Zeventig jaar geleden werd atlete Foekje Dillema geschorst omdat ze een man zou zijn
Op 13 juli 1950 werd atlete Foekje Dillema geschorst, omdat ze geen vrouw zou zijn. Het is één van de grootste schandalen in de Nederlandse sport. Pas na haar dood werd duidelijk dat ze na die vernederende schorsing toch niet was gestopt met sporten.
Foto Nationaal Archief, daarna ingekleurd
Op 13 juni 1948 schreef De Leeuwarder Courant over het atletiekdebuut van Foekje Dillema. Ze won de 100 meter dames-D met enorm machtsvertoon in 13 seconden. In de serie had ze al 12.8 sec gelopen. Het nationale record was toen in handen van Fanny Blankers-Koen met 11.7 sec.
In de maanden erna werd de ene overwinning na de andere beschreven, inclusief de onwaarschijnlijke opkomst van Dillema. Op 15 mei 1950 schreef de Leeuwarder Courant over Dillema: ‘Foekjes lopen imponeerde. Het was krachtig, beheerst en stoer, én snel!’ Een kleine maand erna liep de Friezin de 100 meter in 11,9 sec. ‘Fanny Blankers-Koen heeft zo gaandeweg in Foekje Dillema een serieus bedreigster gekregen.’ Haar record stond tenslotte – zo weten we nu – slechts twee tienden scherper.
Vreugde in Friesland
In precies twee jaar was Dillema bijna een seconde sneller geworden op de honderd meter. En, nog veel belangrijker: ze was veel constanter. In 1949 liep ze maar één keer de 100 meter binnen de 12 seconden en in 1950 was dat bijna elke week. Voorzitter Eppinga van het atletiekdistrict Friesland was hier blij mee: “Deze successen hebben momenten van vreugde in onze harten gebracht en tevens de publieke belangstelling beduidend vergroot.”
Blankers-Koen was minder verheugd en probeerde haar nieuwe rivale zoveel mogelijk te ontlopen. Op 13 mei 1950 schreef De Leeuwarder Courant dat Blankers-Koen zich niet had ingeschreven voor een nationale wedstrijd op de 200 meter. ‘Fanny cs willen blijkbaar eerst nog even de kat uit de boom kijken.’
In juni 1950 was de Olympische Dag, waar zowel Dillema als Blankers-Koen aanwezig was. Toch was er geen directe confrontatie, omdat de Amsterdamse op de 100 meter liep en Dillema de 200 meter. Beide waren oppermachtig in hun afstand, maar Dillema werd wél de winnaar van de dag. Ze had zojuist het nationale record van Blankers-Koen afgenomen.
‘Zonder onderlinge strijd had Foekje Dillema in het gevecht tegen het horloge Fanny Blankers-Koen een nederlaag bezorgd’, ronkte De Leeuwarder Courant, ‘een record ontnomen.’
Foekje Dillema en Fanny Blankers-Koen, later ingekleurd
Het was waarschijnlijk niet alleen de angst van Fanny zelf om tegen Dillema te lopen, maar ook van de Atletiekunie. Tijdschrift Elsevier schreef in juli 1950: ‘Ook de technische leiders van de KNAU tonen bevreesd te zijn voor de eventuele mentale gevolgen die uit een nederlaag van een der loopsters zouden kunnen voortvloeien, waardoor de ploeg die straks in Brussel bij de Europese kampioenschappen de Nederlandse kleuren moet hoog houden, schade zou kunnen lijden. Het is alles heel menselijk en begrijpelijk wat hier gebeurt, maar dit neemt toch niet weg dat er een aloude zegswijze bestaat, welke in haar eenvoud een grote waarheid inhoudt. Deze zegswijze is adeldom verplicht. Zij geldt voor beide kampioenen. Ik hoop dat zij dit dilemma koen oplossen.’
Die oplossing zou er komen, maar dan zoals bijna niemand had voorzien. Vlak voor de atletiekinterland tegen Frankrijk werd Dillema verwijderd uit de ploeg als gevolg van de seksetest, op 13 juli 1950.
Een dag later had De Leeuwarder Courant nieuws over de medische commissie van de KNAU. Die had Dillema geadviseerd zondag niet mee te doen aan de interland. Er werd niets werd vermeld over de seksetest en daarnaast was het alleen maar een advies van de KNAU. Maar De Telegraaf wist iets over Dillema wat toen niemand anders wist: ‘Het ziet er naar uit dat zij voor de wedstrijdsport verloren is.’
Helemaal vreemd was de voorspeller met de naam Jonglisto, die op 11 juli 1950 een optreden had in het Noord-Hollandse Bergen. Vanuit de zaal kreeg hij vragen over de toekomst, waarop hij dan antwoord gaf. “Wint Foekje Dillema a.s. zondag in Frankrijk?,” was één van die vragen. Zijn antwoord: “Ik moet u zeer teleurstellen wat uw Friese favoriete betreft. Zij zal niet in Frankrijk starten.” Enkele maanden later bleek Jonglisto een oplichter, maar dit klopte toevallig dan weer wel.
Sportleven na de schorsing
Dillema raakte zo uit beeld van de nationale sportpers, maar in haar eigen omgeving bleek ze toch nog aan wedstrijden mee te doen. Sterker: meteen na de gemiste interland tegen Frankrijk werd ze aangekondigd voor een wedstrijd.
Enkele jaren later verscheen haar naam weer eens in de krant. Op 8 juli 1952, twee jaar na de schorsing, won Dillema een atletiekwedstrijd over 100 meter in Burum. ‘Er was veel publiek aanwezig.’ En op 6 juli 1954 werd gemeld dat Dillema een demonstratiewedstrijd in Burum had gewonnen op de 80 meter. Ze heeft dus nog wél aan atletiek gedaan, maar ver buiten het zicht van de nationale pers.
Verder won ze met schaatsen nog enkele prijzen: zowel in 1954 als in 1955 was ze de beste in de estafette bij IJsclub Concordia in Kollum. In 1954 won ze in een team met D. Wijbenga uit Oudwolde en een jaar later met A. Hamersma uit Oudwoude.
Daarmee leek ze haar leven te hebben herpakt, voor zover dat mogelijk was. In 1950 was ze namelijk ook al de beste geweest bij een estafetterijderij in Kollum, die ze met F. Noordenpost had gewonnen. Dat lag haar duidelijk beter dan het kortebaanschaatsen – iets wat ze al wist sinds 1950. In januari dat jaar schreef ze zich in voor een kortebaanwedstrijd, die dramatisch verliep. ‘Zij vermocht evenwel met haar vrij onbeheerste slag niet tot grootse prestaties te komen,’ aldus De Leeuwarder Courant.
Ze stopte hier zonder dat ze werd geschorst. “Ik kan beter lopen,” zei ze, en richtte zich toen op de atletiek. Een half jaar later was ook deze passie voorbij – op het hoogste niveau dan.
Dillema na haar dood
Sinds haar dood is hel levensverhaal van Dillema vele malen verteld – in boek en op tv. Andere Tijden Sport maakte onder meer een uitzending – hier opnieuw te zien.