15 maart 1912: #ophef over poster van Olympische Spelen in Stockholm
De poster van de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm was volgens sommige Nederlandse gezagsdragers te bloot. Het aanplakbiljet werd daarom verboden en verscheurd – tot verbazing van de internationale pers.
Op 15 maart 1912 meldde De Telegraaf dat Noord-Brabant in opstand was gekomen tegen de poster van de Olympische Spelen later dat jaar in Stockholm. ‘In een openbaar lokaal in het dorpje Oeffelt was de bekende reclameplaat van de Olympische spelen opgehangen. Door de gemeentepolitie werd den beheerder gelast de plaat te verwijderen.’
De Nieuwe Rotterdamsche Courant wist nog iets meer: ‘De burgemeester der gemeente verklaarde de plaat onzedelijk en bij niet verwijdering uit het lokaal zou inbeslagname volgen.’
Het werd een nationale affaire met veel hoon en spot over deze zedelijkheidsbevlieging, zoals het toen werd genoemd. ‘Over één ding kunnen we gerust zijn,’ grapte De Middelburgse Courant bijvoorbeeld. ‘Onze zedelijkheid is niet langer in gevaar.’
Enkele weken later schreef zelfs de Scandinavische pers erover – tot afgrijzen van de correspondent van de NRC in de krant van 26 maart 1912. ‘Ik kon mijn oogen niet gelooven toen ik zoowel in Zweedsche als in Noorsche bladen de mededeeling vond, dat de burgemeester van de stad Oeffelt in Holland, beslag had gelegd op het aanplakbiljet voor de Olympische spelen te Stockholm, als in hoogen graad kwetsend voor de openbare welvoegelijkheid.’
Dit verzet breidde zich daarna nog verder uit in Noord-Brabant, aldus De Eemlander op 10 april 1912 ‘Bijzonder groot is de verontwaardiging, die de reclameplaten voor de Olympische spelen in oostelijk Noord-Brabant hebben gewekt. De geestelijkheid te Haps verzocht de plaat te verwijderen. In het dorpje Eerde werd de plaat, vermoedelijk door de verbolgen gade eens onderwijzers, van den muur gerukt en vertrapt en in het dorp Veghel werd door onbekende hand het middelste gedeelte uit de prent gesneden!’
Daarna ging de zedelijkheidsstorm weer liggen.