Nieuw

In het Rijksmuseum van de Sport moet ook aandacht komen voor de gehandicaptensport

Er komt steeds meer aandacht voor de Paralympische Spelen, wat niet zo is in de erfgoedsector. De maatschappelijke geschiedenis van de gehandicaptensport hoort ook hier thuis, schrijf ik in mijn nieuwsbrief over het Rijksmuseum van de Sport – hier gratis abonneren.

Gouden medaille van Netty van der Krieke op de Stoke Mandeville Games van 1971. Foto uit de collectie van NOC(NSF via Europeana

Het Gelders Archief beheert de documenten van de Olympische Spelen voor Gehandicapten van 1980 in Arnhem. Dit materiaal is sinds deze zomer toegankelijk voor onderzoek, maakte de erfgoedinstelling bekend.

Dat is heel goed, omdat de Paralympische Spelen van 1980, zoals we het sportevenement tegenwoordig noemen, de enige editie is die in Nederland is gehouden. Het archief is in principe openbaar, uitzonderingen daargelaten. De inventarisatie staat hier.

Gebrek aan erfgoed

Het Gelders Archief levert met deze collectie een belangrijke bijdrage aan het vastleggen van de geschiedenis van de gehandicaptensport in Nederland. Dat is niet goed geregeld, constateerde het Mulier Instituut al in 2013 in het rapport Paralympische beweging en Nederland. Mark Verhaag zocht hiervoor als bachelor geschiedenisstudent uit welke kennis er inmiddels was verzameld en of die enigszins toegankelijk was.

Het antwoord hierop was kort en duidelijk: ‘Uit het onderzoek naar de archieven is duidelijk geworden dat historisch materiaal over dit onderwerp heel schaars is en moeilijk te traceren.’ Dat was vaak slecht beschreven en nauwelijks gedocumenteerd.

Er werden elf jaar geleden slechts drie belangrijke vindplaatsen gelokaliseerd: de archieven van Gehandicaptensport Nederland, het (werk)archief van NOC*NSF en een deel van de collectie van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers bij het Nationaal Archief in Den Haag.

Veel informatie zit bij mensen zelf, vaak voormalige sporters of bestuurders, meldde het rapport. ‘De grootste bron voor historische kennis zit in het geheugen van mensen die betrokken waren, is een veel gehoorde uitlating.’

Zoals Roos Abelman van het radioprogramma Spraakmakers mij deze week vroeg in een gesprek over de geschiedenis van de Paralympische Spelen: “Zit het archief alleen in jouw hoofd?” Zo erg is het gelukkig niet, want er zijn nog veel meer hoofden. Het probleem is helaas nog wel steeds net zo urgent als in 2013: het gaat niet goed met de archieven over de gehandicaptensport.

Het mislukte bid van 1992

Een goed voorbeeld is de kandidatuur van Hengelo voor de Paralympische Spelen van 1992. Dat gebeurde in de schaduw van de poging van Amsterdam om de Olympische Spelen van dat jaar te organiseren, wat uitliep op een enorme flop.

Sommige betrokkenen proberen nog steeds om de schuld van dit olympische fiasco in de schoenen te schuiven van de tegenstanders rond Saar Boerlage, maar deze campagne was vanaf het begin gedoemd om te mislukken. IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch had Nederland vooral gek gemaakt om de schijn te wekken van een eerlijke competitie om die Zomerspelen naar Barcelona te halen. De Nederlandse sportbestuurders trapten er veertig jaar geleden met open ogen en het volle verstand in, wat ze doodleuk opnieuw deden bij het bid voor het WK voetbal van 2018.

Dat mislukte bid van Amsterdam is bekend en vaak onderzocht. Dat er daarnaast nog zes eens Nederlandse steden belangstelling hadden om dat jaar de Paralympische Spelen te organiseren, is dan weer volkomen vergeten. Dat geldt ook voor de wetenschap dat Hengelo officieel werd aangewezen als de Nederlandse kandidaat.

Het is dan ook zeer moeilijk te herleiden, heb ik gemerkt voor een verhaal over dat mislukte paralympische bid, dat ik heb geschreven voor Trouw. Er zijn hierover wel wat archieven en boekjes bewaard, maar dan wel overal verspreid.

De officiële kandidaatstelling van Eindhoven heb ik gevonden in het Stadsarchief Amsterdam. De brochures van Assen en Hengelo trok ik aan bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het dossier van Haarlem was één van de weinige, dat op een logische plaats lag: in het Noord-Hollands Archief in Haarlem. Het eindrapport over alle steden ligt ook in Haarlem. Zo is deze hele affaire uit de Nederlandse gehandicaptensport niet alleen vergeten, maar ook nog eens zeer moeilijk te reconstrueren.

Emancipatie

Dat is de reden dat het Gelders Archief er goed aan doet om het materiaal van Arnhem 1980 toegankelijk te maken. Dat werd ook wel eens tijd, ruim tien jaar na het onderzoek van het Mulier Instituut. De emancipatie van de gehandicaptensport is de afgelopen jaren in een stroomversnelling gekomen, maar dat gaat nog lang niet op voor het vastleggen van de geschiedenis van diezelfde gehandicaptensport.

Ook dit onderwerp is daarom belangrijk voor het Rijksmuseum van de Sport. Waarbij het niet op nieuw meer dan tien jaar moet duren voordat er iets gebeurt.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.