Dankzij Gorbatsjov deden er opeens veel meer landen mee aan de Olympische Spelen
Michail Gorbatsjov, de voormalige leider van de Sovjet-Unie, is overleden. Dankzij hem deden er begin jaren negentig opeens veel meer landen mee aan de Olympische Spelen.
De opening van de Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Foto van Finnish Heritage Agency (CC BY-ND) via Europeana
Mede dankzij de glasnost en perestrojka van Gorbatsjov kwam er op 25 december 1991 officieel een einde aan de Sovjet-Unie, die uitenviel in 15 onafhankelijke deelrepublieken. Op 12 maart 1992 werd ook het overkoepelende Olympisch Comité van de Sovjet-Unie opgeheven, dat uiteenviel in vijftien verschillende nationale comités.
Het was een formele handeling, omdat deze olympische ontbinding in feite al in 1988 was begonnen. Nog vóór het officiële einde van de Sovjet-Unie hadden al twaalf deelrepublieken een eigen Olympisch Comité opgericht. De implosie van het centrale gezag in Moskou was in de sportwereld allang zichtbaar.
Kampioenen en kernbommen
Het Olympisch Comité van de Sovjet-Unie is van 1951 en werd nog in hetzelfde jaar door het IOC erkend. In 1952 deed het land voor de eerste keer mee aan de Olympische Spelen. De Koude Oorlog had zo de olympische beweging bereikt, want ook op dit podium wilde de Sovjet-Unie excelleren met méér medailles dan aartsvijand Verenigde Staten. Tijdens de 1 Mei-parades in Moskou pronkte het regime zowel met kampioenen als kernbommen.
Alle vijftien deelstaten van de Sovjet-Unie waren bij dit centrale comité aangesloten, over het algemeen niet vrijwillig. De Baltische staten bijvoorbeeld waren vóór de Tweede Wereldoorlog nog zelfstandig lid van het IOC, maar daar kwam na de Russische annexatie van 1940 een einde aan. Om een voorbeeld te stellen werden de twee IOC-leden uit Estland, Friedrich Akel en Joakim Puhk, doodgeschoten.
Die deelrepublieken waren voor de Sovjet-Unie van doorslaggevend belang op de Olympische Spelen. Op de Zomerspelen van 1988 bijvoorbeeld won dit land veruit de meeste gouden medailles. Het waren er 55 in totaal, maar daarvan waren er maar liefst negentien voor sporters uit Oekraïne.
Zónder Oekraïne was de Sovjet-Unie op de derde plaats van de medaillespiegel geëindigd, achter de DDR en de Verenigde Staten! ‘De officiële Sovjet-Russische sportwereld heeft zich in het verleden altijd sterk tegen regionale ontwikkelingen verzet,’ schreef De Telegraaf daarom eind 1989. Voor Moskou zou de afscheiding van de Oekraïense sport zowel een sportief als politiek probleem zijn geweest.
Iedereen liep weg
De Spelen van 1988 waren de laatste met de Sovjet-Unie, want vier jaar later bestond dit land niet meer. In die korte periode was het centrale gezag van Moskou verdwenen, als eerste binnen het Olympisch Comité. Toen het land op 25 december 1991 ophield te bestaan, hadden bijna alle deelrepublieken allang een eigen olympisch comité opgericht. Kijk maar naar de tijdlijn met oprichtingsdata van alle comités:
Letland: 17 september 1988
Litouwen: 10 oktober 1988
Estland: 14 januari 1989
Georgië: 6 oktober 1989
Kazachstan: 3 februari 1990
Turkmenistan: 20 april 1990
Armenië: 24 oktober 1990
Oekraïne: 22 december 1990
Moldavië: 29 januari 1991
Kirgizië: 15 februari 1991
Wit-Rusland: 22 maart 1991
Rusland: 20 december 1991
EINDE SOVJET-UNIE 25 DECEMBER 1991
Azerbeidzjan: 14 januari 1992
Oezbekistan: 21 januari 1992
Tadzjikistan: 29 mei 1992
De Baltische staten hadden als eerste de deur achter zich dichtgetrokken. Bijna een halve eeuw na de annexatie wilden zij weer onder eigen vlag naar de Olympische Spelen, als uitdrukking van hun herwonnen onafhankelijkheid. De andere deelrepublieken volgden snel.
Vanzelfsprekend wilden al die comités per onmiddellijk officiële erkenning van het IOC. In plaats van alleen de Sovjet-Unie schreeuwden er opeens vijftien olympisch comités om aandacht. Het ineenstorten van de Sovjet-Unie had een directe impact op de organisatiestructuur van het IOC, wat enkele jaren later opnieuw gebeurde door het uiteenvallen van Joegoslavië.
Enorme groei
Juan Antonio Samaranch werd er in 1992 compleet door overvallen: “Toen ik in 1980 in Moskou tot voorzitter van het IOC werd gekozen, waren er 155 nationale Olympische Comités. Nu zijn er 172 en in enkele weken worden het er 180.” Hij overwoog een ledenstop tot het jaar 2000, maar dat is niet gelukt. In 1988 deden er 159 landen mee aan de Zomerspelen en in 1996 maar liefst 197.
Zo zorgde de val van het communisme voor een enorme groei van het aantal landen op de Olympische Spelen, een direct gevolg van politieke gebeurtenissen op wereldniveau. Een jaar vóór de val van het communisme deden er 159 landen mee aan de Zomerspelen van Seoul. Twaalf jaar later waren dat er 200. Het is duidelijk te zien in onderstaande grafiek.
En dat had weer directe consequenties voor het aantal deelnemers, want dat steeg tussen 1988 en 2000 ook heel hard. Dat had dus niets te maken met een groeiend besef wereldwijd dat het zo belangrijk is om aan sport te doen, maar met het dramatische einde van de Sovjet-Unie en Joegoslavië. De cijfers van 2024 zijn gebaseerd op een voorspelling van het IOC.
Sinds 2000 is het aantal landen en deelnemers redelijk stabiel gebleven, omdat er in die tijd geen landen en wereldrijken meer zijn ingestort. De wereldorde is dus zichtbaar via de Olympische Spelen, wat de komende tijd ongetwijfeld opnieuw zo zal zijn.