10 maart 1896: de enige Nederlandse ooggetuige van Athene 1896 schrijft een brief
De eerste Olympische Spelen in de moderne tijd waren in 1896 in Athene. Er deden geen Nederlanders mee, maar toch bestaat er een Nederlands ooggetuigenverslag van Maurits Wagenvoort met een eerste deel op 10 maart 1896.
Athene rond 1896
In maart 1896 maakte Maurits Wagenvoort als reizend correspondent een reis vanuit Rome naar Athene, Istanbul, Jeruzalem en vervolgens ‘de Hemel weet waar’. Op 10 maart was hij in Athene, onder meer om een bezoek te brengen aan de Olympische Spelen, die enkele weken later zouden beginnen – de eerste moderne Spelen onder leiding van Pierre de Coubertin.
Vanuit de Griekse hoofdstad schreef hij als correspondent een brief, die op 20 maart 1896 in enkele Nederlandse kranten werd geplaatst. Het is het enige ooggetuigenverslag van een Nederlander van deze Olympische Spelen. En dit is wat hij schreef:
‘Een volgende maal schrijf ik u over Griekenland, geef ik u mijn indrukken over Nïeuw-Athene en de Nieuw-Atheners. En misschien ook dán nog niet, want dan zullen de nieuwe Olympische spelen begonnen zijn, die men na een rust van vijftien eeuwen weer wil doen herleven. Het zullen eigenlijk Atheensche spelen zijn, en — want, evenals vroeger, zullen ze om de vijf jaren herhaald worden — in 1900 Parijsche en in 1905 New-Yorksche en in 19** misschien Amsterdamsche spelen.
[Hij wist blijkbaar niet dat de Spelen elke vier jaar zouden zijn en dat die van 1904 niet in New York waren.]Dat is zeer juist gezien. De beschaafde wereld strekt zich nu ten minste over vier van de vijf werelddeelen uit en er is niet een stad ter wereld — of het moest Rome zijn — die voor zich de eer kan handhaven zich haar hoofdstad te noemen. Groot-Griekenland der oudheid had twee hoofdsteden: Athene, permanent, en Olympia, om de vijf jaar, gedurende het korte tijdperk der spelen, en het laatste was, gelijk ge weet, geen stad, doch enkel een vereeniging van tempels, paleizen, strijdperken, galerijen enz.
Athene en Olympia, zij waren het brandpunt der toenmalige beschaving, vóór dat Rome ze in grootheid van gedachte overtrof. Een goede gedachte is de Olympische spelen opnieuw te houden, en, voor ’t eerst daartoe Griekenland aan te wijzen. En dat de Grieken gevoelig zijn voor de eer, die men hun daarmede heeft bewezen, bewijst het feit, dat de heer Georgeo Avérof, een in Alexandrië wonende rijke Griek, een millioen drachmen heeft geschonken voor de restauratie van het antieke Stadion te Athene, waar de wedstrijden zullen worden gehouden.
Jammer, dat het reusachtige oude gebouw, waarvan niets anders dan de fundamenten meer te vinden was, voor die som niet geheel kan worden hersteld. Een volgende maal schrijf ik u daarover meer.’
Die brief werd op 25 maart geschreven en dan gaan we ook op verder op Sportgeschiedenis met het enige Nederlandse ooggetuigenverslag van de eerste Olympische Spelen in de moderne tijd.