De olympische dagboeken van Tollien Schuurman uit 1932
Op 1 juli 1932 vertrok de Friese atlete Tollien Schuurman naar de Olympische Spelen in Los Angeles. Als negentienjarige was ze twee maanden van huis om nog niet eens een minuut in actie te komen. Ze hield een dagboek bij voor De Leeuwarder Courant. Dit is een gratis bijdrage, maar een donatie is welkom – onderaan deze pagina.
Tollien Schuurman is één van de beste Nederlandse atletes van voor de oorlog. Begin jaren dertig was ze zelfs wereldrecordhoudster op de 100 meter sprint. Er werd daarom veel van haar verwacht op de Olympische Spelen in Los Angeles, die in 1932 werden gehouden.
Op 21 juni 1932 was deelname van Schuurman echter niet meer zo zeker, omdat haar ouders ernstige bezwaren hadden. Vooraf was namelijk afgesproken dat ze zou worden begeleid door atleet Wim Peters en trainer J.G. Britstra, maar die gingen toch niet mee. Peters raakte gebleseerd en Britstra werd onverwacht uit de ploeg gegooid.
De ouders voelden zich daarop verraden en dreigden met het intrekken van hun toestemming. Daar Peters toch meeging, mocht Schuurman naar Los Angeles. Ze was door het vertrek van haar trainer dermate van slag dat ze teleurstellend presteerde op de Spelen.
Op verzoek van De Leeuwarder Courant hield ze een dagboek bij van haar avonturen, die na afloop van de Spelen in negen delen werden geplaatst. De verhalen geven een prachtig beeld van haar belevenissen. Hieronder volgt een beknopte samenvatting, waarna je het complete verhaal kan lezen door op de link te klikken.
Deel 1
Geplaatst op 15 september. Waarin Tollien uit Rotterdam vertrekt voor haar lange reis naar de Olympische Spelen. ‘Twee maanden voor den boeg, van rusten, reizen, trainen en hardloopen. Want dat is ’t doel, als kampioen weer te keeren in ons vaderland.’
Deel 2
Geplaatst op 17 september. Waarin Tollien door Amerika trekt richting de Olympische Spelen. ‘’s Morgens om zes uur wordt er aan m’n deken getrokken.’
Deel 3
Geplaatst op 20 september. Waarin Tollien na een lange reis door Amerika aankomt in Los Angeles en naar het Olympisch Dorp wordt gebracht. ‘’t Was een geheele stoet auto’s. De politie reed op motorfietsen voorop. Alle verkeer moest stoppen toen wij er langs kwamen.’
Deel 4
Geplaatst op 22 september. Waarin Tollien zich voorbereidt op haar race, maar ook spannende dingen meemaakt in Los Angeles. ‘We maken kennis met de filmsterren Carry Grant en Marlene Dietrich, die juist de studio’s zouden binnengaan voor de nieuwe film De blonde Venus. De dames zien er vreeselijk opgemaakt uit.’
Deel 5
Geplaatst op 24 september. Waarin Tollien naar de openingsceremonie van de Olympische Spelen gaat. ‘Als de plechtigheid afgeloopen is en de landen weer afmarcheeren, maak ik gauw dat ik weg kom, anders vind ik m’n bus niet meer terug.’
Deel 6
Geplaatst op 27 september. Waarin Tollien een teleurstellende estafette loopt en zwemster Zus Braun erg ziek wordt. ‘Ze heeft hoge koorts. Nu zijn we heelemaal down.’
Deel 7
Geplaatst op 29 september. Waarin Tollien afscheid neemt van Los Angeles en Zus Braun, die te ziek is om te reizen. ‘Vaarwel, lieve menschen, misschien zien we velen van jullie nooit weer. Vaarwel Los Angeles. ‘k Hoop je nog eens terug te zien!’
Deel 8
Geplaatst op 30 september. Waarin Tollien aankomt in New York, waar de boot naar Nederland ligt. ‘We rijden langs een vlak landschap en komen ook de plaats Amsterdam voorbij. Plotseling krijgen we een groot verlangen naar huis.’
Deel 9 en slot
Geplaatst op 1 oktober. Waarin Tollien tegenslag ondervindt, omdat door een zeeliedenstaking de reis naar huis nog langer duurt. ‘Hoera, hoera. M’n geheele familie op het perron. We krijgen allemaal mooie bouquetten van ’t N.O.C., we worden gefotografeerd en dan via Utrecht naar huis.’