AtletiekNieuwOlympische SpelenSchaatsen

Vijf idiote finishes in honderd jaar Nederlandse sport

Zeilsters Odile van Aanholt en Annette Duetz hebben olympisch goud gewonnen na een idiote finish. Sportgeschiedenis zocht naar vijf andere opmerkelijke finishes in de Nederlandse sport. Dit overzicht is niet compleet.

Foto via het Nationaal Archief

Van Aanholt en Duetz meende de finish te hebben gepasseerd, maar dat was niet zo. Er zijn meer opmerkelijke voorbeelden sinds 1924.

Parijs 1924

Op de Olympische Spelen van 1924 in Parijs waren de baanrenners Gerard Bosch van Drakestein en Maurice Peeters enkele meters verwijderd van de olympische titel op de tandem – tot en met 1972 een officiële discipline. In een directe confrontatie met Denemarken en Frankrijk lag het duo op koers naar goud en had de eindstreep al in zicht.

Vlak voor de finish stuurde Peeters volkomen onverwacht naar boven en bleef daar slingerend rondrijden. Bosch van Drakestein hield uit schrik de benen stil, waarna Frankrijk en Denemarken door dit gaatje naar goud en zilver reden. Voor Nederland restte niets meer dan de derde plaats. Een zekere gouden medaille was brons geworden. “We waren de sterksten,” aldus een sombere Bosch van Drakestein na afloop.

Natuurlijk moest Peeters zijn stuurfout verklaren. Vlak voor de eindstreep had hij een harde schreeuw gehoord, zei hij, waarvan hij erg was geschrokken.

In een gesprek met het Parool op 8 oktober 1964 werd er een compleet ander verhaal verteld door Bosch van Drakestein. Kort voor de start had Peeters tegen zijn compagnon gezegd dat hij een glas cognac moest drinken, iets wat hij zelf altijd deed om de zenuwen te verdrijven. “Bosch, jij neemt nooit doping, maar doe mij nu een plezier en drink voor de start een klein glaasje cognac. Heus, daar rijd je uitstekend op. In mijn cabine staat een flesje met een glaasje erbij.” In 1924 was dat nog niet verboden, want pas in 1968 werd er op de Olympische Spelen voor de eerste keer op doping gecontroleerd.

Bosch van Drakestein dronk eigenlijk geen alcohol, maar uit solidariteit nam hij inderdaad een glaasje en begon aan de wedstrijd. Toen hij na de finale terugkeerde naar de kleedkamer, zag hij tot zijn verbazing dat de complete fles nog snel was leeggedronken door Peeters. De baanrenner was dus gewoon dronken tijdens zijn rit! “Dat verklaart dat geslinger zonder einde in de bocht.”

Maurice Peeters in 1920. Foto via Wikicommons

Elfstedentocht 

Jeen van den Berg dacht in 1954 dat hij de Elfstedentocht had gewonnen. Hij passeerde een bord met de tekst ‘EINDE’ en vierde zijn zege. Hij schrok op, want iedereen schreeuwde dat hij moest doorrijden. “De schrik van mijn leven.”

Toen hij iets verder als eerste de finish passeerde, had hij dan eindelijk gewonnen. Nieuwsgierig liep Van den Berg daarna terug naar het eerste bordje om te zien waarom hij daar bijna de eindzege had verspeeld. “Onder het woord ‘Einde’ stond met kleine letters ‘over 500 meter’.”

In 1933 was er ook al een gekke finish geweest. Abe de Vries schreef in zijn dagboek hoe hij samen met Sipke Castelein naar de eindstreep reed.

‘Toen wij in het oosten Leeuwarden binnen reden, ging de wedstrijdleiding het ijs op en liet men een politie-agent met zijn schaats een streep over het ijs trekken, zo’n 200 meter voor de Groenweide. Ik reed daar argeloos als eerste overheen, gevolgd door Sipke. Nergens was een bord met FINISH of FINISH 200 meter of FINISH 100 meter en zo was ik ongewild en ongemerkt eerste geworden.

Ik vond dat wij bedonderd waren, wel was ik misschien iets sterker dan Sipke maar wij waren geen van beiden gewaarschuwd door enig taal of teken dat hier de eindstreep was. Later heeft mr. Hepkema (de voorzitter van de Elfstedenvereniging, redactie) mij, na een gesprek hierover wel enigszins gelijk gegeven en ook Sipke Castelein een gouden medaille gegeven.’

Hilbert van der Duim

Het EK Schaatsen van 1981 was in Deventer. Hilbert van der Duim viel op de 10.000 meter, de slotafstand, waarmee hij een eindzege verspeelde. In een eerste reactie zei hij dat hij over vogelpoep was gevallen, maar in 2011 verklaarde hij in Andere Tijden Sport dat hij dat had verzonnen.

“Ik was toen nog een jonge jongen,” zei hij in 2019 op Schaatsen.nl, “en nam niet alle journalisten serieus. Toen ik gevallen was, maakte ik ze wijs dat er poep op het ijs lag. Ik zei: kijk, het zit nog op m’n pak. De journalisten zeiden: ‘Is dat echt? We schrijven het op, hoor!’ Ik dacht op dat moment: wat maakt mij dat nou uit? Vervolgens is het dus zijn eigen leven gaan leiden.”

In datzelfde jaar ging het op het WK in Oslo nog een keer mis met Van der Duim, nota bene als titelverdediger. Op de 5.000 meter stopte hij een rondje te vroeg in de race tegen de Noor Amund Sjöbrend. Veel te laat had hij door dat hij er nog 400 meter te gaan waren. Het leverde tv-geschiedenis op met het commentaar van Leen Pfrommer: “Hilbert! Hilbert! Je moet nog een ronde!”

Van der Duim was er een week later weer overheen. “Ik heb het er maar even moeilijk mee gehad. Zondag na de 1.500 meter heb ik gedacht: gooi die schaatsen maar weg, want zo is er niets meer aan. Maar bij de start van de 10.000 meter was dat voorbij.”

Het zorgde er allemaal wel voor dat Noorwegen voor de eerste keer in zeven jaar weer eens een schaatswereldkampioen had.

Hilbert van der Duim in 1982. Foto Rob C. Kroes via het Nationaal Archief

Sven Kramer

Sven Kramer had een zeer aparte finish bij het NK allround van 2014 in het Olympisch Stadion in Amsterdam, op de Coolste Baan. Hij was onderweg naar de landstitel, maar werd gediskwalificeerd op de 5000 meter, ook al had hij die als snelste afgelegd.

Hij beëindigde zijn race namelijk met een kickfinish en dat is verboden. “Regels zijn regels,” zei hij daarna, “en dat geldt ook voor mij. Ik lig er niet echt wakker van. Het is ook mijn eigen schuld, maar ik kan het niet heel serieus nemen. Het is niet anders, maar er had wel wat meer in de geest van de wedstrijd gefloten kunnen worden. Als ze denken dat het toernooi hier beter van wordt, dan moeten ze dit doen.”

Vier jaar eerder had hij ook al eens verkeerd gewisseld op de Winterspelen.

Misslag

Op de Olympische Spelen in Tokio waren de roeisters Marieke Keijser en Ilse Paulis onderweg naar de zege in de lichte dubbeltwee. Vlak voor de finish verkrampte het duo en had Keijser een misslag, waarna het duo eindigde op de derde plaats.

Keijser snapte er niets van: “Ik dacht echt dat we het hadden. Dat dachten we allebei en zo voelde het ook. Ik ging er vanuit dat dit niet ging gebeuren en het is me wel gebeurd. Op dit moment kan ik niet aanwijzen wat ik mis heb gedaan. Ik denk dat dit op den duur wel een plekje krijgt.”

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.