Een prins uit Siam en de eerste autorace op het circuit van Zandvoort
In augustus 1948 werd de eerste autorace verreden op het circuit van Zandvoort. De Grand Prix van Zandvoort werd toen gewonnen door een heuse prins, uit Siam. De race werd mede mogelijk gemaakt door de werkverschaffing in de jaren dertig en de aanleg van de Antlantikwall tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In november 1938 verschenen de eerste berichten in de krant over een autorace op een stratenparcours in Zandvoort. Volgens De Revue der Sporten zouden de wedstrijden worden gehouden in een deel ‘dat alleen de echte Zandvoorters kennen, ten noorden van de spoorbaan, tusschen de Noordboschrand, de spoor en immense hoeveelheid varkenshokken die ontzettend stinken.’
Veel straten waar de racewagens over zouden gaan rijden werden in 1934 aangelegd in het kader van de werkverschaffing. In april 1939 kwam de definitieve toestemming van de autoriteiten om op 3 juni dat jaar een race te organiseren en kwam een lang gekoesterde droom van burgemeester Henri van Alphen van Zandvoort eindelijk uit. ‘Het tot stand komen van het circuit voor de autoraces is een nieuw bewijs van zijn onvermoeid streven om Zandvoort aantrekkelijker te maken.’ De race werd gewonnen door Piet Nortier in een BMW.
Atlantikwall
Niet veel later brak de oorlog uit in Europa. De Duitse bezetter begon snel met de aanleg van de Atlantikwall, een meer dan 5.000 kilometer lange verdedigingslinie, die langs de westkust van de bezette gebieden in Europa werd aangelegd ter voorkoming van een geallieerde invasie. De verdedigingsmuur had desastreuze gevolgen voor Zandvoort. Langs de kuststrook werden huizen en hotels gesloopt. Het overgebleven puin werd later gebruikt bij de aanleg van het Zandvoortse circuit.
De Waarheid schrijft hier na de oorlog over. ‘Er waren ongeveer 700 woningen en 35 hotels door de nazi’s afgebroken.’ Het was een triest beeld van stenen en puin. ‘Omdat voor een dergelijk doel natuurlijk geen nieuwe stenen gebruikt konden worden, heeft men nu voor het bouwen van de vaste tribune, de bruikbare stenen uit het puin benut. Het puin was ook goed genoeg om het wegdek te verharden, zodat de racewagens over de voormalige huizen van Zandvoort zullen daveren.’
Dwars door de duinen werd zo een baan aangelegd met een lengte van ruim vier kilometer. Op zaterdag 7 augustus 1948 was het zover. Het circuit werd officieel geopend door de vrouw van de inmiddels vertrokken burgemeester Van Alphen.
Opmerkelijk transport
De organisatie van de race was in handen van de zeer ervaren Britse autosportbond. De bond wist een aansprekend deelnemersveld naar Zandvoort te halen. De racewagens kwamen dan ook uit Groot-Brittannië. Het Parool uit die tijd: ‘Alweer is een ongewoon transport in de Rotterdamse haven aangekomen, namelijk twintig raceauto’s die zaterdag op het nieuwe circuit van Zandvoort starten. Militaire vrachtauto s uit Haarlem hebben ze van de Lekhaven naar Zandvoort getransporteerd. Het waren Alfa Romeo’s, Bugatti’s, Maserati’s en ERA-machines van twintig tot dertigduizend gulden het stuk.’
Bijna alle coureurs kwamen uit Groot-Brittannië, behalve prins Bira(bongse) Bhanutej Bhanubandh, de neef van de koning van Siam, het huidige Thailand. Hij was opgeleid aan de elitescholen van Groot-Brittannië en had zo de autosport ontdekt.
Bloedstollend duel
In de finalerace vocht Bira een spannend duel uit met de Brit Tony Rolt. Bira nam al snel de leiding en Rolt deed er alles aan om het in te halen. Het Overijssels Dagblad was er bij. ‘Prins Bira had een lengte voorsprong, met een laatste inspanning kwam Rolt naar voren, haalde nog een meter in, maar slaagde er toch niet meer in zijn concurrent te passeren. Het eindklassement plaatste Prins Bira als eerste met 0,1 seconde voorsprong op Rolt, die dan ook zeker meedeelde in het stormachtige applaus, dat deze twee coureurs na hun aankomst begroette. ’
Het circuit van Zandvoort was geopend met een bloedstollende race. Met dank aan de Antlantikwall en de werkverschaffing. In 1985 zou de laatste Grand Prix in Zandvoort worden verreden.