2 augustus 1936: olympisch vuur reist door naar Kiel en Grünau
Op 20 juli 1936 begon de eerste olympische fakkeltocht ooit, van Olympia naar Berlijn. Op Sportgeschiedenis volgen we de complete route van ruim 3000 kilometer lang, elke dag opnieuw. ‘De estafettelooper met den Olympischen fakkel is op het feestterrein te Kiel voor de Bellevuebrug gearriveerd.’
De ringen in Kiel
Nadat het olympisch vuur tijdens de openingsceremonie was ontstoken in het Olympisch Stadion waren er nog twee fakkeltochten: naar Kiel en naar Grünau. In Kiel brandde dit vuur in een boot tijdens de zeilwedstrijden; in Grünau tijdens het roeien en kanoën.
Van Berlijn naar Kiel was nog 347 kilometer, waarvoor twee dagen nodig waren. Het Leidsch Dagblad meldde op 3 augustus: ‘Zaterdagmorgen is het Olympisch vuur van Berlijn per fakkel-estafette naar Kiel vervoerd, waar de zeilwedstrijden worden gehouden.’
Een dag erna kwam het vuur aan op de plaats van bestemming, zoals het Leidsch Dagblad schreef: ‘Gisteravond om half tien is de estafettelooper met den Olympischen fakkel op het feestterrein te Kiel voor de Bellevuebrug gearriveerd. Hij werd aan boord genomen van een vaartuig, dat hem naar het aan den Hindenburgoever liggend Hansaschip bracht, in de mast waarvan het Olympisch vuur werd ontstoken. Hiermede zijn de Olympische spelen eveneens in Kiel geopend.’
Op 7 augustus was er nog een mini-loopje naar Grünau, dat niet zo ver was. ‘The entire course comprised 37 kilometres,’ aldus het officiële rapport, ‘and the run was completed between 12.50 and 4.30 p.m.’
De nasleep
Op 7 augustus 1936 was het Olympisch vuur dan dus eindelijk op alle plaatsen van bestemmingen gekomen. Tijdens de tocht stond het bol van de plechtigheden, zoals we op Sportgeschiedenis hebben gezien. Beter gezegd: het stond bol van de verkleedpartijen, die een plechtig karakter meekregen van de organisatie en de plaatselijke autoriteiten.
In katholieke kring riep dit vertoon verzet op. Na afloop van de estafetteloop hield die kritiek aan, zoals in De Nieuwe Leidensche Courant, die de Olympische Spelen in verband bracht met modern heidendom. ‘We doelen hier op de fakkel-estafette met het Olympisch vuur, overigens een heel aardige gedachte. Er is niets tegen vanuit Griekenland een estafette te organiseren naar Berlijn, waarbij een met “Olympisch vuur” aangestoken fakkel overgebracht wordt, maar de ceremonieën, die men er bij maakt en de overdreven beteekenis, die er aan toegekend wordt, zijn zonder meer heidensch.’
Inmiddels hadden de Grieken, bij wie het vuur op 20 juli nog was ontstoken, geen belangstelling meer voor het olympische feest: ‘Alarmerende berichten uit Griekenland. De regeering zou zich daar plotseling geplaatst zien tegenover een communistische opstandige beweging en tot afweer daarvan de staat der beleg hebben afgekondigd. De Kamer is ontbonden en zoolang er nog niet voorzien is in de kwestie van nieuwe verkiezingen is er een soort dictatuur. Het Olympisch vuur schijnt daar onheilen gesticht te hebben!’
Het symbool voor vrede en verbroedering der naties had in Griekenland zelf dus maar enkele dagen gewerkt. In de rest van Europa zouden dat enkele jaren worden. De route van deze eerste fakkeltocht werd na de oorlog de grens tussen Oost en West, het IJzeren Gordijn.
De Spelen van 1940, waarvoor ook het olympisch vuur had moeten branden, zouden door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog tenslotte niet doorgaan, net als die van 1944. Pas in 1948 zou daarom de volgende plechtigheid plaatsvinden in Olympia, overigens ook onder weinig vreedzame omstandigheden. In Griekenland woedde toen een burgeroorlog en viel er een dode bij vlak voor het ontsteken.