Wolfheze uitstappen.
Groot belang
Het circuit had in 1934 in gebruik moeten worden genomen, zo was uit het overleg gekomen met de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club (KNAC). De Courant zag het allemaal wel zitten: ‘Dat deze plannen voor Arnhem en omgeving van zeer groot belang zijn behoeft zeker geen nader betoog. Want behalve dat de aanleg een zeer groot werkobject beteekent, is een dergelijke onderneming een voortdurende bron van inkomsten voor de gemeenten Arnhem en Renkum aan vermakelijkheidsbelasting en bovendien is zulk een onderneming ook uit het oogpunt van vreemdelingenverkeer van buitengewoon groote beteekenis. Met groote belangstelling zien wij dan ook het verdere verloop van deze plannen tegemoet, want de verwezenlijkging daarvan is niet alleen voor Arnhem, maar ook voor den geheelen Gelderschen Veluwezoom van het grootste belang.’
De initiatiefnemers hadden het bewuste terrein nog niet aangekocht voor het vereiste bedrag van zeven ton in gulden, maar volgens De Telegraaf zou dat snel gebeuren, onder meer door de oprichting van een NV. Als vanzelfsprekend ontstond er meteen een protestbeweging van mensen, die vreesden dat de rust en de natuur in gevaar kwamen door het gemotoriseerde geweld.
Telegram
Ondanks eerdere toezeggingen van de KNAC kwam deze organisatie in februari 1934 toch niet met de vereiste ondersteuning en verlegde de aandacht naar een circuit in Heerlen. De teleurstelling in Gelderland was zo groot dat er een telegram naar de minister van Binnenlandse Zaken werd verstuurd. In september dat jaar volgde een doorstart met nieuwe plannen voor een autorenbaan, inclusief een paardenrenbaan.
Weer een jaar later beloofden de Arnhemmers het snelste circuit van Europa, maar het lukte uiteindelijk toch niet om het te regelen, ook omdat de aankoop van de Johannahoeve mislukte, ondanks de eerdere berichten. Na de eerste autowedstrijden op het stratencircuit in Zandvoort in de zomer van 1939 werden de plannen definitief opgegeven.