Foekje Dillema debuteerde met groot machtsvertoon op de Friese atletiekwedstrijden in Marssum
Op 13 juni 1948 kwam Foekje Dillema officieel voor de eerste keer in actie als één van de grootste talenten van haar tijd.
Foekje Dillema in 1950, foto J.D. Noske via het Nationaal Archief
Precies 75 jaar geleden was er in Marssum, nabij Leeuwarden, een atletiekwedstrijd, die met terugwerkende kracht het begin bleek van één van de grootste sportschandalen uit de Nederlandse geschiedenis.
Machtsvertoon
Het verslag in de Leeuwarder Courant begon met een zin, die zomaar als opening van een literair meesterwerk gebruikt kan worden: ‘Het sportveld in Marssum, waar de Friese athletes en athleten elkaar gisteren in een sportieve strijd de eer betwistten, bood in de stralende zomerzon getooid met vlaggen een feestelijke aanblik, waarbij het zich kranig werende muziekcorps „Ons Genoegen” dit sportfestijn nog extra luister bijzette.’
Daarna werd er melding gemaakt van een jonge en nog onbekende atlete, die voor de eerste keer de aandacht trok. ‘Het opmerkelijk succes van de debuterende mej. Foekje Dillema uit Burum, die de finale honderd meter dames-D met groot machtsvertoon in 13 sec. voor haar rekening nam na in de serie een tijd van 12.8 sec. te hebben gelanceerd.’
Het was De Athletiekwereld, het tijdschrift van Atletiekunie, ook opgevallen in een artikel met als kop ‘Veelbelovend debuut van Foekje Dillema’. De verslaggever kon zijn ogen amper geloven: ‘Wie had er b.v. op gerekend, dat Mej. Foekje Dillema uit Burum, een nieuwelinge, die nog niet eerder op een wedstrijd was uitgekomen, haar serie 100 meter D. in 12.8 sec. zou winnen na slechts enkele weken voorbereiding ? Vanzelfsprekend won deze aanwinst de finale eveneens met groot machtsvertoon. Dertien seconden rond liep ze op haar slofjes. Let U maar eens op; van deze debutante hoort U meer!’
En dat was een voorspelling, die al heel snel uitkwam. Een maand later deed Dillema mee aan een propaganda-wedstrijd in Bolsward, door De Athletiekwereld omschreven als het rustige Friese stadje met zijn zeldzaam mooi stadhuis. ‘Foekje Dillema won in 27,4 sec. de 200 m, zoals ze wilde.’
Begin juni kende niemand haar naam; eind juli deed ze al wat ze wilde. Al heel snel werd ze vergeleken met een andere sprintlegende uit Friesland. ‘Een athlete, die sterk herinnert aan haar vroegere provincie-genote Tollien Schuurman,’ aldus Het Noorden in woord en beeld, ‘en waaruit bij goede leiding zeker nog heel wat te maken valt.’ Schuurman behoorde in de jaren dertig tot de wereldtop en had goud kunnen winnen op de Olympische Spelen van 1936 als die niet in nazi-Duitsland waren gehouden. Als overtuigde socialiste weigerde ze te rennen voor Hitler, zoals ze dat zelf zei.
Zo kort na de Tweede Wereldoorlog leek Friesland met Dillema dus opeens een nieuw supertalent voort te brengen, ‘een Friezinnetje, dat de athletiek volkomen op haar eentje beoefent’, zoals Het Noorden in woord en beeld opviel. Ze moest zich daarom nog wel verder ontwikkelen. ‘Dat is dan ook wel heel goed te zien aan haar start, waarop zij altijd verlies boekt tegenover haar beter geoefende tegenstanders.’
Fanny
In de jaren daarna ontwikkelde Dillema zich inderdaad spectaculair en leek zelfs Fanny Blankers-Koen voorbij te streven. In juni 1950 was de Olympische Dag, waar zowel Dillema als Blankers-Koen aanwezig was. Toch was er geen directe confrontatie, omdat de Amsterdamse op de 100 meter liep en Dillema de 200 meter.
Beide waren oppermachtig op hun eigen afstand, maar Dillema werd wél de winnaar van de dag. Ze had zojuist het nationale record van Blankers-Koen afgenomen. ‘Zonder onderlinge strijd had Foekje Dillema in het gevecht tegen het horloge Fanny Blankers-Koen een nederlaag bezorgd’, ronkte de Leeuwarder Courant, ‘een record ontnomen.’
Op 13 juli 1950 kwam er een einde aan deze opmars. Vlak voor een atletiekinterland tegen Frankrijk werd Dillema verwijderd uit de ploeg als gevolg van een seksetest om te controleren of ze wel een vrouw was, al werd dat laatste er aanvankelijk nog niet bij gezegd. De Telegraaf had toen echter al informatie over Dillema, die verder niemand had: ‘Het ziet er naar uit dat zij voor de wedstrijdsport verloren is.’
Later bleek dat de Nederlandse atletes op 8 juli een gynaecologisch onderzoek moesten ondergaan in het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag. Dillema weigerde mee hieraan te werken, zo stond in de notulen van de bestuursvergadering van de KNAU: ‘F. Dillema heeft afgeschreven voor de keuring.’ Volgens sporthistoricus Max Dohle was deze weigering voor de bond om Dillema voor het leven te schorsen het einde van haar korte loopbaan, die precies 75 jaar geleden begon in Marssum.