De Vuelta was drie keer doelwit van bomaanslagen
De Spaanse politie heeft vier mensen aangehouden die een etappe in de Ronde van Spanje wilden saboteren. De Vuelta was drie keer doelwit van de Baskische afscheidingsbeweging ETA. In 1968 moesten de renners zelfs over een bomkrater klimmen.
Via Wikicommons
In 2011 schreef Ronnie van den Bogaart op Sportgeschiedenis.nl het artikel Een bom in de Vuelta. Het verhaal gaat over een bomaanslag, die plaatsvond op 9 mei 1968 tijdens de vijftiende etappe van de Vuelta van Vitoria naar Pamplona, dwars door Baskenland.
De bom ontplofte na 63 kilometer koers, in de afdaling van de Puerto de Urbasa, precies tussen koploper Uribezubia en het peloton in. De aanslag was van de Baskische afscheidingsbeweging ETA, in de jaren dat dictator Franco nog aan de macht was. Het liep goed af, want als de bom iets later was afgegaan waren er slachtoffers gevallen.
De wielrenners waren natuurlijk erg geschrokken, maar daar had de organisatie geen boodschap aan. Met fiets en al moesten ze over de krater klimmen, tachtig centimeter diep en een meter breed. Omdat de renners niet wisten wat er nog meer was verstopt langs de route, protesteerden ze tegen doorrijden. Pas toen werd de etappe afgelast, maar een dag later ging de koers gewoon weer verder.
Meer bommen
De wielerronde trok later nog enkele keren de aandacht van de ETA. In mei 1972 ontplofte twee bommen langs de route in Baskenland. Omdat de renners achter lagen op schema, waren ze nog niet op de plek gearriveerd. Volgens de ETA was Baskenland geen deel van Spanje en kon daar dus ook geen Vuelta worden verreden.
En ook in 1990 was het raak met twee lichte bommen langs de route van de zestiende etappe. In een verslag schreef het Vrije Volk: ‘De ETA-actie tegen de Vuelta komt op een moment dat de centrale Spaanse regering in Madrid zich in toenemende mate zorgen maakt over de veiligheid van een aantal internationale evenementen, die de komende jaren in Spanje zullen plaats hebben. Het gaat daarbij met name op de Olympische Spelen van Barcelona in 1992 en de Wereldexpo in Sevilla in hetzelfde jaar.’ Er vielen gelukkig geen slachtoffers en de schade was gering.
De renners reden die dag in een wandelgangetje verder. Dat hadden ze beter niet kunnen doen, want zo werden ze vlak door de eindstreep ook nog eens overvallen door een gigantisch noodweer. Al komen regendruppels natuurlijk een stuk minder hard aan dan granaatscherven.