Grazie Sven-Göran Eriksson
We hadden in San Siro, na een Milan – Fiorentina (0-2), afgesproken om elkaar enkele dagen later te treffen in Florence. Toen ik op de afgesproken plek was, kwam hij met een uitgestoken hand naar me toe en stelde voor om ergens in de stad te gaan lunchen.
Ik rekende op een afstandelijke man maar toen ik naast hem in de auto zat merkte ik snel dat hij een vrolijke levensgenieter was. Hij vroeg of ik Florence een beetje kende. Ik antwoordde naar waarheid dat ik er gestudeerd had en de weg wel wist. “We gaan even naar een mooie stek, waar we rustig kunnen praten.” Even later zaten we aan de Arno op een plek die ik nog niet kende, met uitzicht op de Ponte Vecchio. Ideaal om kennis te maken en vooral om te interviewen.
Sven-Göran Eriksson is vandaag overleden. Zijn dood kwam niet onverwacht, want hij had die zelf aan het begin van het jaar aangekondigd en uiteindelijk van enkele plekken afscheid kunnen nemen. Hij was een bijzonder mens en sprak vorige week wijze woorden: “Ik heb van het leven genoten. Ik hoop dat jullie mij herinneren als een positief ingestelde man, die geprobeerd heeft om alles te doen wat in zijn mogelijkheden lag. Mijn leven is fantastisch geweest. Dank jullie wel en zorg goed voor jullie leven.”
Hij is 76 geworden.
IJshockeytactieken in het voetbal
Hij was 39 toen ik tegenover hem zat. Het werd een boeiend gesprek over zijn toepassing van ijshockeytactieken in het voetbal, over het onder druk zetten van een tegenstander en over het spelen met een zonedekking. Hij was revolutionair maar ook een beetje onbegrepen in Italië en kreeg snel het etiket dat hij een geboren verliezer was, een idealist. In 1982 had hij met IFK Göteborg de UEFA Cup gewonnen, door o.a. Valencia en HSV te verslaan.
De Zweedse ploeg bestond uit semiprofs. Zelfs Ernst Happel verkeek zich op deze ‘amateurs’. Eriksson ging na dit succes naar Benfica en kwam deze maand veertig jaar geleden naar Rome, als opvolger van Nils Liedholm vlak na de dramatisch verloren Europa Cup-finale. Bij AS Roma kreeg hij snel de bijnaam Mister X, omdat zijn ploeg zes van de eerste zeven wedstrijden gelijk speelde. In het tweede jaar ging het opeens veel beter en droomde AS Roma al van een derde scudetto maar in de slotfase met de titel voor het grijpen verloren de Romeinen thuis van het al gedegradeerde Lecce. Weg scudetto. Ik heb de vlag nog van het nooit gevierde kampioenschap.
Hij vertrok vervolgens naar Florence, waar hij de juweel Roberto Baggio moest polijsten. In een mix van Engels en Italiaans legde hij me zijn visie uit op het voetbal. Ik zag in hem de trainer waarmee het Hollandse AC Milan de wereld zou bestormen, maar tot ieders verrassing had Berlusconi voor die opdracht de onbekende Arrigo Sacchi aangesteld.
De kerst niet halen
Die overwinning in San Siro was een voorbode. Maar Eriksson zei eerlijk dat hij niet verwachtte dat hij die kans zou krijgen omdat Sacchi op hem een uitstekende indruk had gemaakt. Drie jaar later was Eriksson (inmiddels terug bij Benfica) de tegenstander van Milan in de EC-finale. Sacchi won met 1-0 dankzij Rijkaard.
In 1992, na weer een dramatisch verloren CL-finale, kwam hij bij Sampdoria om een nieuwe ploeg op te bouwen na het vertrek van Luca Vialli. Een maand voor de fatale finale sprake hij met Vialli en Mancini af in het Negresco van Nice om zijn plannen met hen te bespreken. Eriksson had een duidelijk plan.
Toen de sterspeler was vertrokken belde voorzitter Mantovani hem op: “Als U zich nu besodemieterd voelt, begrijp ik dat goed en dan ontbinden we het contract en betaal ik voor één jaar uit.” Eriksson antwoordde: “Nee, ik wil heel graag bij Uw club werken, ook zonder Vialli, dat is echt geen probleem, al vind ik het wel jammer dat hij vertrokken is.”
Gullit
Het werden vijf leuke jaren, vooral het seizoen met Gullit, die onder de Zweed zijn fijnste jaar in Italië beleefde. En daarna ging hij met een deel van die ploeg naar Lazio om met Mancini, Veron, Mihajlovic en Lombardo kampioen te worden. Lazio won ook de laatste Europa Cup voor bekerwinnaars en (deze week een kwart eeuw geleden) de Europese Supercup. Lazio, met ook Nesta, Simeone, Conceiçao, Salas en Simone Inzaghi groeide uit tot een meesterlijke ploeg, in de zin dat de meeste spelers later trainer zouden worden.
Sven-Göran kreeg het aanbod dat hij niet kon weigeren en vertrok naar Engeland om daar de eerste buitenlandse bondscoach te worden. En toen veranderde zijn leven op slag. Hij werd bekend als een womanizer en kon Engeland toch ook niet aan de wereldtitel helpen (maar wel aan een overwinning op Argentinië).
Op een avond in Oporto zag hij me tussen journalisten en sprak me aan: “Parliamo della Sampdoria, prego.” Om even van de Engelse media af te zijn, wilde hij het hebben over de Italiaanse club die hem het meest aan het hart ging en toen, net als nu, in de Serie B speelde.
Discipelen
Hij dook daarna overal en nergens op, tot het bondscoachschap in de Filippijnen aan toe. Hij heeft een geweldig leven gehad maar ook zoveel gegeven. Zijn discipelen werken nog overal van Carlo Ancelotti tot Diego Simeone, van Simone Inzaghi tot Sergio Conceiçao, van Roberto Mancini tot Dejan Stankovic, van Alessandro Nesta tot Juan Sebastian Veron, van Enrico Chiesa tot Clarence Seedorf, van Ruud Gullit tot Vincenzo Montella. Dit vooral is zijn nalatenschap.
Het was een eer om met hem aan tafel te zitten en een focaccia te delen en naar hem te luisteren.
Grazie, mister, riposa in pace.