De Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam ontsnapten aan een vliegramp
De Maand van de Geschiedenis heeft als thema Wat een ramp! Tijdens de Olympische Spelen van 1928 schrokken de duizenden toeschouwers van een vliegtuig, dat op hoge snelheid naar het stadion vloog.
De Marathontoren. Foto NOC*NSF via Europeana
Amsterdam ontsnapte tijdens de Olympische Spelen aan een vliegramp. Op 1 augustus waren de atletiekwedstrijden in volle gang toen er opeens een vliegtuig boven het stadion verscheen, een uur of vijf ‘s middags. ‘Hij bleef laag boven het Olympisch Stadion cirkelen,’ schreef De Nieuwe Rotterdamsche Courant, ‘en verwijderde zich dan weer stadwaarts, telkens zeer laag boven uiterste buitenwijken vliegend.’ Het toestel scheerde ook gevaarlijk dicht boven de tribunes met duizenden toeschouwers.
Een mug om de kaars
De piloot, de Franse gezagvoerder Fouge, was duidelijk de weg kwijt, vliegend in een eenmotorige Farman-Jabiru. Dat had het personeel op Schiphol inmiddels ook in gaten: ‘Toen men dat daar begreep werden de lichten van den vuurtoren aangestoken en werden vuurpijlen en lichtkogels afgestoken, ten einde de aandacht van den zoekenden piloot te trekken. Doch hierin slaagde men niet. Zooals een mug om de kaars vliegt, zoo cirkelde deze Franschman met zijn grooten eendekker over de hoofdstad.’
De verslaggever van dagblad Voorwaarts had het ook allemaal gezien: ‘Vijf kwartier heeft het zoo geduurd dat hij naar het landingsterrein van Schiphol gezocht heeft; ten slotte heeft hij het opgegeven en heeft een pas opgespoten terrein, begrensd door de Nieuwe Meer, den spoordijk van de Ceintuurspoorbaan, de spoorbaan van het lokaalspoortje naar Aalsmeer en een breede sloot, als landingsterrein uitgekozen.’
Om kwart voor zes maakte het vliegtuig een noodlanding op het opgespoten land, tussen Schiphol en het Olympisch Stadion. De vijf inzittenden bleven ongedeerd, alhoewel ze na de harde landing nog niet meteen uit de problemen waren. ‘De bestuurder merkte pas dat hij op een met modder opgespoten terrein terecht was gekomen,’ vervolgde de NRC het verslag, ‘toen zijn onderstel, contact krijgende met den grond, golven modder opstuwde. Door den remmenden invloed van het weeke veld ging de machine op haar kop staan. De passagiers — vijf in getal — werden als kegels door elkaar geworpen maar kwamen er, behoudens enkele schrammetjes en builen, wondergoed af.’
Twee passagiers zakten bij het verlaten van het toestel meteen weg in de modder. ‘Zij hielden zich toen vast aan het vliegtuig,’ aldus dagblad Voorwaarts, ‘en wachtten zoo hulp af.’ De andere passagiers snapten dat het beter was om in het vliegtuig te blijven zitten, ook toen ze zagen dat enkele hulpverleners tot hun middel in de modder wegzakten. De NRC: ‘Desniettemin slaagden eenigen er in het vliegtuig te bereiken. Daar konden zij zich overtuigen van het feit dat niemand gewond was.’
Dat was het sein voor de Nederlandse bureaucratie om zich ermee te gaan bemoeien: ‘De passagiers mochten nog niet vertrekken, want de douane-formaliteiten moesten eerst vervuld worden. Daarmede ging geruime tijd verloren.’ Het vliegtuig werd ingepakt voor de nacht en kreeg bewaking van enkele agenten van het politiebureau op de Overtoom.
In de war
Wat was er nou gebeurd? Waarom had Fouge aangekoerst op het Olympisch Stadion, nota bene terwijl de Olympische Spelen in volle gang waren?
Het was zijn eerste vlucht met de passagiersdienst van Parijs via Brussel naar Schiphol, zo zei hij tegen de politie, en hij kende de route niet zo goed – in een tijd dat er nog geen radar werd gebruikt. Door slecht weer boven Amsterdam verloor Fouge zijn oriëntatie. ‘Den Marathontoren van het Olympisch Stadion’, schreef Het Vaderland, ’die gistermiddag fel brandde, heeft hij voor den lichttoren van Schiphol aangezien.’
En dan was er ook nog olympisch vuur op die toren, dat in Amsterdam voor de eerste keer in de geschiedenis was ontstoken en daarom onbekend was bij de piloot. Hij zag een duidelijk baken en vloog daarom naar de toren met het nabijgelegen stadion, in de veronderstelling dat hij daar zijn toestel aan de grond kan zetten. Het is aannemelijk dat Fouge op dat moment extra in de war raakte bij het zien van de atletiekbanen, die hij verwarde met een landingsbaan. Pas op het laatst merkte hij zijn vergissing op en trok zijn toestel omhoog.