Henricus Thijsen uit Amsterdam heeft nooit geweten dat hij in 1903 wereldkampioen turnen was
Henricus Thijsen was in 1903 de eerste Nederlandse turner met een wereldtitel. Het zou leuk zijn geweest als iemand hem dat ook had verteld.
Het XXVIIe Belgisch Turnbondsfeest Antwerpen, afbeelding uit de collectie van Sportimonium via Europeana
Het wereldkampioenschap turnen wordt dit jaar in Antwerpen gehouden, van 30 september tot 8 oktober. “Met dit wereldkampioenschap profileren we Antwerpen verder als sporthoofdstad van Vlaanderen en als bakermat van de internationale gymnastieksport”, zo zei de verantwoordelijke sportwethouder Ludo Van Campenhout in 2019 na toewijzing. Daarna verwees hij naar het verre verleden: “In Antwerpen had in 1903 het eerste wereldkampioenschap gymnastiek plaats.” Kort gezegd: het WK turnen keert voor even terug naar het ouderlijk huis.
Nederland stuurde toen ook een delegatie, want zo’n afstand was in die tijd nog wel te overzien. Er werden negen individuele deelnemers geselecteerd, afkomstig uit Groningen, Utrecht, Nijmegen, Rotterdam en Amsterdam. Voor clubwedstrijden werden verenigingen vanuit het hele land afgevaardigd: Plato, TONIDO en Spartacus uit Amsterdam, Uitspanning door Inspanning uit Bergen op Zoom, Sparta uit Delft, Hercules uit Rotterdam, Vooruitgang Zij Ons Doel uit Deventer en Hannibal uit Den Bosch.
Op dit eerste WK, zo blijkt uit de statistieken, werd een Nederlands succes geboekt. Henricus Thijsen uit Amsterdam eindigde op een gedeelde eerste plaats op het onderdeel voltige, samen met twee Fransmannen. Pas in 2005 kreeg hij eindelijk een Nederlandse opvolger toen Yuri van Gelder wereldkampioen aan de ringen werd.
Toch is er een groot verschil tussen deze twee turners: Van Gelder wist dat hij de beste van de wereld was geworden, maar Thijsen had geen flauw idee. Hij had namelijk helemaal niet meegedaan aan een wereldkampioenschap.
Terug naar 1903
Op 14 augustus 1903 begon in Antwerpen de 27e editie van het Belgische turnbondsfeest, dat duurde tot 18 augustus. ‘Het aantal turners dat aan dit feest deelneemt,’ schreef Algemeen Handelsblad op 28 juni 1903, ‘overtreft alle verwachtingen.’ Sterker: nog nooit was het deelnemersaantal zo hoog geweest. Dat kwam vooral omdat er een internationaal toernooi op het programma stond. ‘Voor dezen wedstrijd interesseert men zich in bijna alle staten van Europa en hij belooft hoogst belangrijk te zullen worden.’
Er waren twee soorten wedstrijden: voor landenteams en voor verenigingen. Voor het eerste onderdeel stelde elk land een delegatie van negen turners samen, die allemaal oefeningen moesten uitvoeren, zowel verplichte als vrijwillige nummers. Alle punten werden aan het eind opgeteld om te zien welk land er had gewonnen. Er waren hierbij géén prijzen voor individuele winnaars! Bij de verengingswedstrijden waren er wél prijzen per onderdeel, die uitgereikt werden aan de vereniging zelf. Aan deze onderdelen deden alleen mannen mee, maar tijdens een demonstratieoptreden kwam een damesturnvereniging uit Kopenhagen in actie. En dan was er ook nog een grote turntentoonstelling in die stad, verdeeld over verschillende onderwerpen. Hier waren weer prijzen voor de mooiste inzendingen.
Antwerpen kon de toestroom amper herbergen. ‘Reeds nu zijn alle beschikbare plaatsen in de hotels besproken. Wel heeft het gemeentebestuur de scholen beschikbaar gesteld, maar ook daarmede is men nog niet geheel geholpen.’ Het ministerie van oorlog stemde daarom na lang tegenstribbelen in om twee kazernes in te zetten voor huisvesting.
Medaille uit 1903, uit de collectie van Sportimonium via Europeana
Trillend van geestdrift
Het is essentieel om op te merken dat niemand in 1903 over een wereldkampioenschap sprak. Veel belangrijker was dat Nikolaas Cupérus werd geërd vanwege zijn 25-jarige jubileum als voorzitter van de Belgische Turnbond. Speciaal voor deze gelegenheid somde het Handelsblad op wat Cupérus, wiens ouders overigens beide uit Friesland kwamen, allemaal had gedaan voor de turngemeenschap. ‘Allereerst hebben wij aan hem te danken dat tusschen de verschillende turnbonden, een internationale overeenkomst werd gesloten met het verheven doel, de turnwetenschap te bevorderen, de vriendschapsbanden tusschen de verschillende Bonden nauwer aan te halen, om zoodoende de verbroedering tusschen de volkeren te verkrijgen. Den heer Cupérus vond men den geschiktsten persoon als voorzitter voor dezen internationalen Bond.’
Diezelfde Cupérus was erg blij met de grote Nederlandse opkomst, zo zei hij in zijn toespraak tijdens de openingsceremonie: ‘Hij spreekt trillend van geestdrift den welkomstgroet uit,’ merkte De Telegraaf op, ‘en brengt een bijzondere hulde aan de Nederlanders, die door niet minder dan acht verschillende vereenigingen vertegenwoordigd zijn.’
Op zaterdag kwamen deze allemaal in actie met een enorm resultaat, zo vatte de Telegraaf samen. ‘In de prijskampen tusschen de vreemde vereenigingen hebben zij, op slechts één enkelen na, al de prijzen weggehaald! Dat mag een triomf zonder voorgaande heeten! Geen wonder, dat overal waar de Nederlandsche gymnasten verschijnen, zij de helden van de dag zijn!’
Bij de landenwedstrijd had Nederland het veel minder goed gegaan met alleen een eerste plaats voor Henricus Thijsen, en dan nog gedeeld ook. In de eindrangschikking werd de vierde plaats behaald, van de vier. ‘Het is hier niet de plaats over den aard van de oefeningen uit te weiden,’ analyseerde het Handelsblad. ´Voor zoover wij hebben kunnen nagaan, was de stof voor onze Nederlandsche groep te machtig.´
Snackbar van de geschiedenis
Precies 120 jaar later vinden we alleen de prestatie van Thijsen terug in de officiële statistieken, waarbij hij zelfs als wereldkampioen werd omschreven. Dat is om meerdere redenen merkwaardig. Om te beginnen was er in 1903 helemaal geen individueel klassement bij de landenwedstrijden. En dan waren het ook nog geen eens wereldkampioenschappen.
Het was pas in 1931 dat dit evenement in Antwerpen met terugwerkende kracht werd erkend als het eerste wereldkampioenschap, net het jaar waarin de Fédération Internationale de Gymnastique precies een halve eeuw bestond. Door dit besluit kreeg het WK turnen er opeens heel veel gratis geschiedenis bij, een mooi cadeautje van de FIG. Dat gold dan weer niet voor het wedstrijddeel met de turnverengingen, want dat werd uit de statistieken geschrapt. Het leek wel een bezoek aan de snackbar van de geschiedenis, waar iedereen naar believen iets lekkers uit de muur trekt.
Thijsen heeft daarom nooit geweten dat hij opeens wereldkampioen was geworden. In 1925 emigreerde hij naar Zuid-Afrika, zes jaar voordat hij met terugwerkende kracht die titel in de schoot kreeg geworpen. Daar is hij in 1946 overleden, 65 jaar oud.
Vijf jaar na zijn dood verscheen de Sport Encyclopaedie, ruim 800 pagina’s gevuld met alle relevante Nederlandse sportgeschiedenis, samengesteld door de veertig beste en belangrijkste sportjournalisten uit die tijd. En zelfs daarin werd Thijsen niet genoemd als de wereldkampioen van 1903. Yuri van Gelder was daarom in 2005 de eerste Nederlandse turner, die wél wist dat hij wereldkampioen was.