Mede dankzij studenten uit Leiden kennen we nu de Varsity en de Schaatsenrijders Bond
De Universiteit Leiden bestaat 450 jaar. Deze academische instelling speelde een belangrijke rol in de begintijd van de moderne sport. 
De schermschool in Leiden, via het Rijksmuseum
Op 8 februari 1575 was de oprichting van de Universiteit Leiden. En daarom is het nu feest.
Schermschool
De studentensport in Leiden heeft een lange geschiedenis. Schermen was al in de zeventiende eeuw erg populair onder studenten, nog voordat er sprake was van moderne sport. Dat blijkt in ieder geval uit een tekening uit 1610 van een schermschool aan de universiteit van Leiden, bewaard door het Rijksmuseum. Franeker volgde in 1611 en Utrecht in 1638.
Schermmeesters zijn daarna vrijwel altijd werkzaam geweest in de academiesteden. ‘Via die schermschool kon de student lessen volgen in rijden, schermen, dansen, exerceren en schieten,’ schreef sporthistoricus Nico van Horn in 2009. ‘Ver weg van de burgerij, ver van de stad Leiden, maar alleen onder de heren studenten.’
Het ging daarom niet zozeer een vermaak, maar vooral om een levenshouding, wat Ad de Vrankrijker in 1936 ook al schreef in het boek Vier eeuwen Nederlandsch studentenleven. ‘Geschermd werd er veel in die tijden, toen het gewoonte was om nooit zonder degen of rapier [een zwaard, jRRT] in het openbaar te verschijnen, zoodat elk student gewend was aan het gebruik van wapenen.’
Als vijandelijke troepen in aantocht waren hielpen deze gewapende studenten mee bij de verdediging van hun stad. Hun geoefendheid was een voordeel, behalve als ze zich op de verkeerde momenten bezondigden aan zuippartijen. ‘In 1665,’ schreef De Vrankrijker, ‘bij het dreigende beleg van Groningen door den bisschop van Munster, boden de studenten zich spontaan als vrijwilligers aan en vormden een afzonderlijke compagnie.’
Van de Leidse ‘academiejeugd’ weten we dat zij in het Rampjaar 1672 meehielpen de stad te verdedigen. Deze vrijwilligers werden bewapend en kregen een eigen vaandel van oranjedoek, met daarop Pallas Athena, de godin van de wijsheid, met de uil aan haar voeten. Na een diensttijd van zes maanden werden deze studenten door de stad onderscheiden met een zilveren gedenkpenning.
De wedstrijden werden gehouden op het Galgewater, een vroeg voorbeeld van een universitair sportcentrum
Varsity
In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam vanuit Engeland de moderne sportcultuur op. De studentenwereld was er snel bij. Op 5 juni 1874 was in Leiden de oprichting van Njord, de oudste nog bestaande studentenroeivereniging.
‘Toen in 1876 in Delft ook een studentenroeivereniging ontstond,’ schreef Van Horn over Laga, ‘duurde het nog geen twee jaar of de twee bekampten elkaar tijdens de Universiteitswedstrijd, of studentenroeiwedstrijd.’ Bijna anderhalve eeuw later kennen we dat evenement als de Varsity, nog steeds het jaarlijkse hoogtepunt van het studentenroeien.
Schaatsenrijders Bond
Ook op het ijs liet de academische gemeenschap zich zien. De Studenten IJsclub Amsterdam is van 1864. Vijf jaar later werd er zo’n vereniging opgericht in Leiden. Van Horn: ‘De wedstrijden werden gehouden op het Galgewater, een vroeg voorbeeld van een universitair sportcentrum, want niet alleen de schaatsers waren daar te vinden, maar ook de zwemschool en vanaf 1875 de roeiers van Njord.’
De Leidse studenten waren in 1882 betrokken bij de oprichting van de Nederlandsche Schaatsenrijders Bond. ‘Slechts 9 ijsclubs namen de uitnoodiging aan,’ staat in het Gedenkboek van de KNSB uit 1932 over de voorbereidingen hiervoor. Die andere waren Groningen, Makkum, de Amsterdamsche IJsclub, Purmerend, Deventer, Kralingen en Omstreken, ’s-Gravenhage en Leeuwarden.
Namens de Studenten IJsclub Leiden werd Johan van Buttingha Wichers secretaris van de Schaatsenrijders Bond. Samen met medebestuurslid Baron De Salis ontwikkelde hij zelfs een nieuw type hardrijschaats, aldus Schaatshistorie, het model Wichers-de Salis.
De verbeterde Wichers-Salis, tekening Pim Mulier uit het publieke domein
Nog belangrijker is het boek Schaatsenrijden van Van Buttingha Wichers uit 1888. Max Dohle noemt dat ‘de bijbel van het schaatsen’. Het bevat een zeer uitgebreid historisch deel, maar daarbij ook nog een handleiding voor het schaatsen. Zo is de Studenten IJsclub Leiden erg belangrijk geweest voor de begintijd van de schaatssport.
Van Buttingha Wichers werd maar 32 jaar oud en stierf na smartelijk lijden.

Ander winters vermaak was al veel ouder. In 1776 organiseerden studenten in Leiden een tocht met een slee. Via het Rijksmuseum
Nationale studentensportorganisatie
In het academische seizoen 1918-1919 werd de Algemeene Studenten-Sport bond opgericht, een nationale koepel. Dat was zeer opmerkelijk, omdat dit de eerste studentensportorganisatie was zónder banden met het corps. Het was een idee geweest van het Nederlandsch Olympisch Comité, dat een nieuwe doelgroep wilde aanboren. Voorzitter Van Tuyll van Serooskerken en bestuurslid Pieter Scharroo waren er druk mee.
‘De studs in actie!’, riep tijdschrift De Revue der Sporten hoopvol uit op 16 april 1919. ‘Wij hopen van harte, dat het streven van de HH. Van Tuyll, Scharroo en hun jeugdige volgers zal slagen. Er ligt in deze richting nog een groot terrein braak.’
De studs in actie!
Aanvankelijk leek het te lukken, vooral in Leiden. Van de 2000 aangesloten leden in het eerste jaar kwam meer dan de helft uit deze studentenstad. Toch mislukte deze poging van het NOC voor een nationale koepel in de studentensport, omdat de corpora niet van plan waren om hun monopolie zomaar weg te geven.
Na twee jaar was het alweer afgelopen, tot teleurstelling van Scharroo. ‘De Algemeene Studenten-Sportvereeniging, tot welker oprichting ik enkele jaren geleden den stoot gaf, heeft, vooral door verschillende veranderingen in de leiding, niet geheel in vervulling gebracht, wat van haar verwacht werd.’
En zo kennen we nu nog wel de KNSB en de Varsity, maar is de Algemeene Studenten-Sportvereeniging compleet vergeten.


