Jan Janssen moest het langst wachten op de Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs
De Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs is weer uitgereikt aan een sporter met buitengewone verdiensten. Dat gebeurt sinds 2005 met tot nu toe 21 winnaars. Sportgeschiedenis zet zes feiten en drie bonustips op een rij over deze Nobelprijs voor de Sport.
Drie winnaars op een rij bij de première van de film over Johan Cruijff: Cruijff zelf, Anton Geesink en Ard Schenk. Links naast Cruijff staat Nico Rijnders. Foto Hans Peters via het Nationaal Archief
De Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs is voor een sporter, die door buitengewone prestaties wordt onderscheiden. Het is een soort Nobelprijs voor de allerbeste sporters, een oeuvre-award.
Feit 1: alle winnaars zijn blank en geboren in Nederland
Hieronder staat de complete lijst met winnaars, waarbij meteen opvalt dat ze allemaal wit zijn en geboren in Nederland. Dat is een puur feitelijke constatering zónder beschuldiging van racisme. Dat neemt niet weg dat deze prijs steeds minder overeenstemt met de huidige sporttraditie, want die is inmiddels veel breder. In 2022 wordt de sport bepaald door mensen met verschillende huidskleuren, die ook vaak buiten Nederland zijn geboren.
- 2005 Sjoukje Dijkstra
- 2005 Nico Rienks
- 2005 Johan Cruijff
- 2005 Ard Schenk
- 2005 Anton Geesink
- 2006 Leontien van Moorsel
- 2007 Peter Blangé
- 2008 –
- 2009 Inge de Bruijn
- 2010 Pieter van den Hoogenband
- 2011 Edwin van der Sar
- 2012 Anky van Grunsven
- 2013 Teun de Nooijer
- 2014 Rintje Ritsma
- 2015 Joop Zoetemelk
- 2016 Esther Vergeer
- 2017 Yvonne van Gennip
- 2018 Marianne Timmer
- 2019 Richard Krajicek
- 2021 Hennie Kuiper
- 2021 Bibian Mentel
- 2022 Jan Janssen
Feit 2: wielrennen loopt in op schaatsen
Van alle sporten is het schaatsen het meest onderscheiden. Wielrennen heeft in de afgelopen jaren overigens wel de achterstand ingelopen.
Verder is de hoofdsmaak vooral olympisch en paralympisch. Zeventien van de 21 sporters zijn in actie gekomen op de Olympische of Paralympische Spelen om daar in de meeste gevallen hun meest aansprekende prestaties te leveren, natuurlijk zonder hun verdere loopbaan te vergeten (Joop Zoetemelk en Hennie Kuiper bijvoorbeeld). De enige uitzonderingen zijn de voetballers, Krajicek en Janssen.
Sporters die géén olympische sport uitoefenen zijn daarmee zwaar ondervertegenwoordigd. Andere belangrijke sporten zónder een Fanny zijn atletiek (terwijl de prijs naar een atleet is vernoemd), turnen, zeilen / windsurfen, boksen, tafeltennis, auto- en motorsport, darts en denksporten.
De lijst van winnaars bestaat uit dertien mannen en acht vrouwen. Deze ongelijkheid stamt vooral uit het eerste jaar met de verkiezing van vier mannen en één vrouw in één keer. Tot de uitbraak van corona ging het redelijk gelijk op met zeven mannen en zes vrouwen, maar inmiddels groeit de ongelijkheid weer licht bij de prijs, die is vernoemd naar een vrouw.
Feit 4: er zijn enorme verschillen in de wachttijd voor de winnaars
De winnaars van de Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs zijn onderscheiden voor hun complete loopbaan als wedstrijdsporter. Bij Jan Janssen gebeurde dat vijftig jaar na het einde van zijn loopbaan als wedstrijdsporter. Van alle 21 winnaars heeft niemand langer moeten wachten dan deze wielrenner. Edwin van der Sar kreeg deze onderscheiding dan weer in hetzelfde jaar als zijn afscheid als wedstrijdsporter.
Zo zijn er ruwweg twee mogelijkheden ontstaan om als sporter te worden toegelaten tot de eregalerij: als onmiddellijke beloning in het jaar van afscheid of een ruime tijd later.
Feit 5: de jaren 70 zijn ondervertegenwoordigd
De winnaars behaalden hun successen vanaf de jaren 50 tot en met het de jaren tien van deze eeuw. De meeste loopbanen overlappen verschillende decennia, zoals Johan Cruijff met de jaren 60, 70 én 80. Die tellen we allemaal mee
De jaren 50 en 70 zijn ondervertegenwoordigd. Voor de jaren 50 is dat geen verrassing, omdat Nederland in die tijd weinig internationale sporthelden had en omdat er al veel mensen uit die tijd zijn overleden. Voor de jaren 70 is het wél opmerkelijk, omdat Nederlandse sporters in die tijd wél grote successen boekten – precies wat wordt beoordeeld bij een oeuvre-award. Om die het verdiende eerbetoon te geven, moet de vakjury wel een beetje opschieten. De jaren 90 en 00 zijn juist oververtegenwoordigd.
Feit 6: één onderscheiding is postuum uitgereikt
Bibian Mentel werd in 2021 onderscheiden, in het jaar van haar overlijden, Zij is daarmee de enige in de rij, die de Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs postuum heeft gekregen.
Na Esther Vergeer was zij de tweede gehandicaptensporter met een Fanny. Dat is natuurlijk heel weinig, maar voor deze oeuvre-award is dat ook weer niet zo heel opmerkelijk. Gehandicaptensport krijgt pas relatief kort aandacht van media en publiek en is daarom pas sinds kort onderdeel van onze nationale sporttradities.
Drie bonustips
Na deze zes feiten over de 21 winnaars hebben we als bonus nog drie tips voor volgend jaar.
Nelli Cooman. Geboren in Suriname, met een sportief hoogtepunt in de jaren 80, maar niet op de Olympische Spelen. Zij vertegenwoordigt een sport die nog nooit is onderscheiden, bijna een kwart eeuw nadat zij is gestopt. Ze vertelt een bijzonder verhaal over beleving en doorzettingsvermogen.
Arnold Vanderlyde. Bokser, toonaangevend in de jaren 80 en 90. Won drie keer brons op rij bij drie Olympische Spelen. Hij was daarmee de eerste Nederlandse bokser sinds Bep van Klaveren in 1928 met een olympische medaille. Werd ook drie keer Europees kampioen. Met Regilio Tuur is hij de enige bokser die werd verkozen tot beste sportman van het jaar.
Egbert Streuer. De meest succesvolle Nederlandse motorcoureur ooit. Behaalde zijn successen in de dubbelspan in de jaren zeventig, tachtig en negentig, vooral met Bernard Schnieders (in 2005 overleden).Vertegenwoordigt een niet-olympische sport die nooit eerder werd onderscheiden met een Fanny–zelfs nog nooit met een Jaap Eden.