Dit is het circuit van Heerlen dat er nooit kwam
In de jaren dertig waren er plannen voor een nationaal autocircuit in Heerlen. Dan hadden we dit weekend allemaal tussen de mijnen staan schreeuwen naar Max Verstappen.
Afbeelding via Rijckheyt Heerlen, uit het Archief Publieke Werken Heerlen
Door Marcel Put
‘Heerlen krijgt de autorenbaan’, ‘Autocircuit in Heerlen’ en ‘K.N.A.C. koos Heerlen’, kopten de nationale kranten op 10 februari 1934. Het plan van de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (K.N.A.C.) om een automobielrenbaan aan te leggen waarop de Grote Prijs van Nederland kon worden verreden kon eindelijk worden uitgevoerd.
Er waren verschillende steden in de race geweest om het autocircuit binnen hun gemeente te krijgen. De K.N.A.C. koos voor Heerlen omdat zij de financiële middelen had en ook aan de vier andere eisen voldeed: een niet te lang circuit, steeds open voor training, goed gelegen ten opzichte van aan- en afvoerwegen en voldoende hotelaccommodatie in de omgeving.
De baan moest worden aangelegd ‘op de Heerlerheide rond den Heksenberg’. Hier was een geaccidenteerd parcours met een lengte van acht tot tien kilometer ontworpen. Een voordeel van de locatie Heerlen was de mogelijkheid publiek uit Duitsland en België aan te trekken. Er werd verder gehoopt dat het Heerlense circuit de tussen 1925 en 1927 aangelegde Nürnburgring zou gaan vervangen. Deze baan zou volgens insiders niet meer voldoen aan de grote snelheden die de moderne raceauto’s bereikten.
Actiegroep
De verliezende partijen, en dan met name de Arnhemsche Combinatie, waren minder enthousiast. De Arnhemmers meenden een jaar eerder van de K.N.A.C. onder voorbehoud de concessie te hebben gekregen voor hun plan. Van andere plannen was niets bekend.
Het Heerlense plan bleek tot aan de gemeenteraadsvergadering van 9 februari slechts uit de mondelinge toezegging van Heerlens burgemeester Van Grunsven te hebben bestaan. Onder leiding van de Arnhemse VVV-directeur F. ten Kate verenigden de Arnhemsche Combinatie en tal van ontevreden K.N.A.C.-leden zich in een actiegroep. Die betoogde dat Heerlen voor Nederland een uithoek was en dus nauwelijks Nederlands publiek zou trekken, trokken de financiële positie van Heerlen in twijfel en beweerden dat er in gemeenteraad procedurefouten waren gemaakt. De K.N.A.C. bleef achter Heerlen staan en kondigde aan dat de Grote Prijs van Nederland op 15 september 1935 in Heerlen zou worden verreden.
Dat dit uiteindelijk toch niet zou gebeuren kwam door de internationale racefederatie. Zij verscherpte de normen en bepaalde dat het circuit langer en breder moest worden, twaalf in plaats van acht meter. Deze eisen sloegen een gat in de Heerlense begroting dat niet kon worden gedicht, ook al had de regering toestemming gegeven de baan te laten aanleggen in het kader van de werkverschaffing.
De Arnhemse Combinatie had inmiddels niet stil gezeten en het nodige kapitaal verzameld. De K.N.A.C. ging daarop met de Arnhemmers in zee, om uiteindelijk toch in de duinen uit te komen: bij Zandvoort.