De vergeefse vlucht van de Joodse turners Gustav en Alfred Flatow naar Rotterdam
De Duitse turnneven Gustav en Alfred Flatow wonnen gezamenlijk vijf gouden olympische medailles. Deze Joodse sporters vluchtten in de jaren dertig naar Nederland om te ontsnappen aan de nazi’s, maar werden vanuit Rotterdam alsnog gedeporteerd.
Alfred Flatow in 1896 op de Olympische Spelen in Athene, foto via Wikicommons
Op 27 januari 1945 werd Auschwitz bevrijd. Daarom is de 27e januari tegenwoordig de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust.
Ook in de sport zijn overal sporen te vinden van de Holocaust. Zo zijn er tijdens de Tweede Wereldoorlog 35 Nederlandse olympiërs omgekomen, waarvan de meerderheid in een concentratiekamp. Geen land ter wereld heeft méér olympiërs verloren door de Holocaust dan Nederland!
Turnneven
Naast deze 35 olympiërs woonden er ook nog twee Duitse voormalige deelnemers aan de Olympische Spelen in ons land. Alfred en Gustav Flatow waren twee turners, die bij elkaar opgeteld zes olympische medailles wonnen: vijf goud en één zilver. Ze waren neven van elkaar met Alfred als deelnemer in 1896 en Gustav in 1896 en 1900.
In hun eigen land ontvingen ze hiervoor geen enkel eerbetoon, maar werden ze juist onthaald op een woedende reactie van de Deutsche Turnerschaft. Deze organisatie stond zeer vijandig tegenover de internationale sportcultuur van de Olympische Spelen, waarbij Pierre de Coubertin ook nog eens Fransman was, volgens de Turnerschaft een aartsvijand van Duitsland. De neven Flatow kregen daarom een wedstrijdverbod van twee jaar opgelegd.
Vluchten naar Rotterdam
Dat de neven Joods waren, maakte het allemaal nog moeilijker, ook bij de Duitse turnorganisatie. Het werd helemaal uitzichtloos na de Duitse machtsgreep van de NSDAP in 1933. Gustav vluchtte meteen naar Nederland en arriveerde in Rotterdam; Alfred volgde vijf jaar later.
Na de Duitse inval zaten ze opnieuw in de val, alhoewel het gezin van Gustav probeerde onder te duiken in Driebergen. Op 30 december 1943 werd zoon Stefan gearresteerd en paar dagen later Flatow en zijn vrouw. Dochter Anni ontsnapte naar Bennekom, maar verdwenen spoorloos. Gustav werd op 29 januari 1945 vermoord in Theresienstadt, op dezelfde plek waar zijn neef op 28 december 1942 al was vermoord.
Zoon Stefan overleefde de oorlog en leidde een anoniem leven in Rotterdam totdat de Duitse sporthistoricus Volker Kluge hem daar in de jaren tachtig opspoorde. Het zorgde voor een heropleving van interesse in het lot van deze turnneven – eerst in de DDR en daarna ook in het westen. Inmiddels is er een speciale postzegel gemaakt en werd in Berlijn een straat naar ze vernoemd.
Ook werd een speciale Flatow-medaille in het leven geroepen voor turners die opvallen door hun sportieve gedrag. Epke Zonderland was in 2017 de eerste niet-Duitser die deze eervolle onderscheiding kreeg overhandigd.