De Olympische Spelen van 1896: een Nederlandse ooggetuige
Op 6 april 1896 begonnen in Athene de eerste Olympische Spelen van de moderne tijd – volgens onze kalender dan. Er deden geen Nederlandse sporters aan mee, maar er waren wel Nederlandse ooggetuigen aanwezig, die er in verschillende kranten over schreven. Ook Het Algemeen Handelsblad had daar een eigen correspondent. We kijken terug. Gratis artikel, maar een bijdrage is welkom – onderaan deze pagina.
Een onbekende medewerker van De Middelburgsche Courant schreef een ooggetuigenverslag van Athene – hier lezen. Ook Het Algemeen Handelsblad kreeg vanuit de Griekse stad bijdrages opgestuurd, helaas opnieuw zonder dat we weten van wie.
In de eerste bijdrage van het Handelsblad blikte de correspondent vooruit op het belang van de Spelen van 1896, zowel voor Griekenland als de sport.
Algemeen Handelsblad, 8 maart 1896
Van de week is in Athene een heerlijk standbeeld voor Byron onthuld door koning George. In het nieuwe Athene, dat uit de marmergroeven van Penthelicon oprees, nadat aan de verfoeielijke Turksche tyrannie een einde was gemaakt, glanst nu in het licht van Griekenland het witte beeld van den dichter die in Hellas geloofde. Niets trekt ons zoo in Byron aan als dat geloof en die geestdrift. En al is het een zware taak voor Grieksche fondsenhouders om het te gelooven, toch heeft dat kleine land wonderen gedaan na zijn bevrijding uit eeuwenlange slavernij. Het land heeft nog een groote toekomst in de Aegeische Zee. En honderden zullen van het jaar in die overtuiging gaan deelen. Want het maakt zich tot vriend ieder die het kennen leert en die van den Akropolis neerziet op het hernieuwde land. In de aanstaande maand nu zullen van alle zijden der wereld de nieuwe vrienden toesnellen naar de heilige stad der beschaving, het met olijvengroen bekroonde Athene aan de blauwe zee.
We hebben verleden najaar het wit marmeren Stadium, even buiten Athene gezien, waar de Olympische spelen zullen gevierd worden. Van wit marmer zijn de in zetels verdeelde banken, die trapsgewijze in halven cirkel het kampperk omringen. Steil rijst achter de bovenste zit- en staanplaatsen — alle in de open lucht — de heuvel op. Wij klommen tusschen krakende gele doornstruiken — den driedistel onzer duinen niet ongelijk — en over rollende steenen omhoog, en van elke plaats hadden wij het heerlijkste uitzicht over zee en oude tempels en het kampperk in de diepte.
Vier dagen achtereen zullen daar renners en discus-werpers en ruiters en gymnasten strijden om den krans van wilde olijven.
De bloem van goud op zilveren steel uit de koningsgraven van Mycenae zou ik bovendien den overwinnaar in het renpark willen toekennen…. want Oud Griekenland herleeft!
Weer zal den Grieken bekoren de rythmus van de slanke renners, die met het dicht gekrulde hoofdhaar en de ivoren schouders voorover gebogen, glad voorwaarts spoeden naar den eindpaal. Van licht zullen flitsen de snelle hielen, die telkens de zonneschijn vangen, als ze cirkelboog na cirkelboog voleinden.
En al die renners, al die discuswerpers, zijn jonge gymnasten, amateurs, geen beroepsathleten! Niet de grove barbaarsche gespierdheid van den sterken man uit de kennistent, met wanstaltige, dikke riggels van spieren op armen, die ijzeren poken tot aanbeeld strekken, maar de gladde, fijne, elegante gespierdheid van slanke jonge athleten in den bloesem hunner jeugd, harmonisch ontwikkeld, en niet onteerd door het wijkend smalle voorhoofd van den kogelronden kop van prijsvechters, maar met intellect in het oog en eenvoud en goedheid in het frissche enthousiaste gelaat.
Wat zouden we die Olympische spelen gaarne zien! Mogen ze opnieuw de groote waarheid verkondigen dat het gezond harmonisch ontwikkelde lichaam de beste tempel is voor den gezonden harmonisch ontwikkelden geest. Wat hebben gymnastiek, tennis, cricket, football, wielrijden al een goed gedaan in ons land in de laatste twintig jaar! Het is daarom dat we met zulk een deernis van al de plannen tot belasting der rijwielen hooren. Langzamerhand moeten rijwielen goedkooper worden. Als de steden zich nog meer uitbreiden, zullen voor werklieden, schoolgaande jongens, ambtenaren en kantoorbedienden de rijwielen het beste en goedkoopste vervoermiddel worden. Kromzitten op het rijwiel zal tot schande worden als kromzitten te paard nu is. Voor de gezondheid en frissche lichaamkracht zullen de rijwielen meer en meer onschatbaar worden. Waarom dan het overbelaste publiek te plagen door een nieuwe, hinderlijke belasting, welke weinig opbrengt, veel kosten eischt voor het innen en honderden groot verdriet doet?
Oude rijwielen, waarop jongens nog genoegen zouden kunnen hebben, zullen van de hand worden gedaan; in groote gezinnen zal slechts aan een enkele het rijwiel gegeven worden, dat de jongens eerbied voor hun lichaam leert hebben, en van bitteren en koffiehuisloopen afhoudt. En te denken dat men de pianos ontlast laat, de fijne sigaar als het heilige huisje ontziet, om het gezondheid en frischheid-kweekend rijwiel te gaan beboeten!
Men verbeelde zich de Grieken die de werpschijf belastte! Het zou goed zijn als jonge Grieken, tusschen het marmer der halfgoden opgevoed, in het stadium van Athene eens toonden, hoe iemand die schoonheid eert, vlug en bevallig tevens het rijwiel zonder hoepelrug berijden kan.
Wij hopen dat de teekenaars der illustraties ons treffende beelden zullen voor oogen stellen van de renners en werpers en rijders in het Stadium. De klassieke schoonheid van spelen in de open lucht worde ons getoond tot onze stichting en opvoeding.