Jean Bogaerts won in 1945 de allereerste Omloop
Het wielerseizoen begint zaterdag met de 78e editie van de Omloop Het Nieuwsblad. De Belg Jean Bogaerts won in 1945 de allereerste editie. De bevrijding van Noordwest-Europa was toen nog in volle gang.
Jean Bogaerts in 1951, foto J.D. Noske via het Nationaal Archief
Door Ronnie van den Bogaart
Jérôme Stevens, een roemruchte sportredacteur van de Belgische krant Het Volk, wilde een tegenhanger creëren voor de succesvolle Ronde van Vlaanderen. Deze werd georganiseerd door de concurrerende krant: Het Nieuwsblad – Sportwereld. De ‘Ronde’ was in de oorlogsjaren overigens ‘gewoon’ doorgegaan.
Toen op 25 maart 1945 de eerste ‘Omloop’ van start moest gaan, was België nog maar amper bevrijd. De wedstrijd zou gaan over 187 kilometer van Gent naar Gent, toen nog als de ‘Omloop van Vlaanderen’. Deze werd twee jaar later omgedoopt in de ‘Omloop Het Volk’, onder stevige druk van Karel Van Wijnendaele van Sportwereld. Volgens de organisator van de Ronde van Vlaanderen neigde de naam van de nieuwe koers naar plagiaat. Het Nieuwsblad zelf sprak jarenlang consequent over de klassieker ‘Gent – Gent’.
De bevrijding van Noordwest-Europa was in het voorjaar van 1945 nog in volle gang. De organisatoren van de ‘Omloop’ kregen van de geallieerden pas op het allerlaatste moment toestemming om de wedstrijd door te laten gaan. Onder strikte voorwaarden. Fer Schroeders hierover in De wielerklassiekers tot 2000: “De grote verkeersaders waren voorbehouden aan het militaire verkeer (…) De renners zouden uiterst rechts op de weg moeten rijden en op sommige stroken werd de koers zelfs geneutraliseerd.”
Twee maal twintig eierdooiers
Onder die omstandigheden toog de jonge Jean Bogaerts, twintig jaar oud pas, van Koningsloo in Vlaams-Brabant op de fiets naar Gent, om daar zijn eerste profkoers te gaan betwisten. Onderweg in de koers kwam hij met twaalf andere renners voorop. Bogaerts was een echte krachtpatser met een sterk eindschot. In het ‘Kuipke’ in Gent klopte hij iedereen in de sprint, onder ruime publieke belangstelling. Zo werd Bogaerts bij zijn profdebuut meteen al winnaar van de allereerste ‘Omloop’. Van de 83 gestarte renners reden er 33 de wedstrijd uit.
Jean Bogaerts was in 2011 op de Vlaamse televisie te gast in De Laatste Show. Een krasse knar met een vlotte babbel. Bij goed weer stapte hij nog altijd op de fiets. Bogaerts mocht het zo te horen graag allemaal nog eens vertellen:
Over zijn eerste koersvelo die hij pas op zijn achttiende had gekregen. Daarvóór trainde hij in de oorlogsjaren naar eigen zeggen op een vrouwenfiets. Over de Ronde van Limburg, die hij voltooide op het rijwiel van een beenhouwer, en over zijn eetgewoonten. Zijn geheim: pekelharing! En natuurlijk over zijn twee bidons, gevuld met ieder twintig eierdooiers, alleen voor de langere koersen.
Bogaerts bleek in De Laatste Show nog even rap van tong als vroeger met de benen. Naast hem op de bank zat ene Eddy Merckx. Bogaerts over zijn eigen overwinningen: “Ge moet ook een beeke chance hebben.” Om zich vervolgens tot Merckx te richten: “Gij weet dat ook hè…”
De grootste wielrenner aller tijden, zelf winnaar van vijf keer de Tour, vijf keer de Giro, zeven keer Milaan – San Remo, vijf keer Luik – Bastenaken – Luik, drie keer Parijs – Roubaix, twee keer de Ronde van Vlaanderen, vier wereldtitels op de weg en zo nog wat koersen, waaronder twee maal de Omloop Het Volk, kon er smakelijk om lachen.
Fausto Coppi en Cees Joosen
Jean Bogaerts was een echte broodrijder. Als winnaar van de ‘Omloop’ van 1945 verdiende hij overigens zesduizend frank. Niet onaardig in die moeilijke tijden. Buiten de landsgrenzen liet de bonkige renner zich maar weinig zien. Zo reed hij nooit de Tour de France.
Hersteld van een schedelbreuk, opgelopen bij een zware val in 1948, won Bogaerts in 1951 opnieuw de Omloop Het Volk en daarnaast de Ronde van Nederland. Ook werd hij een keer tweede in Luik- Bastenaken – Luik en derde in Parijs – Brussel, in die dagen misschien wel een grotere koers dan de Koningsklassieker in de Ardennen.
De Omloop Het Volk bleef nog jarenlang vooral een nationale wedstrijd. Met de opmerkelijke deelname van Fausto Coppi in 1948 als opvallende uitzondering. De uitslag van de eerste editie in 1945 doet nog Vlaamser aan dan die van het WK veldrijden in Koksijde. Precies één ‘buitenlander’ haalde dat jaar in Gent de eindstreep.
De Nederlander Cees Joosen, een bescheiden renner uit Made, arriveerde ruim drie minuten na Bogaerts als tweeëntwintigste in het ‘Kuipke’. Dat deed hij in het gezelschap van ‘IJzeren’ Briek Schotte, die in 1942 al de Ronde van Vlaanderen had gewonnen. Ook in internationale koersen zou Schotte later nog volop van zich doen spreken.
Bogaerts is in 2017 overleden.