De olympische ringen bestaan honderd jaar
Op 14 augustus 1920 werd in Antwerpen voor de eerste keer de olympische vlag aan het grote publiek vertoond. Sinds 1932 ligt die in een privékluis in de Verenigde Staten. In samenwerking met Trouw.
Antwerpen, honderd jaar geleden
Door corona ligt de internationale sport grotendeels stil. En het is nog maar de vraag hoe lang dat gaat duren. Precies een eeuw geleden was de situatie precies andersom, want toen werd gevierd dat de internationale sport weer tot leven kwam. In Antwerpen was de openingsceremonie van de Olympische Spelen, waarmee een einde werd gemaakt aan een afwezigheid van acht jaar. De editie van 1916 in Berlijn was afgelast vanwege de Eerste Wereldoorlog, de eerste keer dat dit evenement geen doorgang vond.
Tijdens deze plechtigheid in Antwerpen werd de olympische vlag getoond met daarop vijf verstrengelde ringen op een witte achtergrond. Elke ring symboliseert een continent: Afrika, Amerika (Noord en Zuid tezamen), Australië, Azië en Europa. Minstens één van de zes kleuren, dus inclusief de witte achtergrond, kwam in 1920 voor in willekeurig welke nationale vlag ter wereld. Zowel de continenten als alle landen worden op de olympische vlag tot een eenheid gesmeed – geniaal in eenvoud.
De olympische vlag was overigens zeven jaar eerder al ontworpen, maar sindsdien was er geen gelegenheid geweest om die aan het grote publiek te tonen. Daarom is de openingsceremonie van 1920 de geboorte van de olympische ringen, inmiddels één van de beroemdste symbolen ter wereld.
Vijf wielen
Pierre de Coubertin bedacht die vijf ringen, de geestelijk vader van de moderne olympische beweging. Via een ingenieuze constructie slaagde de Duitse sporthistoricus Karl Lennartz er in 2001 in om de vermoedelijke gedachtegang van De Coubertin te volgen. Lennartz vond een advertentie uit 1896 in het Duitse blad Radfahr-Chronik van de bandenfabriek Dunlop. Op de bijhorende afbeelding vlochten vier engeltjes vijf fietsbanden aan elkaar. Elk engeltje vertegenwoordigde een continent, Australië uitgezonderd. Dit was precies hetzelfde motto als bij de olympische ringen!
In diezelfde tijd plaatste Radfahr-Chronik ook een advertentie van een fietsenfabrikant, die pronkte met de naam van De Coubertin als één van de trotse eigenaren van hun product. Daarmee is het zeer aannemelijk dat de Fransman die vijf verstrengelde fietsbanden heeft gezien, waarna hij in zijn hoofd de sprong maakte naar de olympische vlag. Het duurde weliswaar nog bijna een kwart eeuw tot de openingsceremonie in Antwerpen, maar daarmee kreeg die symboliek wel weer extra symbolische waarde, als een sportieve oproep voor eenheid na die vreselijke oorlog. De olympische vlag is in feite het antwoord van de internationale sport op het grootste maatschappelijke probleem van die tijd.
De eerste vlag
Jasper Truyens publiceerde deze zomer zijn boek over Antwerpen 1920 en ging op zoek naar de vlag van 1920. Er werden er een aantal gebruikt, maar de grootste van zes bij vier meter wapperde aan de vlaggenmast om na afloop te verhuizen naar Parijs voor de Spelen van 1924. Vier jaar later werd die weer in Amsterdam gebruikt om daarna te worden verstuurd naar Los Angeles. ‘De vlag was echter vuil,’ aldus Truyens, ‘en werd vervangen.’ Het origineel uit Antwerpen verdween zo in het privéarchief van Ed Zuchelli van het olympische organisatiecomité van 1932.
Lennartz vond dit historische relikwie begon deze eeuw terug bij de nazaten van Zuchelli. En daar is die vlag nog steeds, aldus kleinzoon Patrick Zuchelli in een gesprek met Truyens. Precies een eeuw nadat de eerste olympische vlag wapperde tijdens de wedergeboorte van de internationale sport ligt dit sporthistorische topstuk in een Amerikaanse kluis, heel ver weg van Antwerpen.