Het vergeten olympische protest van 1968
De Amerikaans atleet Lee Evans is overleden. In 1968 balde hij zijn vuist op de Olympische Spelen, maar ruim een halve eeuw later kunnen we ons alleen nog het protest van Tommie Smith en John Carlos herinneren.
Lee Evans, foto via Wikipedia
Tommie Smith en John Carlos werden wereldberoemd toen ze tijdens hun medailleceremonie op de Olympische Spelen van 1968 hun gebalde vuisten in de lucht staken. Het ging de geschiedenis in als de Black Power-groet, maar zelf noemde Smith het een stil gebaar – letterlijk a silent gesture. Meteen daarna werden deze zwarte Amerikaanse atleten van de Olympische Spelen verwijderd.
Dat leverde weer nieuw protest op van Lee Evans, Larry James en Ron Freeman, die tijdens de ceremonie voor de 400 meter ook hun vuisten in de lucht staken. En ook de verspringers Bob Beamon en Ralph Boston protesteerden publiekelijk. Uit het raam van de Amerikaanse ploeg hing een spandoek met de tekst ‘Weg met Brundage’, verwijzend naar de IOC-voorzitter die Smith en Carlos had weggestuurd.
Vergeten
Dat protest van Evans kan niemand zich dan meer herinneren. Als atleet trok hij vanaf 1966 al wereldwijde belangstelling met het verbreken van het wereldrecord op de 4 x 400 meter, als eerste binnen drie minuten. Smith zat ook in deze ploeg.
Als duo verklaarden zij een jaar later dat zij overwogen om de Spelen van 1968 te boycotten, na een oproep van socioloog Harry Edwarde. “Op de baan ben je Tommie Smith, de snelste man ter wereld,” citeerde de Nederlandse pers Smith in een artikel vol n-woorden. “Daar buiten ben je gewoon een nikker. Als de zwarte atleten de Olympische Spelen boycotten, is dat voor de Verenigde Staten niet zo best. Wij betekenen heel wat op de sprint, het verspringen en de hordenloop.” In de maanden daarna benadrukten de voorstanders van zo’n boycot dat die bedoeld was “om eens te meer de aandacht van de wereld op de rassendiscriminatie in Amerika te vestigen”.
Smith en Evans waren de internationale boegbeelden. Zo liepen de spanningen al voor aanvang van de Spelen op, vooral omdat Avery Brundage zeer getergd reageerde, als de ultraconservatieve IOC-voorzitter, het slechtste wat de olympische beweging ooit heeft voortgebracht.
Look on the television
Alleen al door die boycotdreiging werd pijnlijk duidelijk hoe racistisch de Amerikaanse sportwereld was, zoals de hele Amerikaanse maatschappij. ‘Diverse topatleten zijn uit een selectieploeg gestoten,’ schreef De Waarheid op 25 juli 1968, ‘omdat ze het hadden gewaagd een avondje uit te gaan met een blank meisje.’ Ook gaf de krant het voorbeeld van American football waarbij zwarte spelers met ernstige blessures gedwongen werden om door te spelen, waar hun blanke collega’s van het veld werden gedragen voor een medische behandeling.
Pas enkele dagen voor de openingsceremonie sloten deze zwarte atleten zich alsnog aan bij de Amerikaanse ploeg. “Wij zinnen nog op mogelijkheden ons probleem onder ieders aandacht te brengen,” verklaarde Evans, “maar willen er vooral een stijlvolle vertoning van maken. Misschien geven wij onze medailles terug. Wij kunnen alleen maar zeggen: Look on the television“.
En dat liep dus uit op de medailleceremonie met de gebalde vuist, één van de beroemdste momenten ooit op de Olympische Spelen. Na de finale van de 200 meter werden Smith, Carlos en Peter Norman uit Australië gehuldigd, waarbij de eerste twee hun vuist in de lucht staken, gestoken in een zwarte handschoen. Zwijgend bogen ze het hoofd, voor Smith een moment voor gebed, zo schreef hij in zijn autobiografie. De atleten hadden hun schoenen uitgetrokken en toonden hun zwarte sokken als symbool voor de armoede onder de zwarte inwoners van de Verenigde Staten.
Smith en Carlos werden daarna uitgespuugd door de Amerikaanse sportwereld, vooral door de bemoeienissen van Brundage. De vrouw van Smith pleegde uiteindelijk zelfs zelfmoord. Australië reageerde overigens hetzelfde op Norman, die sinds 1968 werd geboycot door zijn sportieve landgenoten.
Tijdens de begrafenis van Norman in 2006 droegen Smith en Carlos zijn kist, uit respect voor zijn actieve bijdrage aan hun protest. We zullen deze twee Amerikaanse atleten waarschijnlijk ook zien bij het afscheid van Evans, die tenslotte net zo belangrijk is geweest voor het protest van 1968 als Smith en Carlos. Het is jammer dat we er pas na zijn dood achterkomen, net als bij Norman.